HET TWEEDE INTERNATIONALE
ARCHIEFCONGRES
124
Het van 1619 Juni j.l. te Scheveningen gehouden tweede internationale
archief congres bracht ongeveer 350 archivisten bijeen daaronder 124
Fransen, 81 Nederlanders, 26 Belgen uit 22 verschillende landen. Daar
aan ging op Maandag 15 Juni een vergadering van de Assemblee Con
stituante vooraf. Deze vergadering, onder voorzitterschap van de heer Charles
Braibant, Directeur des Archives de France, werd bijgewoond door een 25-tal
afgevaardigden van nationale archieven en archivarissenverenigingen van de
navolgende landen: België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk,
Italië, Nederland, Oostenrijk, Verenigde Staten, Zweden, Zwitserland en een
afgevaardigde van de UNESCO.
Bij afwezigheid van de voorzitter van het organisatiecomité jhr dr D P. M.
Graswinckel heette de secretaris-generaal van het Congres de aanwezigen
welkom. Na behandeling van de verslagen over 1950/53 resp. van de voor
zitter, de secretaris-generaal en de penningmeester van de Conseil Interna
tional des Archives werd overgegaan tot verkiezing van een nieuw Comité
Exécutif. Met algemene stemmen werden gekozen tot voorzitter: de Neder
landse Algemeen Rijksarchivaris jhr dr D. P. M. Graswinckel; tot vice-
voorzitter voor het oostelijk halfrond: I. Andersson (Zweden); tot vice-
voorzitter voor het westelijk halfrond: W. K. Lamb (Canada) of S. J. Buck
(Ver. Staten); in plaats van de aftredende leden S. J. Buck, Sir Hilary Jen-
kinson en. E. Re de heren W. C. Grover (Ver. Staten), D. Evans (Engeland)
en graaf R. Filangieri di Candida Gonzaga (Italië). De secretaris-generaal
Lester K. Born en de penningmeester Guy Duboscq werden herkozen. De
heer Charles Braibant werd benoemd tot ere-voorzitter.
Door de werkcommissies voor het samenstellen van een repertorium van
archiefgidsen en voor de bescherming van archieven in oorlogstijd werden
rapporten ingediend. Op voorstel van de commissie voor de Constitutie wer
den enkele redactionele wijzigingen daarin aangenomen.
De voorzitter deelde mede, dat de Conseil thans 184 leden telt, vertegen
woordigende 37 verschillende staten. Er werd besloten de contributie voor
de nationale instellingen en de verenigingen op 75 Zw. francs, voor de
regionale of plaatselijke archieven op 25 Zw. francs, en voor de individuele
leden op 15 Zw. francs te fixeren, bij welke bedragen het abonnement op
het tijdschrift ,,Archivum" zal zijn inbegrepen. Op verzoek van de afgevaar
digde van de UNESCO, Mme D. Ravage, werd toegezegd middelen te be
ramen om het mikrofilmen van archiefstukken te vergemakkelijken. N.a.v.
een voorstel van de Society of American Archivists werd besloten in ,,Ar-
chivum een overzicht te publiceren van alle bestaande archieftijdschriften,
benevens een bibliografie van werken over technisch archiefbeheer1
Dinsdag 16 Juni werd het congres in de Kurhauszaal geopend met een
korte toespraak van de heren Graswinckel en Braibant, waarna de minister
van O., K. en W., mr. J. Cals een welkomstwoord sprak waarin hij o.a. wees
x) Dit deel van dit verslag danken wij aan mr H. Hardenberg.
125
op de a.s. herziening der Archiefwet, die naar hij hoopte ook voor andere
landen een voorbeeld zou kunnen zijn. Daarna begon de eerste der werk
zittingen, waarvoor wij waren voorbereid door van te voren toegezonden
rapporten van de inleiders der aan de orde gestelde onderwerpen: eenvormig
heid der archivistische termen, archieven en documentatie, de archieven en
de kunstgeschiedenis, historische musea bij de archieven, de vorming van
archivisten, internationale uitlening van archivalia. De inleiders hadden hun
taak uitnemend voorbereid en behandeling en beoordeling der punten in kwes
tie vruchtbaar doen zijn door vraaglijsten rond te zenden, waardoor wij een
indruk konden, krijgen hoe „men" daarover dacht1).
Mr Hardenberg opende de rij met een toelichting van zijn rapport over het
eerstgenoemde onderwerp, dat wij, tussen haakjes, aan hen, die het congres
niet hebben bijgewoond, om het zeerst aanbevelen. Hij legde er de nadruk op
dat zijn streven niet was gericht op een internationale regeling van inventa
rissen, doch op de wenselijkheid van uniforme archivistische terminologie,
en bepleitte de wenselijkheid van een commissie om deze voor te bereiden.
De in het rapport vermelde disharmonieën verraden inderdaad een haast Ba
bylonische spraakverwarring. De Zwitserse collega's betwijfelen zelfs voor
hun land, gekenmerkt door decentralisatie in het bestuur en pluraliteit van
talen, de mogelijkheid van' uniformiteit. Dr Groeneveld wees op het andere
begrip dossier en bundel bij bedrijfsarchieven. De heer Bautier, archiviste bij
de Direction des Archives de France, gaf voorbeelden van verschil in beteke
nis ondanks schijnbare gelijkluidendheid van termen in de verschillende talen
en wees ook op verschillen door andere organisatie van het archiefstelsel
(de registratuur b.v. is in Frankrijk onbekend). Hij deelde een „Préparation
d'un vocabulaire international d'archives" rond, gebruikt bij de Stage techni
que international d'archives te Parijs, dat naar hij hoopte de basis zal kun
nen zijn voor besprekingen, die op het volgende congres tot resultaten mogen
leiden. De heer C. Tihon, algemeen rijksarchivaris van België, stond de
mening voor dat in ied'ere taal om te beginnen een vocabulaire historique en
een vocabulaire actuel zou worden opgesteld. Tenslotte redde hij op elegante
wijze de situatie door in afwijking van het voorstel van dr Meinert, stads
archivaris van Frankfurt a/Main, die een commissie van vijf (Frankrijk,
Duitsland, Engeland, Italië en Spanje) beoogde, een commissie van zes voor
te stellen, waardoor ook de inleider van het punt in kwestie, onze landgenoot
Hardenberg, in de gelegenheid zal zijn aan de verdere voorbereiding der
uniformisering van archieftermen mee te werken.
Het rapport van de heer Tihon voornoemd over „Archives et documen
tation" bevatte meer, en misschien anders, dan de titel zou doen verwachten.
Punt 5 van zijn questionnaire: estimez-vous que cette tache d'information ne
doit pas se limiter a l'étude du passé, mais qu'elle doit aussi comprendre les
questions contemporaines, même les plus actuelles, d'ordre administratif, po
litique, culturel, économique et social? werd alleen van Franse zijde po-
1) Ook de „techniek" vertoonde, bij het eerste congres vergeleken, een grote
verbetering. De voorlezing en vertaling in extenso bleef ons bespaard; de in
leiders gaven een kort exposé, dat door de tolk op bewonderenswaardig knappe
wijze in de andere taal werd weergegeven.