BERICHTEN
130
uiterst moeilijke kwestie. Opgemerkt worde echter, dat uit de oude overlopers,
bewaard in het archief van de Polder Walcheren, in deze richting nog wel
meer te achterhalen zou zijn geweest. Zo is er toch meer verband tussen het
onderhavige onderwerp en de archieven dan men op het eerste gezicht zou
denken.
W. S. UNGER
Wij ontvingen:
Van het Madras Record Office een Supplementary catalogue of Dutch
records. De hierin vermelde stukken rechterlijke, mercantiele, scheepsreke
ningen, huwelijksregisters, testamenten uit Bombay over de periode 1741
1796, dezelfde en bovendien doopregisters, weeskamerstukken, traktaten, brie
ven enz. uit Bengalen over de periode 1569—1852, benevens Nederlandse
juridische werken uit 17e en 18e eeuw waren in 1931 overgedragen door
de resp. gouvernementen. De lijst het woord catalogue is wel wat weids
werd opgemaakt in 1939 door frater Fruytier en gedrukt in 1952.
Dl V van de Notule van die Volksraad van die Suid-Afrikaanse Republiek.
lopende over de jaren 1864 1866, bewerkt door J. H, Breytenbach M. A
D. Phill., en D. C. Joubert, M.A., resp. argivaris en assistent-argivaris vir
Publikasies. Het deel bevat de notulen der Republiek (Transvaal) over die
jaren met alle bijlagen. Verder dl II van de Notule van die Volksraad van die
Oranje.-Vrijstaat, lopende over de jaren 1865—1857, bewerkt door W. B.
van der Vijver, M.A., assistent-argivaris, en de heer Breytenbach voornoemd
De voordrachten, door dr P. J. Meertens en dr W. Moll gehouden op
een symposion van de Naamkunde-commissie der Kon. Ned. Akademie van
W etenschappen (zie Ned. Archievenblad 1952/53 p. 94), als dl. V van de
Bijdragen en Mededelingen dier commissie in druk verschenen. Wij willen
niet nalaten deze in de aandacht der vakgenoten aan te bevelen. De voordracht
van dr Meertens om de schat van gegevens -feitelijke en etymologische 1
die zij omtrent middeleeuwse straatnamen brengt, die van collega Moll om
de nuttige en praktische opmerkingen, die zijn beschouwing over de moderne
praktijk der straatnaamgeving voor velen onzer bevat.
Boor en Spade VI (Wageningen, 1953) biedt weinig historieels en nog
minder archivistisch, doch ouder gewoonte releveren wij het voor ons be
langrijkste. Algemeen oriënterend is de bijdrage van prof. Edelman: De ge-
dachtengang bij de bodemkartering. Voor praehistorici kan de studie van
dr H. C. de Roo: Enkele bodemkundige aantekeningen over de Drentse essen,
van belang zijn. De geologische geschiedenis van de zuidelijke Veluwe, be
schreven door G. C. Maarleveld, kan anderen van nut zijn; hieraan knoopt het
artikel van dr Schelling: Twee studiekarteringen op de stuwwallen van
de Veluwe aan. Oevergronden als middeleeuwse afzettingen in het rivierklei
gebied, beschreven door ir L. Pons, zullen waterstaatshistorici welkom zijn.
131
ALGEMEEN
Ontwerp-archiefwet. Men deelt ons mede dat de Departementale Com
missie tot herziening der Archiefwet-1918 met haar ontwerp gereed is ge
komen en dit bij de minister van O., K. en W. heeft ingediend.
Het Rijksinstituut voor geschiedkundig, kunsthistorisch en oudheidkundig
onderzoek te Rome, bij velen beter bekend als het Nederlands Historisch In
stituut te Rome, opgericht op initiatief van prof. Blok, bestond in Mei 50 jaar.
Dit jubileum werd 26 Mei te Rome herdacht in tegenwoordigheid van Luigi
Einaudi, president der Italiaanse Republiek. De minister van O., K. en W.,
mr J. Cals, gaf in een rede uitdrukking aan zijn voldoening over het werk
van het Instituut, dat in hoge mate bijdraagt tot de bevordering van de cultu
rele betrekkingen tussen Neerland en Italië. Zijn Italiaanse collega bracht
de dank over van de Italiaanse regering voor hetgeen het doet voor de be
vordering van de kennis der Italiaanse kunst en cultuur in Nederland. Ten
slotte voerde de directeur van het Instituut, dr J. J. Poelhekke het woord.
Zoals men weet heeft het karakter van het Instituut in de loop dezer halve
eeuw uitbreiding ondergaan; ook aan kunstenaars, die te Rome willen komen
werken, is de mogelijkheid van huisvesting en gebruik van een atelier geboden.
Als steun voor de exploitatie werd in 1928 opgericht de Ned. Vereniging ,,Het
Huis voor Kunsten en Wetenschappen te Rome". Daar het gebruik van het
huis na de oorlog veel intensiever is geworden, heeft deze het plan opgevat
het gebouw met een verdieping uit te breiden, waarvoor f 150.000 nodig zal
zijn, waarvan misschien het Rijk een deel voor zijn rekening zal nemen, maar
waarvoor thans een beroep wordt gedaan op de steun van particulieren.
Dr W. J. de Koek, die twee en een half jaar als vertegenwoordiger van het
Archief van de Unie van Zuid-Afrika in Nederland werkzaam is geweest,
heeft ons land weer verlaten. Hij zal gedurende enige maanden zijn archief
werk in Londen voortzetten en daarna naar Zuid-Afrika terugkeren. Hij heeft
waardevol materiaal gevonden, zowel in de officiële Nederlandse archieven,
vooral het Algemeen Rijksarchief, als bij talrijke veteranen uit de Boeren
oorlog, zomede bij Nederlandse families, die in die tijd betrekkingen onder
hielden met de beide Boerenrepublieken, en in het archief en de stamboekerij
van het Algemeen Nederlands Verbond. In Duitsland ontdekte dr De Koek
een gedeelte van het huisarchief van de laatste Nederlandse commissaris-gene
raal van de Kaap, J, A. Uitenhage de Mist.
RIJKSARCHIEVEN
Algemeen RijksarchiefDe chartermeester I mej. mr E. C. M. Prins was
1 Mei 1.1. 25 jaar in rijksarchiefdienst. Zij werd deswege 4 Mei gehuldigd in
de collegezaal van het A. R. A. met een toespraak van de Algemene Rijks
archivaris, mr H. Hardenberg. Namens het personeel werd haar een auto
klokje aangeboden. Ook het bestuur van het Kon. Ned. Genootschap voor
Geslacht- en Wapenkunde, in wiens dienst mej. Prins mede is, heeft haar
deswege gehuldigd onder aanbieding van een geschenk.
De bode H. Boode is bevorderd tot technisch assistent (fotograaf).