KRONIEK
128
installaties, systeem Ingold, door Heemaf in het verkeer gebracht, de bij
zondere belangstelling hadden. Deze, bekend als compactus, openen en slui
ten electrisch en verdubbelen de archiefruimte: bij nieuwbouw alleen daar
kan dit praktisch worden toegepast brengt het belangrijke besparing in
het bouwvolume. Zij werden door de Regering in het Mauritshuis en door
het Gemeentebestuur van Den Haag in het oude raadhuis vorstelijk ontvangen.
Ook touristisch kwamen de congressisten aan hun trek. Een deel hunner
bezocht Delft. Na de sluiting maakten allen in autobussen via Gouda 5 mi
nutes d'arrêt! een ondanks verkeersperikelen zeer aantrekkelijke tocht naar
Haarzuilens, waar in het kasteel de Haar ihr Graswinckel het omvangrijke
gezelschap grandioos ontving. Een geanimeerd diner besloot het officiële ge
deelte van dit belangrijk en welgeslaagd congres.
LI.
VERFNIGING VAN GEMEENTEN EN DE ARCHIEVEN
Zoals bekend heeft de Regering enige jaren geleden het voornemen te
kennen gegeven de gemeentelijke indeling te herzien. Gedeputeerde Staten
der daarvoor in aanmerking komende provincies - in Friesland is dit, zoals
men weet, geen vraagstuk zijn begonnen met de hun opgedragen plannen
tot uitvoering te brengen doch, om diverse redenen, vooralsnog met gering
succes. Uit beleidsoogpunt moge deze trage gang van zaken te betreuren
zijn voor ons biedt dit het voordeel dat er t.a.v. de archieven misschien
een regeling is te bereiken, die tot nu toe öf heeft ontbroken öf onvoldoende
of zelfs onjuist (Breda in 19411)1) is toegepast.
Over de historische achtergrond der zaak behoeven wij niet in bijzon
derheden te treden; verwezen moge worden naar het magistrale artikel van
collega Ter Kuile in „Gemeentebestuur" van 1938. Slechts dit: de Staats
regeling van 1798 bracht een vrij bevredigende regeling; Lebrun heeft de
gebiedsindeling nog wat gerationaliseerd, doch het herstel der heerlijke rech
ten in 1814 gaf weer verandering: het aantal gemeenten werd toen het dubbele
van 1798. In 1851 waren er 1209, in 1933 nog 1072. Thorbecke's raad: ge
legenheid tot vereniging van gemeenten „op alle wijzen" waar te nemen, is
dus maar ten dele gevolgd. Erger nog is het als men de onderlinge ver
houdingen nagaat: in 1932 waren van die ruim 1000 gemeenten niet minder
dan 774 beneden 5000 zielen, ongeveer 550 beneden 3000, 140 zelfs beneden
1000 zielen2). En wat sindsdien is verbeterd kan het algemene beeld niet
wijzigen.
Thans is dus streven naar verbetering aan de orde. Voor ons archivisten
heeft dit vraagstuk een bijzondere betekenis; grotere gemeenten zijn beter
dan kleinere in staat haar archieven te bewaren en te doen bewerken. Wij
zijn dan ook tot deelneming aan de discussie hierover niet alleen ten volle
gerechtigd, doch zelfs verplicht. En het feit, dat de onderhavige kwestie
Zie het art. hierover van mr Mommers in Ned. Archievenblad 1941/43 p. 7 vlg.
n. ergst is het t.a.v. Zeeland. Daar zijn nu bovengenoemde cijfers resp.
91, 75, 30 van de 101 gemeenten.
129
thans algemeen aan de orde is gesteld, waardoor de mogelijkheid van eniger
mate uniforme regeling is geschapen, zij ons een gerede aanleiding ons te
bezinnen over de vraag, wat te dezen aanzien zou dienen te geschieden. De
op zich zelf niet onjuiste overweging dat de inspecteurs de bevoegdheid heb
ben ten aanzien hiervan de gewenste invloed uit te oefenen, mag ons m.i.
niet leiden tot de conclusie dat in een zaak als deze, waar zekere uniformi
teit geboden is, een wettelijke regeling overbodig zou zijn.
Hoewel de wet het onderscheid niet kent, zijn er in werkelijkheid twee
zeer verschillende mogelijkheden bij de vereniging van gemeenten, nl. a n-
nexatie en samenvoeging. Het eerste doet zich voor bij opslorping
van randgemeenten door de zich uitbreidende grote stad (Rotterdam/Delfs-
haven tot Pernis, Amsterdam/Ransdorp tot Sloten). Voor ons zijn daarbij
geen problemen; de archieven der geannexeerde gemeenten gingen en gaan
over naar de grote, wier archiefdiensten deze erfenis gemakkelijk verwer
ken. Anders is het bij samenvoeging, waar de moeilijkheden legio zijn: vragen
over bestuurszetel, naamgeving soms, predomineren van deze of gene der
gemeenten in kwestie doen zich daarbij voor. Ook, en dat is voor ons van
groot belang, vraagstukken betreffende bewaring, bewerking en beheer der
archieven.
De vigerende wetgeving geeft t.o. hiervan weinig of niets. De Regering
heeft helaas in 1918 het voorschrift uit de ontwerp-Archiefwet der rijks
archivarissen van 1908 (art. 174) niet overgenomen, dat Ged. Staten ver
plichtte, de rijksarchivaris in de provincie gehoord, in de wijze en de voor
waarden, bedoeld in art. 129 (thans 158) Gemeentewet de nodige voorzie
ningen nopens de archiefdepöts der te verenigen of te splitsen gemeenten
op te nemen. Zoals bekend, heeft het jongste ontwerp der Vereniging (art.
32 en 41) hierin voorzien. Voor het ogenblik echter wordt aan de archieven
expressis verbis zelden afzonderlijke aandacht gewijd. Alle bezittingen, lasten,
rechten en verplichtingen der verenigde gemeenten gaan over op de niéuwe
gemeente, is de in de tot nu toe hiervoor gemaakte wetten meest voorkomende
formulering; de archieven zijn stilzwijgend daaronder begrepen. Het gevolg
is dan ook dat, althans t.a.v. kleine gemeenten, waar het begrip archief
bewaarplaats in de praktijk met de betekenis heeft van de onder ons beheer
gestelde instellingen, en waar het dagelijks beheer volkomen ontbreekt, de
toestand veel, zo niet alles te wensen overlaat. Er dient hierin te worden
voorzien, in de eerste plaats door wettelijke voorschriften in den trant boven
vermeld; daarna en daarnaast door een intensieve bemoeiing door de betrok
ken inspecties, die voor hun werk meer steun behoeven dan thans bestaat.
Want met de inspectie alleen komt men er niet. Dat de gemeentebesturen
voor hun archieven moeten zorgen, en dus ook de nieuw ontstane gemeen
ten voor de erfenis hunner voorgangsters, is in confesso. Zij hebben echter
een stootje nodig. Vooreerst dient bepaald wat de hoofdgemeente zal zijn,
hetzij in de betreffende wet, hetzij door de raad der nieuwe gemeente onder
goedkeuring van Ged. Staten. Een vraag, die met name deze colleges onder
de ogen zullen moeten zien, is het of van alle gemeenten de administratie
moet worden afgesloten en een geheel nieuwe begonnen, dan wel of één harer
de heersende positie krijgt resp. inneemt en haar eigen administratie kalm
voortzet. Voor deze overbrenging naar een centrale bewaarplaats zullen de