136 van correctionele rechtspraak; A III, zaken van civiele rechtspraak, onder verdeeld in a) zaken van contentieuse en b) zaken van voluntaire rechtspraak. De term „criminele" rechtspraak, die in deze inventaris telkens voor de strafrechtspraak wordt gebruikt, verdient m.i. geen aanbeveling en kan tot nodeloze verwarring aanleiding geven. Immers, de rechtbank sprak geen recht in criminele zaken (berechting der „crimes") maar in correctionele zaken (berechting der „délits"), en de vrederechter in zijn functie van poli tierechter berechtte de „contraventions" of overtredingen. De criminele rechtspraak (berechting der „crimes") werd door het Hof van Assisen uit geoefend. De Code d'instruction criminelle spreekt dan ook (o.a. in art. 407) van arresten en vonnissen „en matière criminelle, correctionnelle ou de police". Ook de griffier der Amsterdamse rechtbank maakt zelf dit on derscheid tussen criminele en correctionele zaken (zie inv. no. 1125 en 1126). Men houde zich aan deze driedelige onderscheiding om spraakverwarring en misverstand te voorkomen. Een simpele mededeling, dat gedurende het ge hele besproken tijdvak 18111838) de 5 Franse Codes hier te lande van toepassing waren, had eveneens niet mogen ontbreken. Wat nu de inventaris zelf betreft: behoudens de gemaakte opmerkingen kunnen wij ons met de indeling in grote trekken verenigen; alleen valt het op, dat de afdeling A IV (griffiezaken) wel zeer omvangrijk en daardoor niet overzichtelijk is. Blijkbaar heeft de bewerker alles wat ter griffie werd aangebracht of opgemaakt in deze rubriek opgenomen. Wij hadden liever gezien, dat alles wat op correctionele of civiele rechtspraak betrekking heeft, ook bij die afdelingen was ondergebracht; er blijft dan nog genoeg over, dat onder griffiezaken valt, zoals de deponering der dubbelen van de akten van de Burgerlijke Stand en van de repertoires der notarissen e.d. De Algemene civiele rol (no. 846863), de registers van productie van stukken en die van oppositie en appèl (no. 975981) hadden dan bij de afdeling civiele rechtspraak, de protocollen no. 1016-1026 bij de afdeling correctionele rechtspraak, de nos. 10471059 bij de afdeling Algemene Za ken, en de protocollen, houdende benoeming van rechter-commissarissen (nos 958-—1000) en dat, houdende aanwijzing der notarissen, aan wie testamenten in bewaring worden gegeven (no. 1044), bij de afdeling voluntaire recht spraak geplaatst kunnen worden. Zoals wij echter reeds eerder in dit blad opmerkten, bestaat er over de plaatsing van de diverse registers der rechter lijke archieven allerminst eenstemmigheid. Maar de plaatsing van nos 1022 1024 (protocollen der akten van voorziening in cassatie tegen arresten van het Hof van Assisen) in deze inventaris is toch in geen geval te recht vaardigen; zij behoren, evenals no. 1125, tot het archief van het Hof van Assisen. Dat als griffier van dat Hof de griffier der rechtbank fungeerde doet in deze niet ter zake. Wij zouden hebben gewild, dat hier en daar een toelichtende noot de tekst had verduidelijkt. Deze inventaris is niet ten dienste van juristen en evenmin van archivarissen alleen, maar voor het publiek. Niet iedereen weet, wat akten van expurgatie (no. 1060 en vlgg.) of akten van depot en décharge (no. 1107 en vlgg.) zijn om slechts een paar voorbeelden te noemen. Een toelichting, of althans een verwijzing naar Codes of andere wetten, ware hier en elders niet misplaatst geweest. 137 Met de bewerking van deze inventaris is ongetwijfeld heel wat nuttig werk verricht, waarvoor wij de bewerker dankbaar kunnen zijn. Dit mocht ons echter niet weerhouden, de hier opgeworpen bezwaren naar voren te brengen. A. HAGA P. David de Kok, Inventaris van het archief der Minderbroeders te Me- gen. Overdruk uit: Bossche Bijdragen, Deel XXI (1952), blz. 167 198. In 1645 vestigden de Minderbroeders zich in het graafschap Megen op voorwaarde, dat zij zich met het onderwijs zouden belasten. Het archief van hun Latijnse school werd reeds in 1933 door pater Donatus van Adri- chem in inventarisvorm bekend gemaakt in; Neerlandia Seraphica. Het kloos terarchief werd weliswaar door Verbeek en Heijer geraadpleegd voor hun in 1946 verschenen geschiedenis van klooster en school, maar het werd tot dusverre niet op moderne wijze geïnventariseerd. In de vorige eeuw had pater van Scheyndel een belangrijk deel der archiefstukken zonder veel sys teem in bundels en omslagen verzameld en verenigd. De bundels zijn stevig ingebonden, zodat pater De Kok hen niet meer uit elkaar kon halen. Der halve heeft hij in deze, volgens de Handleiding samengestelde en tot 1900 be werkte, inventaris telkens naar genoemde bundels moeten verwijzen. Oor konden zijn in dit betrekkelijk nieuwe archief zeldzaam; daarom kon een regestenlijst achterwege blijven. Elders, zoals in de Ordearchieven te 's-Her- togenbosch en Weert, berusten ook stukken van het Megense klooster. Deze hoopt pater De Kok later te publiceren. F. KETNER Buntinx, Inventaris van het archief der familie de Preudhomme d'Hailly en der aanverwante families. Brussel, 1950, 100 blz. Een nieuwe inventaris van een groot Belgisch familie-archief (en zo zijn er in de afgelopen jaren verscheidene verschenen1) betekent ook voor Nederlandse wetenschappelijke onderzoekers altijd een verrijking. Ook de bovengenoemde vormt een belangrijke en welkome aanwinst. Deze, afkom stig van het Rijksarchief te Gent, is in het Vlaams2) gesteld. In de Inleiding vindt men veel, zij het ook niet alles, wat men daarin mag verwachten. Een noot bericht, hoe het archief tijdens de oorlog van 1914/18 behouden bleef en dat het na de wapenstilstand naar het Rijksarchief te Gent werd overgebracht; onder welke titel het Rijk dit archief toen ver wierf, wordt niet medegedeeld. Het eerste lid der familie de Preudhomme, x) Besproken Ned. Archievenblad 1948/49, p. 153 en 1951/52, p. 135. 2) Niet in het Nederlands: termen als „eredame" in Inv. nrs 24, 41 (niet van een vorstin, maar van een burggravin van Nieuwpoort) en „prijsie(ën)" zijn zonder verklaring voor Noord-Nederlanders niet te begrijpen; dat met „handboek" is bedoeld manuaal en met „burgerlijke stand", Inv. no, 264, burgerlijke staat, durf ik wel raden evenals de betekenis van „banale rechten op molens", ten on zent betiteld als heerlijk windrecht. En wat is een erfenisacte (no. 478)?

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1953 | | pagina 21