56 het laatste deel mist overigens de dorsale titulering der vorige heeft men hiervoor later zelfs niet de moeite genomen er een band, zij het dan ook maar zonder aanduiding boven genoemd, om heen te doen! Duidelijk openbaart zich het band-karakter ook in het laatste der minutele besluiten van het Departementaal Bestuur van Zeeland (1802—1805), dat 1 Augustus 1805 veranderde: „Notulenover Juli 1805 en van de brieven over de zeven eerste maanden 1805". Ik boekstaaf hier deze bevindingen, niet om twijfel uit te drukken aan de juistheid van 85, maar om te doen zien hoe men bij zijn omschrijving zich ten deze rekenschap moet geven hoe het betreffende „deel" er uit ziet en moet zijn ontstaan, en of het dus als deel dan wel als band moet worden aangeduid. Resolutiën en notulen. Zo geen herziening, dan toch verduidelijking behoeft hetgeen in 88 is gesteld. Het kriterium van de omschrijving van bestuurshandelingen schijnt even kort als duidelijk: alleen notitie van beslissingen, of ook van de beraad slagingen. Dat de grens tussen beide moeilijk te trekken is, wordt ook in de Handleiding gememoreerd; maar moet deze inderdaad bij 1795 worden ge steld? Dat de „door de volkskeuze geroepenen er prijs op stelden, dat het door hen gezegde in de handelingen van hun college werd opgetekend" is zover ik kon nagaan in de jaren na 1795 niet bewijsbaar; het aanzwellen der delen en banden met handelingen al daarvóór te constateren is eer aan de breedsprakigheid en het handschrift van dien tijd toe te schrijven. Eerst na 1848 lijkt deze behoefte -later vaak ontaardend in mededelingen voor de galerij verandering in de wijze van weergeving der handelingen mee te brengen. In ieder geval is het een feit, dat na 1795 vrijwel algemeen van notulen gesproken wordt. Van meer belang echter is het onderscheid uit ander oogpunt: handelin gen der Staten-Generaal, der Staten van Holland2) etc., zegt de Handleiding, werden niet in notulenboeken, maar in resolutieboeken opgetekend, en dit is juist. Ik vermeet mij echter niet al deze etceteras te hebben gezien3) maar de Zeeuwse ken ik vrij goed. En hier althans was het spraakgebruik gans anders. Vrijwel van den aanvang af wordt hier van notulen, slechts bij uit zondering van resolutiën gesproken, hoewel het resolutie-karakter in den zin der Handleiding ontwijfelbaar is en onveranderd. Een der oudste registers, waarin handelingen van de Staten zijn opgetekend, heette „Boek van reso lutiën (1578—1580, inv. n.r. 4); iets later komt de neutrale uitdrukking „Besoignen" voor (1586—1589, inv. nr. 6). In deel 1609—1610 (inv. nr. 15) echter heet het: „notulen van de Heeren Staten van Zeeland". Van 2) Hier heten zij eerst (sinds 1524) registers van dagvaarten, daarna register van Holland en Westfriesland; kort na 1600 komt aan het hoofd van de tekst: resoluties etc., later dit ook op het titelblad. 3) Voor Utrecht brengt de inventaris van mr S. Muller Fzn. wel aardige ge gevens, zie met name p. 38 en 40. Daar vele bewerkers van inventarissen hebben verzuimd gevolg te geven aan 48 der Handleiding, kan aan de hand hunner beschrijving omtrent deze en eventueel andere voorkomende kwestie geen bruikbare conclusies worden getrokken. 57 1611^1612 tot 16481649 daarentegen wordt weer van „Resolutieboeck van de Mo. Ed. Heeren Staten" gesproken (inv. nrs. 1636). Maar dan, en zulks tot het einde der Republiek, is niet anders dan van notulen sprake. Ook de minutele verhandelingen beginnen als resolutiën 1577 1578, inv. nr. 57), doch de volgend-bewaarde (1600—1603, inv. nr. 58) spreken van notulen; sinds 1624 verschijnt dat ook in dorso: Slaten-notulen, hetgeen met enkele afwisseling eveneens tot het einde blijft. Ook bij de besturen in de Franse tijd wordt zonder uitzondering, als elders, het woord notulen aangetroffen, waar resolutiën zou moeten worden verwacht. Merkwaardig was de bevinding bij de Gecommitteerde Raden. Het oudste deel 1578 1578, inv. no. 465, toen het Staten dito resolutiën werd ge noemd) heet notulen, en dat handhaaft zich tot 1650; van 1651 tot 1663 staat resolutieboeken op het plat, notulen in dorso.'1) Sindsdien echter dragen beide weer het woord notulen. Minder vast is de lijn bij de Zeeuwse admiraliteit. Dr de Hullu heeft, evenals trouwens dr Heeringa voor het Staten-archief, de oorspronkelijke qualificatie niet vermeld, hetgeen bijzonder te betreuren valt; hij spreekt technisch juist steeds van resolutiën. In een oudere ms.-inventaris vonden wij echter voor wat nu nr 2448/9 is: resolutiën en notulen van Gecommitteerde Raden der Admiraliteit; verder wordt daar eerst van notulen gesproken (tot 1649 tussen, nadien tot 1752 zonder aanhalingstekens), doch 1782 1790 (inv. nrs 2568, 2569) is weer van resolutiën sprake.3) Ook de grote compagnieën leveren voor dit punt niet veel. Bij de O.I.C. zou, zover men uit een oude ms.-inventaris zou willen opmaken, het woord resolutiën zijn gebezigd bij Bewindhebbers, G G. en Raden, en de bestuurs colleges der Buitenbezittingen, maar geverifieerd heb ik deze opgave niet. T.a.v. de W.I.C. echer is de zaak minder duidelijk. Een oude ms.-inventaris spreekt bij de voornaamste colleges van Oude zowel als Tweede Compagnie van notulen, maar mevr. Meilink deelde mij mede, dat de opschriften op de banden „resolutiën" hebben. Bij de besturen in de West komen beide qualifi- caties voor. Men is geneigd de oude inventarisator ondanks het voorgaande bij het woord te houden, maar verificatie was mij ook hier niet mogelijk. In de Zeeuwse steden was het woord notulen voor deze registers vrij algemeen gangbaar. „Registers ten rade" heetten zij van 1532 af in Middelburg; later wanneer precies herinner ik mij niet meer en het kan ook niet meer worden nagegaan, maar ik vermoed omstreeks 1700 6) Notulen ten rade. Ingewikkelder is de zaak in Vere. Aanvankelijk is het t.a.v. de handelingen van Wet en Raad onduidelijk; het opgeplakt: „notulen" der eerste vier delen is kennelijk van later hand, en in de registers wordt niets vermeld. Van 1658 af echter staan zij als notulen (ten rade) te boek. Ook de besluiten van 4) Merkwaardigerwijze heeft men op het in Zeeland aanwezige ex. van de Resolutiën der Staten-Generaal, kennelijk hier, in dorso geschreven: Notulen. 5) Van de Admiraliteit van de Maze worden (inv. nr 108) „korte notulen" ge noemd, uitdrukking, die ook mr Muller (p. 40, N.B. bij inv. nr 1685 vlg.) heeft gebezigd. Een 18e eeuwse index wordt van 15691720 „register der voornaamste resolutiën van Weth en Raadt" genoemd, het derde deel echter 1720-1740 „register op de notulen van Weth en Raadt". Andere indices uit die tijd echter hebben alleen maar: notulen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1953 | | pagina 3