ARCHIEVENBLAD
NEDERLANDS
NAGEKOMEN BESTUURSBERICHT
1952-1953
Nr. 3
ORGAAN VAN DE VERENIGING VAN
ARCHIVARISSEN IN NEDERLAND
MEDEDELINGEN VAN HET BESTUUR
96
gebracht in wetenschappelijk beheerde archiefdepöts van Rijk of gemeenten,
zoals dit in Zeeland reeds volledig het geval is. T.a.v. de nieuwe en nog te
vormen archieven zullen richtlijnen worden gegeven aan de secretarissen der
gemeenten voor de vernietiging van stukken, opdat door de onmogelijkheid
de grote massa te bewaren en te verzorgen het waardevolle en onmisbare niet
mee zou verloren gaan.
BUITENLANDSE ARCHIEVEN
België. De heer R. Dewitte is afgetreden als rijksarchivaris in West-Vlaan-
deren. In zijn plaats is benoemd dr Jos. de Smet, voordien adjunct-conser
vator.
Italië. Op het Staatsarchief te Milaan is een Museo diplomatico gevormd,
naar Archives bericht. Het bestaat uit mikrofilms van documenten van diplo
matische of palaeografische betekenis van 701 1100. Mikrofilms worden er
gaarne aanvaard (45 mm) en reeds aanwezige op verzoek gaarne in ruil
gegeven.
Staatsarchief van Riga. Langen tijd heeft men gemeend, dat ook dit
archief aan de oorlogshandelingen ten offer was gevallen. Een artikel in de
Mededelingen der Sovjet Akademie van Wetenschappen, waarvan wij een
referaat aantroffen in de Hans. Geschichtsblatter, doet zien dat de meest
wezenlijke bestanddelen ervan gespaard zijn gebleven.
PERSONALIA
Het Jaarboek van de Maatschappij der Ned. Letterkunde 1950/1951 brengt
o.a. levensberichten van onze vakgenoten of oud-vakgenoten mr R. Bijlsma,
door jhr dr D. P. M. Graswinckel, prof. dr H. T. Colenbrander, door mej. dr
J. K. Oudendijk, en van mej. R. Visscher, door mr P. C. J. A. Boeles.
De heer M. P. van Bugtenen, rijksarchivaris in Friesland, is aan de Uni
versiteit te Amsterdam bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap op een
proefschrift: De oorsprong van de Friese vrijheid.
ARCHIEFEXAMENS
Voor het examen archiefambtenaar le klasse zijn geslaagd de heren mr J.
H. H. Barrau, mr J. E. J. Geselschap en J. Hovy, hist, docts.
Voor het examen archiefambtenaar 2e klasse slaagden mej. C. A, A. P.
van Broekhoven en de heer J. Loeff.
Nieuwe leden. Als lid zijn door het Bestuur aangenomen de dames A. C.
Allema, adjunct-commies aan het archief der gemeente Amsterdam en
C. A. A. P. van Broekhoven, en de heren mr J. H. H. Barrau, mr E. J.
Geselschap, J. Hovy, hist, docts., P. D. Keymel. adjunct-archivist aan het
Rijksarchief in Gelderland, te Arnhem, en jhr M. J. van Lennep, hist, docts.
en jur. cand.
Afgesloten 31 Maart 1953.
GOEDGEKEURD BIJ KON. BESLUIT VAN 29 SEPT. 1891
(LAATSTELIIK GEWIJZIGD BIJ KON. BESLUIT VAN 11 APRIL 1949, Nr. 27)
De abonnementsprijs van
het Nederlands Archie
venblad bedraagt per
jaargang f 10-50, voor
het Buitenland f 12.—
Deze jaargang loopt van
September 1952 tot Sep
tember 1953
Bijdragen voor dit Tijd
schrift te zenden aan
Dr W. S. UNGER, Rijks
archivaris in Zeeland,
Middelburg
VERSLAG DER VIJFENZESTIGSTE ALGEMENE VERGADERING
De vergadering werd gehouden op 15 Juni 1953 in het gebouw va.n het Kon.
Instituut van Ingenieurs te 's-Gravenhage.
De voorzitter opende te 2.15 uur de vergadering, die blijkens de presentielijst
door 47 leden wordt bijgewoond; bericht van verhindering is ingekomen van
de heren Brakke, Schurink en De Weever. Hij deelt aan de vergadering mede
dat de najaarsvergadering gehouden zal worden te Maastricht op 19 Sep
tember a.s. en dat de voorbereiding van die dag in handen ligt van de heren
Panhuysen en Wouters;
dat de heren Van 't Hoff en Mensonides als afgevaardigden van de Ver
eniging de Assemblée Constituante van de Conseil International des Archives
bijwonen, welk deze zelfde middag gehouden wordt;
dat van de heer Mensonides een schrijven is ingekomen, waarin deze kritiek
levert op de vertaling van de titulatuur der Nederlandse archiefambtenaren
in de deelnemerslijst van het Internationale Archiefcongres. Op voorstel van
de voorzitter wordt besloten dit schrijven door te zenden aan het uitvoerend
Comité van dit Congres.
De voorzitter deelt vervolgens mede dat op de gedane uitnodiging, op
merkingen tevoren schriftelijk bij dr Formsma in te dienen, slechts één reactie
is gevolgd, nl. van dr Groeneveld, aan wie hij daarop het woord verleent.
Dr G., sprekend als bedrijfsarchivist, merkt op, dat hij niet op grond van
een theoretisch standpunt, maar van de praktijk uit overtuigd is geraakt van de
juistheid van de beginselen van de archiefleer, zoals die in de Handleiding
zijn uiteengezet. Hij poneert de stelling, dat voor een goede archiefzorg
goede archivisten nodig zijn en dat deze alleen gekweekt kunnen worden door