130
nodige voorzieningen moeten worden getroffen; het zal aanbeveling verdienen
deze reeds dadelijk imperatief voor te schrijven. Dan zal het ten slotte
onze taak zijn deze te helpen leiden en daarna de beschrijving der afgelegde
archieven ter hand te nemen.
Er zij, wellicht ten overvloede, nog op gewezen dat zo mogelijk mede min
of meer vaste normen worden gesteld t.a.v. eventuele verdeling der archieven.
Dit komt met name bij splitsing van gemeenten ter sprake. Hoewel in het
algemeen volgens art. 10 der Handleiding splitsing van archieven niet ge
oorloofd is, kan er toch geen bezwaar tegen worden gemaakt dat kadaster
stukken en kaarten der bevolkingsboekhouding t.a.v. het deel ener gemeente,
dat bij een andere wordt gevoegd, naar deze laatste overgaan. Echter: d e
kern van het archief worde steeds o 'v ie r jg e d r a g e ,n aan
de gemeente, die het grootste deel krijgt. Fouten, als o.a. in
1941 bij de vereniging van (delen van) gemeenten met Breda zijn gemaakt,
dienen tot elke prijs te worden vermeden. De moderne reproductiemethoden
zullen overigens ook hierbij helpen de moeilijkheden t.a.v. beschikking en
raadpleging van bepaalde stukken te vereenvoudigen.
Bovenstaande overwegingen zijn door mij ten beste gegeven in een daartoe
belegde bijeenkomst der provinciale archiefinspecteurs. In het algemeen vond
het voorgedragene daar instemming en men verklaarde zich bereid aan de
verschillende colleges van Ged. Staten in dien geest te adviseren. Met de
Algemene Rijksarchivaris en hoogste bestuursambtenaren der betrokken de
partementen zal overlegd worden over de vraag, in hoever de wenselijk ge
achte uniformiteit kan worden bereikt. Wij vragen ons af of ten aanzien
hiervan ook voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten niet een taak
ligt.
BUITENLANDSE ARCHIVISTISCHE LITERATUUR (II)
Te laat voor de vorige kroniek maar nog juist vóór het tweede internatio
nale archief congres, verscheen vol. II (1951) van Archivum, het nieuwe
internationale archieftijdschrift, uitgegeven onder auspiciën der UNESCO en
de Gonseil International des Archives1). De artikelen, gesteld in een der
gangbare internationale talen Frans, Engels, Duits, Italiaans worden
gevolgd door een overzicht van hun inhoud in het Frans, Engels of Spaans.
Behalve artikelen, handelend over internationale archiefkwesties en andere
die, ofschoon van meer locale aard, andere landen zouden kunnen opwekken
hen na te volgen, zullen ook bijdragen worden opgenomen, van belang ook
voor buitenstaanders, als over herstel van beschadigde archiefstukken ook
van belang voor anderen, die documenten te conserveren hebben of b.v.
over internationale instellingen, nuttig voor hen die zich met internationale
politiek of internationaal recht bezig houden. Jaarlijks zal verder een inter
nationale bibliografie betreffende archivistiek en archieven worden opge-
U Op een der congresdagen heeft de heer Braibant in gezelschap van jhr dr
D. P. M. Graswinckel aan H.M. Koningin Juliana hiervan een exemplaar aange
boden.
131
nomen, en een kroniek betreffende het internationale archiefwezen. Met na
druk willen wij dan ook nogmaals al onze vakgenoten aanbevelen, voor hun
dienst of voor zich zelve deze belangrijke onderneming te steunen door het
nemen van een abonnement, waarvan de kosten ongeveer die van ons blad
bedragen.
De bundel opent, zeer toepasselijk, met een beschouwing over de inter
nationale organismen en hun archieven: Verenigde Naties, de LINESCO, het
Internationaal Bureau van de Arbeid, beschreven door hun respectievelijke
beheerders.
Daarop volgen een zestal artikelen over uiteenlopende onderwerpen.
Aan de beginselen en praktijk van herstelwerk aan archivalia wijdt sir Hilary
Jenkinson een beschouwing; Alfonso Gallo aan het restaureren van oor
konden op perkament. Van onze landgenoot dr Tollenaar een artikel: L acetate
de cellulose et la lamination des documents. Bernard Mahieu geeft be
schouwingen over historische inlichtingen en de archieven. De archieven
bevatten bronnen voor tweeërlei soort onderzoekers: aan de ene kant de
historici met speciale belangstelling, aan de andere kant de personen, die
meer historische kennis in de breedte beogen. Schr. geeft dan een belang
wekkend overzicht van de wijze waarop men in Frankrijk waar ten nutte
van de gebruikers gegevens zijn verzameld over de onderzoekingen in den
loop der tijden -, Engeland, Amerika, Rusland, Italië en het Vaticaan te
werk is gegaan. Vervolgens wijst hij op het toenemend belang van de
historische museum-afdelingen in de archiefdepóts die in de Archives
Nationales, van 1867 daterend, is twee jaar geleden grondig gemoderni
seerd en op de tentoonstellingen, die de archiefdiensten met toenemend
succes hebben georganiseerd. Dit onderdeel van ons werk, n euw maar n.et
het minst belangrijke, wordt door M. aardig „le domaine éducatief" genoemd.
Over watermerken en oorkondenvorsing, speciaal aan de hand van 50000
stukken in het Hauptsiaatsarchief van Wiirttemberg, geeft G. Piccard op
merkenswaardige mededelingen. Conclusie: die Zeitbestimmung durch das
Wasserzeichen eines Papierbogens ist begrenzender und zuverlassiger als
die Datierung aus der Handschrift. Charles Samaran wijdt een beschou
wing aan de bekende reconstructie der in de oorlog verloren Angevijiise
archieven door het bijeenbrengen der daarvan bestaande afschriften door
graaf Filangieri en de Napolitaanse archivisten, waarvan vier delen zijn
gepubliceerd 1265 1270).
M. Baudot, inspecteur-generaal der Franse archieven, ten slotte, opent
perspectieven over het gebruik van de mikrofilm in archiefdepöts.
Archives 7 (Maart 1952) brengt verschillende voordrachten, gehouden op
de jaarlijkse bijeenkomst dier British Records Association: over schimmel
en insecten in archieven („Insect pests of books and paper was de titel
van de voordracht van mr A. W. Mc Kenny Hughes, van de afd. Entomo
logie van het Natuurhistorisch Museum, waarop een levendige discussie
volgde); besparingen n.l. in de kosten van zetten door vermijding van
extra-correctie en andere vereenvoudiging in zetsel -t.a.v. archief
publicaties; over bewaring en classificatie van moderne „local government
archives". Dit laatste werd van twee gezichtspunten bekeken, n.l. van dat