5 *«bes de vef??n' - daVde wt„"? Hm'rde,kTen H« """kt S behoefTSr»,^^,:1sterke mate hebb° ta er zes^n !aa dt T° T °°9 Momenteel 38 "'D^eïfdthSt arChief bij T£rdere bestuderin9 geëlimineerd konden worden Dezelfde bezwaren meen ik te mogen koesteren tegen de afdelinq Huis- K1 dh9 i" Secret_fne onder de administratieve bescheiden. Zelfs de 6 delen deels kkTdk11^311 secretaris" kunnen mij moeilijk overtuigen, nu zij groten deels kladkohieren van de personele lasten blijken te zijn. Misschien vraagt men zich af, waarom al deze vraqen? Kritiek od een inventaris is noodzakelijk steriel, daar een tweede druk ondenkbaar is Het met meer bestond en vele jonge archivisten de glorietijd van Fruin Feith en Muller slechts uit overlevering kenden. Maar hij wapperde alk bezwaren weg met een: „U heeft een grote traditie"! Zo is het welbeschouwd ook Als wij erin kunnen slagen om het „model" nog fijner te sfaZ grote indrukwekkende uniformiteit worden bereikt. De hier besproken inven" tans leverde als goed doordacht werk tot dit doel een positSe bi'drlge M. P. VAN BUIJTENEN. Dt H. van Eeghen, Archieven der besturen, gevormd door de Waalse Gemeente in Amsterdam tot 1943. Amsterdam, 1951 neDC Y*?** iemeenten in Nederland zijn in oorsprong vluchtelingenkerken te Dordrecht ^n 578 T nde lid™atea van de Gereformeerde kerken. Toen e uordrecnt in 1578 de eerste nationale synode bijeenkwam, trof men daar hel edict van Nantes in 1685 „aren het, behoudens een enkele „itoSrta," de steden die de overgrote meerderheid van réfugiés tot zich trokken En af zestien, maar m vele plaatsen is een vacature. Verschillende Waalse gemeenten zijn in den loop der tijden opgegaan in de Hervormd*Gemeenten vL kaXnreerdie1,deeWti9ld Pla3tSen' °P de v«aad-ing wegXtrooSe "m^V^F6 fgemeenten is de Amsterdamse verre- vorm 1 9 en heeft Van de archieven der besturen qe- md door deze gemeente, een inventaris gemaakt. In zeven afdelingen heeft onderJfdA AA matenaaI verdeeld en verschillende tellen weer meerdere onde^ dehugen. Met name was dit zeer noodzakelijk bij de archieven van archie van K I Consistoil-e (d^ acta beginnen in 1585), het hief van Kerkmeesters, dat van het consistorie van diakenen en het archief komern9Alenndenire9enrteSSen H°SpiCe WaII°n' in 1631 tot stand 9e' HeTï'qtd en zee6? 93at UitVOeri3e degelijke inleiding vooraf. hoeft men het h f233™ Van df e inIeiding kennis te nemen, ook al be eft men het archief met te raadplegen, vooral omdat, zoals mej. Van 39 Eeghen terecht opmerkt, over de Waalse gemeente in Amsterdam heel weinig geschreven is. Zeer toe te juichen is het, dat in deze inventaris de aanduiding van serieën met letters is geschied (b.v. 1. Acta 1585 16 delen, ni. la^lq, en niet 1 16). Immers, het geldt hier een nog niet afgesloten archief, waarin in de toekomst registers en stukken nog zullen moeten en op deze wijze gemakke lijk kunnen worden opgenomen. En al even goed deed het mij te bemerken, dat bij het maken van de inventaris geen indeling in perioden is gemaakt en het voorschrift voor de ordening van de archieven der Hervormde Kerk dus niet is gevolgd. Een scheiding in tijdperken tot 1650, van 1650 tot 1816, en van 1816 af vindt men in deze inventaris dan ook niet. Volkomen terecht: in de Waalse gemeente te Amsterdam vonden in die jaren geen veranderingen plaats, die zulks zouden hebben gerechtvaardigd. Mej. Van Eeghen heeft door het ordenen en beschrijven van dit belangrijke archief zij kwam er in 1943 mee gereed een arbeid verricht, die niet altijd even gemakkelijk is geweest, zoals uit de Inleiding blijkt, maar als resul taat toch had een voortreffelijke inventaris, die grote lof verdient. Met dit werk en de verschijning in druk mogen wij mej. Van Eeghen oprecht geluk wensen. A. VAN DER POEST CLEMENT. Ph. G. G. van Hinsbergen, Index van persoons- en plaatsnamen (op de Inventaris van het archief van het kapittel ten Dom te Utrecht door dr K. Heeringa (f)). Ministerie van O., K. en W., 's-Gravenhage, 1951. 132 blz. Toen dr K. Heeringa in 1928 de inventaris van het archief van het Utrechtse domkapittel het licht deed zien, werd deze niet alleen niet door een regesten- lijst gevolgd, maar ook een alfabetische index die, gezien de aard van deze inventaris, zeer op zijn plaats zou zijn geweest, bleef achterwege. Terwijl de regestenlijst zich nog wachten laat, is de index, van de hand van den onlangs afgetreden hoofdarchivist van het Utrechtse rijksarchief, thans in druk ver schenen; hierdoor is de lijvige en belangrijke inventaris eerst recht bruikbaar gemaakt. Wij mogen er den heer Van Hinsbergen, die hiermede zijn langjarige ambtelijke loopbaan bij dit archief op gelukkige wijze besloot, ongetwijfeld mee gelukwensen; hij heeft ons een degelijk werkstuk nagelaten. Hetgeen mij bij deze index het meest heeft bevredigd is de uitvoerigheid der wijzigingen. Afwijkende schrijfwijzen van kennelijk eenzelfde vorm zijn tussen haakjes er achter geplaatst; zij zijn in de enumeratie te vinden en ver wijzen dan naar de normatieve naam. Een enkele maal echter heeft zijn systeem den bewerker parten gespeeld: door plaatsnamen en daarvan afge leide eigennamen bijeen te stellen krijgt men soms (bij: Axel-Axelius in 2e kol. van p. 24, wel heel erg) minder aantrekkelijke consequenties, die te ver mijden geweest waren wanneer plaats- en daarvan afgeleide persoonsnamen afzonderlijk waren gesteld. Want waarom de eerste niet gecursiveerd, zoals de eerste editie der Regels aangaf en de tweede althans expressis verbis niet verbiedt? Ook heeft de bewerker niet altijd de hand gehouden aan de norm der middeleeuwse alfabetisering: Philip staat onder P. i.p.v. F. Schrijfwijzen als Lucques (p. 70) en Perusia (p. 82) kunnen hem echter niet worden ver weten, daar de bewerker van de inventaris hen zo had opgenomen; hetzelfde

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1951 | | pagina 23