114
bij het. huwelijk staat ,,uit Vlaenderen", zal bij een doop wel eens de plaats
naam worden genoemd andere schrijfwijze van de namen e.d. Dit brengt
ons meteen tot punt 3 en tot datgene, wat mij aanleiding gaf dit te schrijven.
Als ik hierboven vermeld, dat de familienamen alfabetisch gerangschikt
zijn, dan weet iedere archivaris, dat hiermede niet eèn alfabetisering naar de
letter bedoeld wordt. De steeds variërende schrijfwijze van dezelfde namen
is maar al te bekend en wij zullen ons dus richten naar het voorgeschrevene
van 82 van de Handleiding, d.w.z. voor Nederlandse familienamen een alfa
betisering op de klank af volgens de uitspraak, met gebruikmaking van slechts
Nederlandse lettertekens en de Nederlandse manier van weergeven van een
klank (bijv. Van Rooien).
Vergelijkt men nu de namen op de fiches van huwelijk en bijbehorende
dopen met elkaar, dan vallen niet alleen de grote afwijkingen in spelling op,
maar vooral ook, hoe deze vroeger op het gehoor af zijn ingeschreven. Ver
moedelijk werden alle aangiften van dopen en meestal ook van huwelijken
slechts mondeling gedaan, bovendien vaak opgeschreven door een ongeletterde
koster, wat de wonderlijkste afwijkingen en verwarringen kan geven. Enige
voorbeelden daarvan laat ik hier volgen:
1776 huwelijk Jan Verhey, j. m. van Haarlem, en Kaatje Horst, j. d. van
Haarlem.
1777 Geertruy, V. Jan Voorheyn, M. Caatje Hos.
1780 Dirkje, V. Jan Verheyde, M. Kaatje Hos.
1783 Johanna, V. Johannes Verhey, M. Kaatje Hors.
1735 Antje, V. Baltus van Vorsele, van Heemstede, M. Anna van der Geest.
1737 Anna, V. Baltes van Borselen, van Heemstede, M. Anna van der Geest.
1743 Barent, V. Balthus van Borssele, M. Johanna van der Geest, beide van
Haarlem.
1748 Rijkje, V. Baltes van Borssele, M. Anna van der Geest.
1748 huwelijk Balthuys van Borsselen, wnr. van Haarlem, en Steyntje Kuy-
per, wed. van Spaarwoude.
1750 begraven Nieuwe Kerk Baltus van Borstel.
1592 Vuman, V. Henrick Vumans, van Eindhoven, M. Liesbet Thoenis.
1593 Anthonis, V. Hendric Umans, M. Lijsbet Thuenis.
1603 huwelijk Frans van Werveke, j. g. van Meenen, en Cathelijne van
den Broecke, j. d. van Meenen.
Na eèn aantal dopen uit dit huwelijk tussen 1604 en 1612, waarin de
namen der ouders in alle mogelijke spellingen voorkomen:
1620 huwelijk Franchois van Wolfveke, wnr. van Meenen, en Anneke Mor-
tyers, j. d. van Noorewijcx.
1624 Anne, V. Francois van Werveycke, M. Anna Matthijs.
1627 Passchier, V. Franchoys van Werveecke, M. Anneke Mortiers.
1628 Gijsbrecht, V. Frans van Werwyck, van Meenen, M. Anneke Mortiers.
1696 Aegje, V. Pieter Weynsbergen, van Haerlem, M. Adriaentje Meyringen.
1699 Henrick, V. Pieter Wynoxbergen, M. Arentjen Meyering.
1700 Jillis, V. Pieter Wynopbergen, M. Arentie Meyerinck.
115
1702 Ariaantje, V. Pieter Wynandsbergen, M. Arientie Meeringh.
1705 Lrrietje, V. Pieter Wynoksbergen, M. Arentje Meiering.
1710 Aaghje, V. Pieter Wijnafbergen, M. Arentje Meysing.
1595 huwelijk Franchois Vermeers, j. m. van Pittum in Flaanderen, en May-
ken Hellebuycken, j. d. van Iseghem.
1597 Joost V. Franchois Vermers, van Petthem, M. Mayken Hellebuyck
1605 Tanneke, V. Francois Vermaes, van Pettem, M. Mayken Hellebycks.
1616 Sara, V. Frans Vermaersch, van Putten, M. Maycken Hellebuuc.
Het is dus vanzelfsprekend, dat de grootste moeilijkheid bij het maken van
indices op de doop- en trouwboeken zit in het rangschikken der fiches en
evenzo in het vergelijken der fiches onderling. Het heeft mi, daarom ver
wonderd, dat mr Beyerman een „werkloze hoofdarbeider en nog we e
met beperkte verstandelijke vermogens, aan het vergehjken van de klappers
op de doopboeken met die op de trouwboeken heeft gezet. Ook bij mi] hebbe
vele tewerkgestelden aan klappers gewerkt (onder nauwgezette controe)
dwz dat zij de dopen en huwelijken op fiches mochten brengen, maar het
rangschikken van hun resultaten deed ik eerst zelf en is nu overgenomen door
een ambtenaar met het diploma van wetenschappelijk archiefambtenaar der
2de klasse Dezelfde ambtenaar vergelijkt daartoe tegelijkertijd de doop- en
trouwfiches, betrekking hebbend op eenzelfde echtpaar waarbij hij boven
genoemde en talloze andere afwijkingen heeft terechtgebracht. Dit werk is
lang niet gemakkelijk en dikwijls wint hij mijn advies in, wat soms nog aan
leiding tot hele discussies kan geven. Wij hopen echter op eze wijze onz
klappers zo af mogelijk te krijgen en menen eerst dan gerechtigd te zijn van
het publiek leges voor het gebruik ervan te mogen vragen.
Nu zal misschien hiertegen worden ingebracht, dat het niet tot onze taak
behoort fouten in de doop- en trouwboeken recht te zetten. Dit is oo mijn
bedoeling niet: uit de registers nemen wij letterlijk over wat er staat. He
qaat er echter om bij welke naam ieder fiche in de klapper geplaatst moe
worden, want een klapper dient zo juist mogelijk te zijn, anders heeft hij
weinig waarde. Immers wanneer wij een persoonsindex op een werk maken,
waarin iemand onder verschillende namen of zelfs misschien wel eens foutief
wordt aangehaald, dan zullen wij die persoon toch onder een hoofdnaam m
de klapper brengen (eventueel met verwijzingen van titel e.d.) en zeker met
op de foutieve naam zetten, want daarop zal niemand hem zoeken. Het is niet
zo erg als de onderzoeker op een bepaalde spelling van de naam mets vindt,
want dan gaat hij wel op een andere spelling zoeken. Zetten wij echter dc
naam op verschillende plaatsen, dan meent de onderzoeker, als hl, een van
die plaatsen gevonden heeft, dat hij daarmee klaar is en doet aldus half werk.
Met een dergelijke klapper wordt men dus op een dwaalspoor gebracht ter
wijl toch het doel van de klapper is het onderzoek te vergemakkelijken. Wil
men bovendien de registers tegen veelvuldig gebruik vrijwaren, dan is zeker
een goede klapper vereist.
Ik zou gaarne besluiten met als mijn mening uit te spreken, dat het klap
peren van de retroacta van de Burgerlijke Stand een werk is, dat zeker me
overhaast moet worden gedaan en in grote massa. Beter is het, dat een klap
per doeltreffend dan dat hij gauw gereed is en dat de te zoeken
niet te vinden zijn.