48
waarde verloren hebben, noch voor haar zelf, noch voor de historie. Thans
echter moet een tweede stap worden gedaan. Na de tweede Wereldoorlog
heeft de overheidsbemoeienis zich enorm uitgebreid, en de papiermassa's ne
men een zodanige omvang aan, dat wij er welhaast onder bedolven raken.
•jlronc?19e schlftm9 van wat wel en wat niet belangrijk genoeg is om be
waard te blijven is nodig ten einde tot vernietiging te kunnen overgaan van
wat op den duur niet bewaard behoeft te blijven. Ook dient, tengevolge van
et doorbreken van nieuwe denkbeelden ter zake van de inrichting der admi
nistratie en de behandeling der archieven in de opleiding der archiefambte
naren wijziging te worden gebracht.
De commissie is daarop onmiddellijk met haar werkzaamheden begonnen.
Permanente Commissie voor de Post- en Archiefzaken. De minister-presi
dent, minister van Algemene Zaken, heeft tot voorzitter van deze commissie
aangewezen jhr dr D. P. M. Graswinckel, algemeen rijksarchivaris.
VarL het Bnrean Musea en Archieven bij het ministerie van O
K. en W„ dr mr F. J. Duparc, is m.i.v. 1 Oct. 1952 bevorderd tot referendaris.
V. V V. Verschenen is een beschikking van de ministers van Binnenlandse
Zaken en O., K. en W„ vaststellende een lijst, houdende opgaaf van de voor
vernietiging in aanmerking komende stukken in de provinciale archieven
agtekenende van na 1850. Daarbij is uitgegaan van de belangen van admi
nistratie zowel als historie.
f mu7',°Ung<VO™ de ald' A"11*1™ uitgetrokken
f 172.145 (v. f 720.225), waarvan f 72,728 (v. j. f 69.836) voor de Riiks-
commissie voor Vaderlandse Geschiedenis.
De Memorie van Toelichting brengt de volgende bijzonderheden.
Art. 313. In plaats van gelden voor een hoofdchartermeester en een
adjunct-chartermeester zijn thans gelden uitgetrokken voor twee charter
meesters. In de personeelsformatie zijn voorts in plaats van twee hoofd-
archivisten opgenomen twee archivisten A, een schrijver A in plaats van een
typiste A, een bode C in plaats van een schrijver en een archiefbediende C
in plaast van een bode B. Gerekend is op de bevordering van twee archivisten
tot archivist A, van een adjunct-archivist tot archivist, van een binder C tot
schrijver A, van twee schrijvers A tot administratief ambtenaar C 2e klas1)
en van een verwarmingsstokervakman tot verwarmingsstokervakman A.
Art. 314. Tengevolge van de ingebruikneming van een gedeelte van de
bunker te Schaarsbergen als archiefbewaarplaats moeten enige posten van
dit artikel verhoogd worden. Een bedrag van f 9000 is bestemd voor het druk
ken van het vierde deel van het Oorkondenboek van het Sticht Utrecht.
Art. 315. Gelden zijn o.a. uitgetrokken voor een bordschaar voor de
binderij van het Algemeen Rijksarchief, een ijzeren boekenpers voor de bin
derij van het rijksarchief te Utrecht en ladenkasten bij verschillende rijks
archieven.
J) Hiermee is een nieuwe rang bij de rijksarchieven ingevoerd. (N. v. d. R.).
49
Art. 484. Voor de aankoop van enkele panden ten behoeve van het rijks
archief te Haarlem wordt een bedrag van f 23.000 uitgetrokken.
Art. 320. (Rijkscomm. Vad. Gesch.). De post voor reis- en verblijfkosten
is verhoogd van f 250 tot f 900 om een archiefbezoek aan Scandinavië te
bekostigen, noodzakelijk voor een bronnenpublicatie over de Oostzeehandel.
Aan ontvangsten wordt geraamd f 15.000, nl. rijksarchieven f 12.000, ar
chieven van gemeenten, waterschappen, veenschappen en veenpolders f 3000.
Het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft
hierop niet gereageerd
Aan de jaarverslagen van het Bureau R.G.P. en van de Rijkscommissie voor
Vaderlandse Geschiedenis over 1950 en 1951 ontlenen wij hetgeen voor ons
bedrijf het meest de aandacht verdient. De Commissie overwoog de samen
stelling van een overzicht van de inhoud van de archieven der provinciale
gouverneurs in de 19e eeuw. Mej. J. L. van Essen, wetenschappelijk assistente
aan het Bureau, vervaardigde een overzicht van de inhoud van het archief van
de gouverneur van Noord-Holland over 1830, dat voor andere jaren en
andere provincies zal worden nagevolgd. Verder maakte zij lijsten van tref
woorden die aan de historicus een indruk kunnen geven van wat het archief
van de Commissaris des Konings in Noord-Holland bevat over de jaren
1848 en 1855.
De Commissie vond mr H. Hardenberg bereid een onderzoek in te stellen
naar de inhoud van de bestaande particuliere aantekeningen en notulen van
vergaderingen der Staten van Holland en naar de wenselijkheid van een uit
gave daarvan. Door dit onderzoek, dat nog niet is afgesloten, kwam reeds
vast te staan, dat de particuliere notulen welkome correcties en aanvullingen
geven op de officiële resolutiën.
De Commissie bracht advies uit aan de minister op een verzoek van de
provincale genootschappen in Noord-Brabant en Limburg, ondersteund door
de Vereniging Gelre, om een onderzoek te doen instellen in België naar
archivalia, belangrijk voor Nederland. Zij achtte een onderzoek naar die
stukken, die organisch in Nederland thuis horen en waarvan een ruil tussen
Nederland en België in voorbereiding is, onnodig; voor de overige stukken
kwam haar een onderzoek in principe gewenst, doch op dit ogenblik niet
opportuun voor.
De rapporten over de uitgave van bronnen voor de Nederlandse geschie
denis, waarop wij nog uitvoerig terug komen, bevatten een belangrijke
mededeling over de bekende uitgave van de resolutiën der Staten-Generaal.
Na te hebben opgemerkt dat 1609 een onaanvaardbaar eindpunt zou zijn en
voortzetting der publicatie ook na dat jaar aanbeveling verdient, en na te
hebben geconstateerd dat de voorrzetting tot 1669, toen de oude druk der
resolutiën een aanvang nam, nog 35 delen en 70 jaren zou vereisen, poneert
de Commissie de wenselijkheid, de basis aanzienlijk smaller te nemen dan
op het eind van zijn werkzaamheden hieraan dr Japikse reeds voor ogen
stond, en zij vraagt zich af waarom met die systeemverandering tot het immers
toch willekeurige jaar 1609 gewacht zou worden. Deze omschakeling brengt
echter zeer moeilijke problemen mede. De Commissie wil de tot nu toe ge
volgde indeling der rubrieken binnen elk jaar, die niet consequent is door te