TOESPRAAK VAN DEN VOORZITTER 7 6 hij hoopt in de loop van het jaar goed nieuws over de archiefschool te kun nen melden. Mr Beyerman herinnert er aan, dat hij enige tijd geleden samen met mr Van 't Hoff begonnen is een overzicht samen te stellen van de aanwezige topografisch-historische atlassen en vraagt of de vergadering voortzetting van dit werk op prijs stelt. Nadat ook mej. Beydals en mr. Van t Hoff over dit punt het woord hebben gevoerd, concludeert de voorzitter, dat het initia tief is toe te juichen, maar dat het aanbeveling verdient contact op te nemen met de Kon. Ned. Oudheidkundige Bond en het Kon. Oudheidkundig Ge nootschap. Tenslotte stelt de voorzitter voor de volgende voorjaarsvergadering te houden in Arnhem, aangezien verwacht wordt dat dan de inrichting van de bunker te Schaarsbergen voltooid zal zijn en de Vereniging deze dan zal kun nen bezichtigen. Mocht dit niet het geval zijn, dan verzoekt hij de vaststelling van de plaats aan het bestuur over te laten. De vergadering stemt hiermee in. Daarna sluit de voorzitter om 16 uur de vergadering. De leden begaven zich vervolgens per autobus naar het kasteel Rechteren te Dalfsen, waar zij door graaf en gravin Van Rechteren Limpurg gastvrij werden ontvangen en in staat gesteld het fraaie kasteel te bezichtigen. Dames en Heren. Zoals ons huishoudelijk reglement het wil, neem ik in deze onze 62e Al gemene Vergadering het woord om verslag uit te brengen over de, zeker niet onbelangrijke, lotgevallen van onze Vereniging in het juist drie weken ge leden afgesloten verenigingsjaar. Ik doe dit echter niet zonder enige schroom wanneer ik terug zie op ons laatste samenzijn ter gelegenheid van de her denking van het 60-jarig bestaan. Want in deze bijeenkomst heeft, het kon niet anders, mijn stem veel en lang geklonken en aan de leden is het niet mogelijk geweest in die bijeenkomst het woord te voeren. Ditmaal is nu de beurt aan U en gij begrijpt, dat ik een ogenblik aarzel nu ik alweer Uw aan dacht vraag. Maar ik beloof U dat ik het kort zal maken. Al wordt het door gaans op prijs gesteld wanneer de voorzitter in zijn verslag een of ander algemeen archiefonderwerp behandelt en belicht, dit jaar zal ik mij daarvan zorgvuldig onthouden. Er moet vanmiddag voor de leden alle gelegenheid zijn te spreken en daarom zal ik mij, ik vertrouw met Uw instemming, beperken tot een simpel jaarverslag. Twee feiten springen, wanneer wij ons laatste verenigingsjaar overzien, onmiddellijk in het oog, n.l. de indiening van onze ontwerpwet op de overheids archieven op 23 Januari en de viering van het 60-jarig bestaan op 16 Juni. Aan de indiening van het wetsontwerp was, gij weet het allen, veel werk vooraf gegaan. De commissie-Panhuysen heeft het ontwerp met grote be kwaamheid en ijver in tal van vergaderingen ontworpen en op 22 November 1950 is het in de buitengewone vergadering te Utrecht besproken. Dat daarbij 62 leden aanwezig waren doet wel blijken, dat in ruime kring het grote be lang van het onderwerp werd beseft. Tenslotte is na een nuttige en vrucht bare discussie van meer dan zes uren een ontwerp vastgesteld, dat de over- grote meerderheid onzer ten volle kan voldoen. Daarna is het, zoals de be doeling was, wet-technisch getoetst door mr W. F. Fruin, die er op stond dit moeilijke werk uit piëteit voor de nagedachtenis van zijn vader, de ont werper van de Archiefwet-1918, geheel belangeloos te verrichten. De door hem voorgestelde wijzigingen, waardoor natuurlijk de materiële inhoud van de door ons goedgekeurde bepalingen in geen enkel opzicht werd aangetast, waren even zovele verbeteringen. Zo kon het ontwerp op 23 Januari aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen worden aangeboden. Uit de eigen mond van de Staatssecretaris hebben wij op 16 Juni vernomen, dat ons initiatief door het Departement op prijs is gesteld. Het wetsontwerp is er onmiddellijk in studie genomen en reeds is een bespreking gehouden door de heren van de afdeling Oudheidkunde en Natuurbescherming, waarbij de Algemene Rijksarchivaris ambtelijk en ik als vertegenwoordiger der Ver eniging aanwezig waren. Deze bespreking, die nog door een of meer gevolgd zal moeten worden, had een gunstig verloop. Wij moeten hopen, dat het den heer Kuipers, chef der afdeling, die het archiefwezen zulk een warm hart toedraagt, gegeven zal zijn het ontwerp gereed te maken voor indiening bij de Staten-Generaal. En wel binnenkort, want de heer Kuipers nadert de pensioen gerechtigde leeftijd. Wel hebben de woorden van de Staatssecretaris, althans bij mij, de indruk gevestigd dat indiening in een zeer nabije toekomst niet te verwachten is, maar wij hebben er uit kunnen beluisteren, dat het de be doeling van Z. E. is ten volle mede te werken om de nieuwe wet, zo spoedig dit technisch uitvoerbaar is, tot het Staatsblad te brengen. In het algemeen mogen wij dus niet ontevreden zijn en wij kunnen, meen ik. met voldoening terugzien op het werk, dat onze Vereniging in het laatste jaar heeft tot stand gebracht. De herdenking van het zestigjarig bestaan is zeer geslaagd en was begun stigd door het fraaie weder, dat zo dikwijls de bijeenkomsten onzer Vereniging opluistert. Voor de ontvangst van het gemeentebestuur van 's-Gravenhage zijn wij dankbaar geweest en groot was onze erkentelijkheid tegenover een twintigtal bestuursleden en oud-bestuursleden, die bij monde van mr B. van t Hoff der Vereniging tijdens de lunch de fraaie voorzittershamer, die thans voor mij ligt, hebben aangeboden. De plechtigheid in de stemmige Rolzaal was, naar ik geloof, waardig en feestelijk. Ik heb een herdenkingsrede uit gesproken en de middag ontleende haar betekenis aan de voor het archief wezen en zijn dienaren zo waarderende woorden, die de Staatssecretaris sprak, aan de toespraak van de vertegenwoordiger van de Ned. Vereniging van Bibliothecarissen, die zo bijzonder op prijs werd gesteld, en vooral aan de hoogst belangrijke rede, waarop de Algemene Rijksarchivaris ons tenslotte vergastte. Een thee in de De Lairessezaal en een geanimeerde feestmaaltijd in de Witte besloten de geslaagde dag. Meer dan 90 onzer leden, verscheidene vergezeld door hun echtgenoten, hebben aan een of meer der gebeurtenissen van de 16e Juni deelgenomen. Uw Bestuur is in het afgelopen jaar driemalen bijeen geweest. Het heeft zich, zoals vanzelf spreekt, ernstig beziggehouden met de punten, die op de Algemene Vergadering te Breda het vorige jaar ter sprake waren gekomen. Wat de archiefschool betreft, hierover en over de archiefopleiding in het algemeen, heeft op het Departement een bespreking plaats gehad tussen de

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1951 | | pagina 7