SSSSs-i- sBSHS&ggS&m Ksts.s~£ïs£S-3Sr '20ïLÏÏdt„dlTnS.d1redrV°C?" 1949 ve«ch£ h" F™i"— 34 E. C. M. PRINS. HET ZWITSERSE BON DS BRIE VENARCHIEF toegezonden HetT' °nZen facteur ter aankondiging werd dTn vanüotXtS melding van de motivering voor de samenstelling; bovendien ontwiero hii de Drentse provincievlaq. Welverdiende hnM» u' ontwlerP hli jubilaris bijzonder wèl passend kleed het slöltrtikelT 9 f** op schatvinders en oudheidkundigen 9£eStlge Sui generis en tot nog toe weinig genealoqisch is Orde van V Jan a lj Dlaazilden- L Naast officiële berichten van het Kapittel der Orde en ZtlT-7- let»Tabied VM 9-chiedenis en werkzaamheid van de Orde bericht K W°rden °°k personalia van leden opgenomen (familie Maa"r, 19«'™ 1™8 trad,?»?™.'"" nWa'J*^hSmoTT^H T uitgave van het Faa.iheareh.ef «aggea (gesJciU, 2.' 1 m no t d 1 1 lnteresseert ons vooral daarom, omdat er niet minder dan 21 gevoegd St met"f ™n bda°8riik>«« oorkonden aan toe- ..anssÏipSs verStgUet0el'9e "esCMover h„„ betekenis en „et De Zwitserse verbondsbrieven (oudste van 12911 en de FreiTe.it k c waarvan de oudste, voor Uri, van 1231 dagteken,, fott Stl 7„„ Cdltecten van de oude kantons Schwyz, Uri, Unterwalden, Luzern en Zug voor een nieuw archiefgebouw, aangezien de oude toren vochtia en gïend WaS' °ntWrp Va" J°Seph BeeIer werd de prijs toe- Op 2 Augustus 1936 werd het nieuwe gebouw ingewijd. In plechtiqe optocht .n tegenwoordtgheid va» de hoogste wereldlijke en glestellfke geraghetbt 35 werd de Bondsbrief van 1291, waarin Uri, Schwyz en Unterwalden zich verbonden, naar het nieuwe gebouw overgebracht, waar hij in een metalen kast in het midden van de grote hal is opgesteld. Aan de ene zijde van de wand zijn in staande vitrines de met bijzonder goed geconserveerde zegels voorziene verdere verbonds- en vrijheidsbrieven geplaatst, aan de andere zijde de oude vanen der Zwitserse kantons, die ten dele vermoedelijk al uit de 13de eeuw stammen. Achter het hoofdgebouw is het Staatsarchief van Schwyz ondergebracht, dat echter van het Bundesbriefarchief geheel afgescheiden is. VAN SCHILFGAARDE. EEN DUITSE WET TOT BESCHERMING VAN „ARCHIVGUT". Der Archivar van Nov. 1951 brengt het ontwerp van een „Gesetz zum Schutz für Archivgut", dat op de Duitse Archivtag, in Sept. 1951 te Marburg gehouden, werd aangenomen. Deze zal aan de regeringen der Landen als voorbeeld worden aangeboden. Een beknopt overzicht moge hier volgen. Art. 1 verklaart dat onder de wet vallen oorkonden, zegels, ambtelijke registers, rekeningen, bedrijfscorrespondentie en -boeken, kaarten en platte gronden, die bronnen voor wetenschappelijke publicaties kunnen zijn. Op den eigenaar rust de plicht van behoorlijke bewaring en beheer hiervan. Het Archivgut geniet de bescherming van den Staat; daarvoor dient naast de archiefzorg van den Staat het in art. 6 te noemen Landesamt. Art. 2 omschrijft de doeleinden van deze zorg: adviseren van de bezitters over waarde, bewa- ring, beheer enz. hunner archieven; indien de middelen der eigenaars niet toereikend zijn, hun steun van zakelijke of persoonlijke aard te verlenen; het opstellen van een overzicht der aanwezige archieven en hun inhoud. Art. 3 laat de beslissing over de „Benutzung bezw. Auswertung" van het Archivgut „im Einzelfall" bij de eigenaars. Verandering in de bewaarplaats moet de eigenaar volgens art. 4 schriftelijk aan het Landesamt mededelen, evenals ver anderingen tengevolge van erfelijke deling. Bij vervreemding zal het Landes amt bij Archivgut van zeer bijzondere betekenis het voorkoopsrecht hebben. Art. 5 bepaalt dat ingeval behoorlijke bewaring en beheer gevaar lopen, het Landesamt na drie maal herhaalde maning met tweederde meerderheid de be waring elders kan laten plaats hebben. Art. 6 meldt de samenstelling van het Landesamt: de leider van het archiefbeheer van het betreffende land, een stadsarchivaris ,,des hoheren Dienstes", een vertegenwoordiger der protestant se en der katholieke kerk, een vertegenwoordiger der particuliere archief- bezitters, een door de Kamers van koophandel gekozen vertegenwoordiger en een door de Hist. Commissie aangewezene. Het Landesamt kiest zijn voor zitter, die niet uit de landsarchiefdienst mag voortkomen; de administratie echter ligt bij deze dienst. Tegen beslissing van het college opent art. 7 be roep op het ministerie en staat de weg in rechte open. Strafbepalingen (art. 8) worden aan den wetgever overgelaten. U.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1951 | | pagina 21