BERICHTEN
144
ALGEMEEN
Ar chief kluizen. Nu de nieuwe investeringspolitiek der regering de bouw
van archiefkluizen ernstig beperkt, verdient de opmerking aandacht van de
inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in Gelderland in diens
jaarverslag over 1951. Hij wijst nl. op een mogelijkheid, die zich op vele
plaatsen voordoet althans voor kleinere gemeenten nl. de in de meeste
gemeentehuizen aanwezige ruime, van zwaar metselwerk opgetrokken ar
restantenlokalen die op plaatsen, waar het Rijk de politietaak van de ge
meente heeft overgenomen, spoedig buiten gebruik zullen komen. Een derge
lijke ruimte kan veelal op eenvoudige wijze en zonder veel kosten tot een
doeltreffende archiefbewaarplaats worden verbouwd. In enige gemeenten zijn
of worden hiertoe dan ook reeds plannen ontworpen.
Ged. Staten van Noord-Brabant hebben in Maart 1953 een circulaire doen
uitgaan aan de gemeentebesturen, waarin wordt herinnerd aan het rond
schrijven van de minister van Binnenlandse Zaken van Jan./Febr. 1937 no.
87 I, afd. K.W., met de daarbij behorende aanwijzingen en in het bijzonder
aan de 4e alinea van punt I: het inrichten van een archiefbewaarplaats op
de begane grond, zoveel mogelijk aansluitend aan de secretarie, verdient de
voorkeur boven het inrichten van een archiefbewaarplaats onder de grond
of op een verdieping. Het college wijst verder op de wenselijkheid, dat de
gemeentebesturen, alvorens over te laten gaan tot het laten opmaken van
een bestek, eerst contact opnemen met de provinciale inspecteur der gemeente
en waterschapsarchieven, daar een dergelijk voor-overleg vele: moeilijkheden
zal kunnen voorkomen.
Met bijzondere instemming hebben wij hiervan kennis genomen. Dit Bra
bantse initiatief worde ook aan anderen ter navolging aanbevolen.
Musea en archieven. Op de 14 Nov. 1952 gehouden Museumdag vestigde
dr R. van Luttervelt de aandacht op de verhouding van museum- en archief
wezen n.a.v. de verwerving door het Oudheidkundig Museum te Rijswijk van
archivalia (zie ook Ned. Archievenblad 1951/52 p. 95 en hiervóór p. 8).
Spr. is van oordeel dat archivalia thuis horen in de archieven; gezien de
prettige verhouding tussen archief- en museumwezen en de mogelijkheden
voor expositie sommige stukken in bruikleen te krijgen zou hij het betreuren
wanneer onze musea archivalia gingen verzamelen. De voorzitter van het
Rijswijkse museum licht de herkomst der bewuste stukken toe en wijst er op
dat te Rijswijk geen gemeente-archief bestaat voor bewaring van deze archi
valia, die hoogst belangwekkend zijn voor hen, die zich interesseren voor
de geschiedenis van Rijswijk.
De voorzitter zegt daarop dat de zaak de aandacht heeft van het bestuur
en in haar algemeenheid zal worden behandel op een museumdag dan wel in
een speciale commissie (Nieuwsbulletin Oudh. Bond, Dec. 1952).
Reprografisch Informatie Centrum en Showroom. Sedert enige tijd is in de
vergaderzaal van het Ned, Genootschap voor Documentreproductie een per
manente tentoonstelling ingericht door een aantal leden van de Sectie Handel.
145
De betrokken firma's tonen hier een uitgebreide documentatie over de door
hen in den handel gebrachte, c.q. vervaardigde, producten, waarbij tevens ap
paraten van beperkte omvang worden geëxposeerd. Buitendien beschikt het
Reprografische Informatie Centrum zelve over aanzienlijk documentatiemate
riaal betreffende de Reprografie, waarbij ook een schat van gegevens is ver
zameld uit de buitenlandse literatuur.
Het Ned. Genootschap voor Documentreprodutie heeft hiermede de moge
lijkheid geschapen voor alle belangstellenden zich te oriënteren over de mo
gelijkheden, welke de Reprografie biedt. De showroom, Nieuwe Gracht 74,
Haarlem, is geopend voor bezoek elke werkdag van 10 tot 12 uur en van
14 tot 16 uur, behalve 's Zaterdags.
RIJKSARCHIEVEN
Algemeen Rijksarchief. Tot Algemeen Rijksarchivaris is in de plaats van
jhr dr D. P. M. Graswinckel, die de pensioengerechtigde leeftijd heeft be
reikt en aan wie onder dankbetuiging voor de door hem den lande bewezen
gewichtige diensten eervol ontslag is verleend, m.i. van 1 Nov. 1953 benoemd
mr H. Hardenberg, rijksarchivaris, hoofd der le afdeling.
Drente. De binder C. G. W. Huizinga is m.i.v. 1 Jan. 1953 bevorderd
tot schrijver A.
Friesland. De adjunct-archivist A. Coreé is m.i.v. 1 Jan. 1953 bevorderd
tot archivist.
Zeeland. De schrijver - A. J. de Kuyper is m.i.v. 1 Jan. 1953 bevorderd
tot administratief ambtenaar C 2e klasse.
GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN
Op voorstel van de Inspecteur der Gemeente- en waterschapsarchieven in
Utrecht heeft de archivaris der gemeente Utrecht aan het Gemeentebestuur
in overweging gegeven, hem door aanvulling zijner instructie te belasten met
de inspectie van de archieven der gemeentelijke diensten en bedrijven. Men
ging daarbij uit van de overweging dat deze archieven op den duur naar de
gemeentelijke archiefbewaarplaats dienen te worden overgebracht; tevens, dat
in het door de Vereniging opgestelde ontwerp tot wijziging der Archiefwet-
1918 een dergelijke regeling is opgenomen. B. en W. van Utrecht waren
blijkens het verslag van de inspecteur over 1952 hiertoe niet geneigd, vrnl.
omdat het college niet wilde vooruitlopen op een nog te wachten wetswijzi
ging. De inspecteur heeft thans gemeend zelf deze inspectie ter hand te moeten
nemen,
Amsterdam. Nadat de gemeenteraad in Dec. 1951 een motie had aange
nomen waarin, uit overweging dat de huidige bewaring der archieven zeer
onvoldoende is, wordt aangedrongen op de benoeming van een commissie
ad hoe om het vraagstuk te onderzoeken het betrof het zgn. nieuwe ar
chief van na 1813, dat over een aantal bewaarplaatsen is verspreid en ten
dele zeer slecht en brandgevaarlijk geborgen werd in Febr. 1952 hiertoe
overgegaan. Deze commissie heeft thans rapport van haar bevindingen uit
gebracht. Hoewel het reglement op het archief bepaalt dat onder beheer van