12
dat onze hoogste chef de invoering van een nieuwe rang voor de wetenschap
pelijke archief ambtenaren der tweede klasse in schaal 127 had bepleit, maar,
toen de commissie niet bereid bleek dit voorstel over te nemen, had berust
in het voorstel tot invoering van een nieuwe rang in schaal 121. De Algemene
Rijksarchivaris hoopte evenwel, dat de commissie alsnog op haar afwijzend
standpunt zou terugkomen, aangezien hij het door hem eerst voorgestelde
billijk achtte. Uit het nadere verloop is echter wel gebleken, dat aan onze
wensen: opneming van een nieuwe rang in schaal 127, niet zal worden vol
daan. Voorstellen tot wijziging en aanvulling van het Bezoldigingsbesluit zijn
aan de Raad van State toegezonden, zodat, naar mag worden verwacht, tz.t.
de invoering van een nieuwe rang, die van hoofdarchivist A, kan worden
tegemoet gezien.
Men kan het uitblijven van een beter resultaat betreuren, maar dan diene
men zicht toch allereerst af te vragen, of er, gezien de omstandigheden, geen
redenen aanwezig zijn om, voorlopig, tevreden te zijn met het thans bereikte.
Ik herhaal voorlopig. Eerst toch moet de verschijning van een nieuwe
archiefwet worden afgewacht. In deze wet dienen de eisen voor een behoor
lijke vooropleiding te worden opgenomen (diploma EI.B.S.-5 j.c. of Gymna
sium), terwijl bovendien de exameneisen voor het diploma wetenschappelijk
archiefambtenaar tweede klasse zodanig moeten worden gewijzigd, dat een
gedocumenteerd voorstel tot de Regering kan worden gericht, waarin een her
waardering van de meest verdienstelijke archiefambtenaren der tweede klasse
kan worden bepleit, door opneming in schaal 127."
Dit verslag geeft geen aanleiding tot discussie.
Nadat de rekening en verantwoording was goedgekeurd, werd de pen
ningmeester door de vergadering gedechargeerd.
In de vacatures van voorzitter en secretaris werd voorzien door de be
noeming van mr G. J. ter Kuile als voorzitter en de heer F. H. C. Weytens
als secretaris-penningmeester. Tot vertegenwoordiger en plv. vertegenwoor
diger van de afdeling in de Verenigingsraad van de Centrale van Hogere
Rijksambtenaren werden resp. dr A. J. van de Ven en de heer Weytens
aangewezen, terwijl aan mej. mr E. C. M. Prins de vertegenwoordiging in
het bestuur van de Vereniging van Archivarissen werd opgedragen.
Nadat bij de rondvraag geen der aanwezige leden iets had op te merken,
werd de vergadering gesloten.
AFDELING VAN GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEFAMBTENAREN.
Verslag van de eenendertigste afdelingsvergadering op 20 Sept. 1952 te
Leiden.
Te 11 uur opent mr H. C. Hazewinkel de vergadering, welke blijkens de
presentielijst wordt bijgewoond door 32 leden. In zijn jaarverslag laat de
voorzitter eerst enkele personalia de revue passeren, mededelend, dat de
heer J. Das benoemd is tot archivaris van Ede, dat de heer C. Th. Lohmann
een opdracht mocht aanvaarden tot inventarisatie der archieven van Geer-
truidenberg en Teteringen, terwijl de heer C. D. Goudappel is bevorderd tot
de rang van archivist-A. Vervolgens brengt hij verblijdend nieuws over betere
13
archiefbewaring te Harderwijk, Wijk-bij-Duurstede en Geertruidenberg; over
het aanstaande nieuwe archiefdepöt in Delft, alsmede over de moderne
outillage van het fotografische atelier aan het gemeente-archief te Amsterdam.
Het gemeente-archief van Rotterdam is inmiddels' op de eerste etage ook
van nieuwe stalen archiefrekken voorzien; er zijn twee stalen kasten bijgekomen
voor het opbergen van foto's en één dito voor de fiches-cataloog der prent
verzameling, terwijl de binderij de langgewenste en hoognodige uitbreiding
gekregen heeft. Hierna brengt de voorzitter namens de afdeling de hartelijke
gelukwensen over aan de heer S. Hart, aan wie door Curatoren van het
Wagner College te New-York het eredoctoraat in de letteren is verleend.
Tenslotte houdt mr Hazewinkel een interessante beschouwing over de
hem na aan het hart liggende topografische verzameling van de stad
Rotterdam (zie p. 14 vlg.).
Op de notulen der jaarvergadering-1951 worden geen aanmerkingen ge
maakt. Door de kascommissie, bestaande uit de heer W. van Hoboken
en mej. mr A. J. Versprille, wordt het beheer van de penningmeester in orde
bevonden, waarna deze wordt gedechargeerd. De heer S. Hart brengt dan
rapport uit als vertegenwoordiger van de afdeling in de Centrale van Hogere
Gemeente-ambtenaren: de aanhangig gemaakte salariszaken zijn nog lopende.
Als volgend punt vermeldt de agenda de verkiezing van een nieuw be
stuurslid in verband met het reglementaire aftreden van de heer H. J. A. M.
Schurink. Bij acclamatie wordt de heer C. D. Goudappel tot diens opvolger
gekozen, terwijl mej. dr G. H. Kurtz, eveneens bij acclamatie, door de ver
gadering als plaatsvervangend bestuurslid wordt aangewezen. De voorzitter
richt een woord van dank tot de scheidende secretaris.
Bij de rondvraag krijgt eerst mr J. Beyerman het woord, die informeert
of iemand van de aanwezige archivarissen ook registers van de Burgerlijke
Stand onder zijn beheer heeft, hetgeen nergens het geval blijkt te zijn. De
heer S. Hart geeft voorts als zijn mening te kennen, dat hij de toelage van
f 25, welke de afdeling van de Vereniging ontvangt, te laag acht. Alle leden
zijn het hiermee eens, men zal pogen de bijdrage verhoogd te krijgen. Ten
slotte brengt de heer P. Scherft de salariëring der gemeente-archiefambte
naren ter sprake; gaarne zou hij de ingekomen antwoorden op de onlangs
gehouden enquête ergens gepubliceerd zien. De heer J. Taal stelt voor
dit in het Archievenblad te doen, doch de vergadering acht het beter de be
doelde salarisoverzichten gestencild aan de leden toe te zenden. Wanneer
ieder lid geregeld de mutaties aan de secretaris opgeeft, blijft men volkomen
op de hoogte van de stand van zaken. Nadat de heer S. Hart nog eens de
werkzaamheid van de Centrale inzake de behartiging van de materiële be
langen der leden heeft toegelicht, sluit de voorzitter tegen 12 uur de geani
meerde bijeenkomst.
Nieuwe leden. Als lid is door het Bestuur aangenomen de heer A. J. J. H.
Tops, archivaris der gemeente Eindhoven.