30
31
in de provincie nationale in het Algemeen Rijksarchief. Maar het Econo
misch Historisch Archief is er nu eenmaal en, hoezeer beperkt in ruimte en
outillage, wel de aangewezen instelling voor de bewaring van particuliere
bedrijfsarchieven Toch zou het bezwaarlijk kunnen zijn dit Archief hiervoor
steeds en bij uitsluiting te bestemmen. Locale belangen en behoeften hebben
nel h TX ten Z0erSte wenseliJ'k is het oi- dat bij voorkomende
gelegenheden door beide partijen hierover in overleg worde getreden, opdat
de zaak naar beste inzicht en wederzijds genoegen worde geregeld.
Problemen als hiervoor vermeld doen zich niet voor bij het streven van
ret Nederlands Agronomisch-Historisch Instituut de bouwboeken, bedrijfs-
boekhoudingen, familiepapieren van landbouwers in veiligheid te brenqen. Het
ligt nl niet in de bedoeling deze bescheiden in een eigen depót te bewaren-
et bestuur is van mening dat deze documenten, in overleg met de schenkers'
behoren te worden overgedragen aan de rijksarchiefbewaarplaats in de pro
vincie, waarop de stukken betrekking hebben. Onze archiefdiensten zullen hier
aan zonder voorbehoud hun medewerking kunnen en willen verlenen.
KRONIEK VAN GENEALOGISCHE TIJDSCHRIFTEN.
I04oe2!iet mei? de NederIandse genealogische litteratuur van de jaren 1948 en
949, dan valt er, naast een zekere gelijksoortigheid over de gehele linie toch
een onmiskenbare verscheidenheid op te merken.
h/n 31 ÓiZv y.akbladen vindt men: genealogieën en fragment-genealogieën
bronnenpubhcaties, soms in den vorm van volledige afschriften van bepaalde
bXikL handschnften - afzonderlijke vermelding verdienen hierbij de
stoS' M, °ude ^milie-aantekeningen soms in den vorm van
sprokkels (alleen opgenomen: de gegevens omtrent personen, in wie de
inzender belang stelt), bijdragen van heraldischen aard, een rubriek vragen
(en antwoorden) en een rubriek: inhoud van tijdschriften (litteratuurkroniek)
en boekbespreking. Daarnaast echter geeft elk tijdschrift iets eigens, zij het
door het gehalte van het gebodene, zij het door de toevoeging van een ru
briek, welke men in geen der andere aantreft.
De Nederlandsche Leeuw onderscheidt zich van de andere bladen voor
namelijk door de qualiteit van zijn inhoud: een artikel als dat van dr P. G F
ermast over „De Heeren van Goye", uitgegroeid tot een studie over de
middekeuwse politieke geschiedenis van Utrecht, bijdragen als die van dr
J. C. Mans van Sandelingenambacht, „Nazaten van de Dynasten van Blois"
waarin op scherpzinnige wijze de echte kern van een afstammingsoverleverinq
werd opengelegd, en als die van dr J. E. Elias over de Amsterdamse en Boden
sche sch t a eel StUkje familie9eschiedenis, dat een cultuurhistori
sche schets is geworden, brengen dit Maandblad op een peil, dat aeen der
X Xe t-Hrl<HfX berfikt Sommi9e min of meer vaste medewerkers geven
stad zolS H r9wea 912611 Va£n geslachten uit bepaalde provincie of
d' zo mi" L. Hommes van families uit Stad en Lande, kolonel J. P de
Man van Bredase, en mr H. Kronenberg en Jhr H. H. Röell van Deventer
gesac ten. Afzonderlijke vermelding verdient nog het artikel van den heer
u u. Usinga De oorsprong van het Bildtsche Wassenaar-wapen", welks
belangwekkende inhoud in jaargang 1950 is bevestigd door nadere berichten
van verscheidene leden van het Kon. Ned. Genootschap voor Geslacht- en
Wapenkunde. De archivaris herkent bij de namen der auteurs van artikels in
„De Nederlandsche Leeuw" verscheidene vakgenoten.
N ederlandsch Archief voor Genealogie en Heraldiek biedt, naast de boven-
opgesomde, een alleraardigste rubriek -enig in de rij van genealogische tijd
schriften over leden van buitenlandse adellijke geslachten, die in Neder
land of Nederlands-Indië zijn geïmmigreerd, van de hand van den heer W.
Geering. Het artikel van mr W. de Vries ,,De herkomst van het geslacht Ra-
husen" met zijn belangwekkende gegevens over de emigratie van doopsge
zinden uit Zwitserland, de lezenswaardige en actuele genealogie van „Het
geslacht De Bourbon-Naundorff", door mr J. G. Huyser, de geestige en
boeiende stukjes van mr J. Kunst (bv. De descendentie van Karei den Groote;
Genealogie in China), de koddige berichten van den heer O. W. D. Wappler1)
mogen hier niet onvermeld blijven.
Juist omdat dit blad in het algemeen voortreffelijk is geredigeerd, storen
daarin een paar kleine redactionele onvolkomenheden: bij het artikel van den
heer H. A. de Reiger „Genealogische en Heraldische bronnen in binnen- en
buitenland na wereld:oorlog-2" (1948, p. 85) past de titel niet op den inhoud
(verliezen van archieven en bibliotheken in den afgelopen oorlog); in een
titel als Stadermann's „Een blad met familie-aanteekeningen"(1948, p. 210)
is het altijd gewenst den naam dier familie (hier: Smijtegelt) te vermelden.
Terecht onthield de Redactie haar lezers niet het navrante bericht, dat de
Russen, die in Mei 1946 de uitgeverij Starke te Görlitz bezetten, de gehele
voorraad van 350.000 heraldische werken en alle millioenen wapen- en ge
slachtskundige gegevens op kaartsysteem lieten vernietigen en verbranden.
Met ingang van 1950 is Nededandsch Archief voor Genealogie en Heraldiek
samengesmolten met De Navorscher. Het nieuwe blad, dat in 1950, als jaar
gang 92, driemaal uitkwam, staat onder redactie van mr J. Belonje en den
heer H. L. Kruimel en wordt uitgegeven door de N.V. van Gorcum en Comp.
te Assen. De vervolg-artikels van beide oorspronkelijke periodieken worden
er in voortgezet: Kruimel's „Inbrengregisters van de Weeskamer te Amster
dam", Hommes' genealogie „Swartwolt". De Redactie nam uit het oorlogs
blad Sibbe een gedachte over, welke destijds in de gehele genealogische wereld
opgang bleek te maken: zo mogelijk zal in elk nummer een kwartierstaat van
een bekend Nederlander worden opgenomen. Reeds verschenen die van Jan
Veth en Eduard Verkade. Lezenswaardige berichten over een grafzerk (van
I engnagell te Laag-Elten), een buitenplaats (Keukenhof) brengen prettige
afwisseling. Het blad wordt geheel op kunstdrukpapier gedrukt, zodat de
afbeeldingen tussen den tekst kunnen worden geplaatst; de uitgevers maken
kennelijk gebruik van bij hen uit anderen hoofde aanwezige clichés (het
Huis Buckhorst uit Ter Kuile's „Zalk en Veekaten"; wapens uit „De Ridder
schap van Drenthe enz.). Het blad maakt in dezen nieuwen vorm een uit
stekenden indruk en zal zeker zijn plaats in de rij met ere innemen.
In Gens Nostra, Maandblad van de Nederlandsche Genealogische Vereeni-
In Haïti werd ten tijde van het koningschap van den negergeneraal Henri
Christophe (18111820) een adelstand geschapen, waartoe de marquis de Limo
nade en de comte de Marmelade behoorden.