37
36
inventaris der archieven van de Nassausche Domeinraad vóór 1581 voort
zette. Aan de heer Japikse werd de voltooiing opgedragen van de ordening
van het uitgebreide familie-archief Fagel; mr Van 't Hoff zette de inventari
satie van het archief van raadpensionaris Gaspar Fagel voort. De heer Bon
der voltooide de inventarisatie van de afd. Waterstaat van het ministerie
van Binnenlandse Zaken over de jaren 1813—1877, alsmede van de ingenieurs
van de Waterstaat uit de eerste helft der 19e eeuw. Ook in Zeeland en
Groningen werd aan de Waterstaatsarchieven gewerkt. Een begin werd ge
maakt door de heer Ribberink met de inventarisering van het archief van
Binnenlandse Zaken over 1813 1900. Bij de ordening van het archief der
Haagse Rekenkamer werden in andere verzamelingen een groot aantal char
ters aangetroffen, die volgens het herkomstbeginsel met het Rekenkamerarchief
herenigd moesten worden. De heer Weytens voltooide een voorlopige inven
taris van het archief van raadpensionaris Van Hoornbeek.
Aan de heer C. Postma werden in het bijzonder opgedragen de onderzoe
kingen in de kaartverzamelingen. Uit de geheel andere richting, waarin die
onderzoekingen zich meer en meer gaan bewegen, bleek de noodzaak van een
grondige revisie van deze verzamelingen.
In de „provincie" blijken vooral de Staten-archieven aan de orde te zijn
gekomen. In Friesland is een inventaris daarvan van vóór 1580 ongeveer
persklaar; rijksarchivaris en chartermeester ondernamen nu de inventarisatie
van na dat jaar. De rijksarchivaris van Overijsel voltooide de voorlopige
inventaris van het Staten-archief tot 1795; daar verschillende series rekenin
gen tot diep in de Franse tijd doorlopen en o.m. voor het beheer der do
meinen 1795 geen caesuur is geweest, leek het hem wenselijk op de hoofdaf
deling Ridderschap en Steden en hun gedeputeerden een tweede te laten
volgen die de archieven der gewestelijke besturen uit de jaren 1795—1815
behandelt. De rijksarchivaris in Zeeland maakte een aanvang met de bewer
king van de archieven der gewestelijke besturen over de periode (1795)
17991814, waaraan na 1922 al wel reeds is gewerkt, doch hetgeen hiervan
op schrift was gebracht, was in 1940 verloren gegaan. In Limburg werd, door
mej. Nuyens, de ordening en inventarisatie van de archieven van het Provin
ciaal Bestuur over 1815—1861 voortgezet. De vernietiging van stukken werd
hierbij onder het oog gezien. De xijksarchivaris maakt daarover een belang
rijke opmerking: na veel wikken en wegen is besloten voorlopig geen stukken
daarvoor af te zonderen en dit op grond van de overweging dat, zoals bij de
inspectie was gebleken, zo buitengewoon veel stukken uit die periode in de
gemeente-archieven ontbreken.
Ook de inventarisatie van de retroacta van de Burgerlijke Stand werd ter
hand genomen. De herziening van de inventarisatie hiervan in Limburg werd
voltooid, evenals in Overijsel. In Noord-Brabant werd begonnen aan de or
dening ervan, evenals in Drente; in Groningen werd de beschrijving ervan
voortgezet. In Noord-Holland geschiedde dat met de herinventarisatie, ter
wijl in Friesland, waar ook een aantal retroacta, berustende bij de kerkelijke
gemeenten, werden gecopieerd, de flchering der doop- en trouwboeken van
Franeker werd ondernomen.
Verder werd overal aan de voortzetting der reeds ter hand genomen in
ventarisering, waarvan vroeger reeds melding is gemaakt, gewerkt, en wer-
den een aantal kleinere inventarisaties opgezet of voltooid, waarvoor wij
belangstellenden naar de Verslagen zelf moeten verwijzen.
Wat belangrijke aanwinsten betreft kan worden vermeld de aankoop voor
het rijksarchief in Noord-Holland van een collectie Zaanse archivalia 15e
19e eeuw, betrekking hebbende op de bannen Oost- en Westzaan. Belang
rijk is ook de opgave der aanwinsten van het rijksarchief in Utrecht, omdat
bij hun verklaring als zodanig de rijksarchivaris even zoveel lesjes in archi-
vistiek biedt. Uit het Overijselse verslag vernemen wij dat de gemeente
Zwolle haar retroacta van de Burgerlijke Stand (eerst thans!) aan het Rijk
in eigendom heeft afgestaan, waarna deze aan de gemeente in bewaring zijn
gegeven. Het rijksarchief in Friesland verwierf, het koopmansarchief der
Makkumer familie Kingma, dat in Drente het archief van het veenschap ,,De
Oostermoersche en Zuidenveldsche venen van Eext tot Valthe ingesloten",
lopende over de jaren 1824 1880. Aanwinsten van huisarchieven worden
vermeld uit Gelderland, Utrecht, Overijsel en Groningen.
HET ARCHIEFWEZEN IN GRIEKENLAND.
In ons Amerikaans zustertijdschrift van Juli 1951 deed Peter Topping hier
over belangwekkende mededelingen. Het staatsarchief, Genika Archaia tou
Kratous, is jong (begin dezer eeuw) en dankt zijn ontstaan aan een amateur
historicus, Vlachogiannes, die de krachtige steun genoot van de grote staats
man Venizelos. De eerste regeringen van het vrije Griekenland 1821 1831)
hielden hun documenten in uitstekende staat, doch onder de eerste koningen
(1832—1913) werden de oudere archieven verwaarloosd, ook die van de
talrijke opgeheven kloosters; in 1893 werd veel voor scheurpapier verkocht!
Een deel kwam terug door bovengenoemde Vlachogiannes, die door opkopen
een deel van het verspreide materiaal in zijn bezit had gekregen. Thans is
het rijksarchiefwezen ook hier, met Letteren, Theater en Film, gesteld onder
het ministerie van onderwijs en eredienst. De directeur wordt bijgestaan door
een commissie, samengesteld uit hoogleraren en hoge departementsambtenaren.
Het archief bewaart de daarvoor in aanmerking komende stukken vóór 50
jaar; de stukken beginnen met de revolutie van 1821. De personeelsbezetting
-vier ambtenaren! lijdt onder de precaire positie van de Griekse schat
kist. Geen particulieren mogen verzameling van handschriften en historische
documenten hebben; van iedere verkrijging daarvan moet mededeling worden
gedaan aan het Staatsarchief en het ministerie. Hoewel de nationale geschie
denis, vooral de revolutie van 1821, het hoofdbestanddeel der verzamelingen
uitmaakt, zijn toch ook stukken over de Turkse en Venetiaanse heerschappij
aanwezig. In de provinciale archieven echter is meer van dien aard; het ar
chief van Korfoe gaat tot 1558 terug, de notariële protocollen beginnen daar
zelfs met 1470. Door de oorlog hebben de archieven hier veel geleden. Even
als die van Kreta en Samos staat dit provinciaal archief onder het ministerie
van binnenlandse zaken; in wording zijn provinciale archieven in Macedonië
en Patmos (in het beroemde klooster). Zij zijn alle onderworpen aan perio
dieke Inspectie vanwege het Staatsarchief. Het peil der ambtenaren laat echter
door onvoldoende bezoldiging hier veel te wensen over.
In Athene bevinden zich naast het Staatsarchief enkele andere belangrijke