70 Archief. legenheid tot opleiding op het gebied van archief en registratuur. Men gaat de noodzaak van opleiding ook bij de bedrijven inzien en dat is verheugend. In verband met een en ander ben ik van mening dat het een gelukkige om standigheid is indien de bedrijven eigen personeel met langere ervaring in de gelegenheid stellen een opleiding te gaan volgen. Na deze algemene inleiding wil ik thans iets zeggen over Registratuur en Archief bij de Staatsmijnen en de daar opgedane ervaring. Registratuur. Gedurende de afgelopen vijftig jaren werden bij de Staatsmijnen diverse registratuursystemen toegepast. Met al deze systemen kan, al naar gelang van de omstandigheden, meer of minder vlug of met meer of minder zeker heid worden gewerkt. Voorop dient te staan dat de registratuur er is voor de administratie, en niet de administratie voor de registratuur. Ik bedoel hiermede dat met de behoefte van de administratie volledig rekening dient te worden gehouden. Aangezien de praktijk leert dat deze behoefte gaat in de richting van zaaksgewijze ordening van de stukken en ook het Archief het meest gebaat is met deze wijze van ordening, ben ik van mening dat een oplossing in deze richting gezocht dient te worden. Tot het vormen van dossiers dient reeds tijdens de registratuurperiode te worden overgegaan. Een dossier behoort te worden geopend op het moment dat men ziet, dat een zaak zich gaat ontwikkelen. Het achteraf formeren van dossiers brengt grote bezwaren en veel extra werk met zich mede. Naast de dossiers zal men wellicht hier of daar behoefte hebben aan reeksen, al dan niet binnen een (eenvoudige) code. Men dient echter voortdurend te waken tegen on gemotiveerde uitbreiding van de code. De ondervinding leert dat de neiging tot uitbreiden of wijzigen bijna steeds aanwezig is. Geeft men hieraan toe dan zal de code op den duur praktisch onhanteerbaar worden. Bij het maken van de benodigde ingangen1) zal men er rekening mee dienen te houden of de stukken bestemd zijn om in het Archief te blijven berusten. Indien de stukken niet lang bewaard behoeven te blijven is het gewoonlijk niet nood zakelijk veel werk te besteden aan het maken van deze ingangen. Een agenda behoort in ieder geval te worden bijgehouden, liefst in registervorm. Ook kan het gewenst zijn bepaalde stukken of reeksen stukken buiten de agenda te houden. Een en ander dient echter in een instructie te worden vastgelegd. Tijdens een recent bezoek aan Archieven en Registraturen van diverse bedrijven in ons land heb ik mogen vaststellen dat men voor het overgrote deel zeer ernstig aan het werk is, dat men zonder dit als noodzaak te stellen streeft naar centralisatie en eenheid in de registratuur, doch dit toch ook weer niet als noodzakelijk stelt, en waarbij men er zich rekenschap van geeft dat een groot gedeelte van de bescheiden reeds na enkele jaren ver nietigd kan worden. Wel moet mij van het hart dat er nog veel verwarring bestaat omtrent de begrippen Archief, Registratuur, Bibliotheek en Docu mentatie. Men vat dit alles soms samen onder het grote woord DOCUMEN TATIE, en verwisselt het een met het ander. Men maakt dan geen ondrscheid meer, hetgeen op den duur tot chaos leidt. x) Bij de moderne administratie gebruikelijke term voor indices. 71 Ook acht ik een goede samenwerking tussen Archief en Registratuur nood zakelijk. Daar waar de mogelijkheid bestaat tot het onderling uitwisselen van krachten bij deze beide diensten is dit wel uitermate gunstig te noemen. Vooral is dit van belang indien archiefbestanddelen van recente datum wor den overgedragen aan een Centraal Archief. Mijn ervaring is verder dat de belangrijkheid en de behoefte van een af deling, en dit laatste vooral gezien in het kader van het gehele bedrijf, mede bepalend zijn voor de toepassing van de registratuur voor die afdeling. Het is begrijpelijk dat in een bedrijf als de Staatsmijnen in Limburg, met vier mijnzetels en de vijfde in voorbereiding, met enorme chemische bedrij ven, eigen haven en spoorwegen, fabrieken, installaties, terreinen, woningen enz., waar ruim 40.000 personen zijn tewerkgesteld, grote hoeveelheden op gemaakte en ontvangen bescheiden aanwezig zijn. Het archief, hetwelk na regelmatige uitdunningen nog aanwezig is, wordt geschat op 30.000 strek kende meter, verdeeld over diverse depots. Van deze 30.000 meter is thans ongeveer een vierde gedeelte naar het Centraal Archief overgebracht. De oudste aanwezige bescheiden dateren van 1902. Er zijn echter ook reeds bescheiden van 1952 in het Centraal Archief aanwezig. Het overdragen van archieven vindt regelmatig plaats en is niet gebonden aan een bepaalde datum. De plaatsruimte op de afdelingen en in het Centraal Archiefdepöt is hier overwegend bepalend. Het gehele archief van de Staatsmijnen groeit per jaar naar schatting met 1000 strekkende meter aan. In het Centraal Archief, hetwelk sinds 1952 is gehuisvest in een eigen gebouw, zijn momenteel in totaal 16 krachten tewerkgesteld, waarvan vier in het bezit zijn van het diploma bedrijfsarchivist en in 1949 als eerste be- drijfsarchivisten lid werden van de Vereniging van Archivarissen in Neder land. Zij zijn belast met het eigenlijke inventariseringswerk, waarbij rekening dient te worden gehouden met het feit, dat in den loop der jaren vele archie ven werden teruggewerkt. Aan het herstellen van de oorspronkelijke orde wordt thans de laatste hand gelegd. Verschillende inventarissen kwamen reeds gereed, andere zijn in bewerking. Een kroniek van het bedrijf is reeds gedeeltelijk klaar en wordt verder afgewerkt. Per jaar richt men, vrijwel uitsluitend uit het eigen bedrijf, ongeveer 10.000 verzoeken om inlichtingen, archiefstukken of onderzoekingen tot het Cen traal Archief. Een viertal personen heeft een dagtaak aan deze werkzaam heden. Verder zijn enkele personen onder leiding van een archivist bezig met het uitdunnen van enkele archieven. In deze archieven worden n.l. zeer veel stukken aangetroffen die niet bestemd waren om in het Archief te blij ven berusten. Dergelijke archieven worden dan ook vaak teruggebracht tot 10 a 30 van het geheel. Teneinde te komen tot vaststelling van richtlijnen voor het uitdunnen vindt regelmatig overleg plaats met de belanghebbenden. Na het uitdunnen blijft gewoonlijk slechts een betrekkelijk overzichtelijk gedeelte over waarmee de archivaris wel raad weet. Dit wordt beschreven in een inventaris die in de meeste gevallen slechts een voorlopig karakter zal dragen. Is de inventaris klaar dan kunnen alle op de stukken gemaakte ingangen bijna zonder uitzondering vernietigd worden. De agenda blijft

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1953 | | pagina 10