:rmjx tr BdS b'i Ir aankocht, nZZZZs vZgTZ r Zu"e°' 9eKke"d d°™ de A'"he»s« b,XT4. zzziZ'/izzZi s t ZyJ°), ZZtzuZ'T9 he'"/e;"°™d T™ bibliotheken. zegt'Z sZdT'bSbC°ng"3a" ZlZZlcZmzZe const»"' "in fóWkZ'Ze 24 3LXny tToZTmoT' T "ld3ame W^s.indischtt paska," in Ifins J 1 ,1650)' °p perkament gedrukt, en de prachtige olobe 25 rven" in 1624/25 t„ 75 Baudartius historische werk, de „Memo van üstende (16131 D I P' 9 T ui b°CkjeS °Ver de belegering i aU 1 ori,um der Latijnse school uitgesproken. Niet zonder historisch be vea) Z iï °°k i' merkwaardige„Tris.la" (eerst la e 6e eeuwse Zutfense gerichtsschrijver en rector Hendrick Ver De w te9Xeen' Waarin zi'n lotgevallen in 1572 en volgende jaren beschrijft De werken van Pontanus en Slichtenhorst over de geschiedend van SS HelTedVaB°UhdSl-mide aanWe2i9' en °°k de kronieken van Beka en eda (ed. Buchehus) zullen wel tot de oude bestanddelen behoren Het in 1638 verkregen werkje betreffende de graven en hertogen van Geïre ontbreeH in het boel van Po",a""s- Kaarten, in het bijzonder van Zutfen en Gelderland, maar ook van andere m 1608 van de kaartmaker Arnoldus Florentius a Langren voor 60 c!oHs guldens verworven, nu een uniek stnk- uit A i- v-aroius Museum. e verzamelmg van het Stedelijk a Enkele jaren later oordeelden Gedeputeerden van het kwartier i g' 3 en te Van het APPellationsgericht voor het graafschap Zutfen 30) J. Lomeyer, De bibliothecis (Amsterdam, 1680), p 301 J1) Mem. en Res. 1610 Sept. 1. „seeckere Bibliotheque werde angestelt"; aan de hoofdstad werd een bedrag van 200 Carolusgulden beschikbaar gesteld om aankopen te doen, omdat hier toe „albereits bij de magistraat der stadt Zutphen eenen goeden anvanck ge- maeckt" is.32) Kort te voren had de stad, „tot augmentatie derselver biblio- theeck", door een van haar secretarissen voor 50 Car. gulden juridische wer ken te Keulen laten aankopen. Een van deze folianten33) vermeldt nog op het titelblad: „emptus in usum civitatis et reipublicae Zutphaniensis Coloniae Ao. 1614. Constat 12 Colsche dalier". Veelal dragen trouwens de nog aanwezig werken als ex-libris de mede deling: „liber bibliothecae Zutphaniensis" of „libér civitatis"; soms ook wordt er een sprekend ingevoerd: „sum liber Zutphaniae". In verscheidene zijn het jaar van aankoop en de prijs opgetekend, of ook wel uit wiens bezit of nalatenschap ze zijn verworven. De rechtsgeleerde afdeling werd systematisch aangevuld. Een fraaie Frobenius-uitgave van Bartolus' Commentaria3"1) ver wierf de stad in 1618 van schepen Hendrick van Hell, die in dat jaar, als afgevaardigde naar de Synode van Dordt, overleed, en een groot aantal an dere werken werd aangekocht uit de nalatenschap van de in 1615 overleden raadsvriend Cerardus Lansinck; deze laatste alle in bruin leren stempelbanden met de titels geschreven op de koperen klampen. Zodoende vormde het stads bestuur een uitstekende collectie juridische werken van omstreeks 150 delen, die nog in haar geheel aanwezig is, maar die sedert de opheffing van het Appellationsgericht in 1676 niet meer de belangstelling heeft gehad, die zij verdient.33) Buitengewoon groot is het aantal aan de magistraat opgedragen academische proefschriften en theses geweest. Het was de gewoonte, dat de uit Zutfen afkomstige academici van hun gedrukte prestaties een exemplaar aan de stad schonken, en in 't bijzonder werd dit natuurlijk verwacht van de studenten, die een zg. doctorale prebende, een studiebeurs van de stad hadden ontvangen. Van al die geschriften is maar een klein gedeelte bewaard; en evenzo staat het helaas met de Deventer almanakken die men van ouds her ieder jaar van de drukkers uit die stad ontving, vóór in 1721 de eerste Zutfense almanak werd gedrukt, Hoewel de stad in de loop der eeuwen verscheidene medici van naam als stadsartsen in haar dienst heeft gehad, berusten er geen oude geneeskundige werken in haar boekerij, zelfs niet eens de zeldzame, door de uit Kampen afkomstige Zutfense schepen en medicus Henric van Bra in 1616 uitge geven verhandeling in twee delen „De curandis venenis". Het in 1600 door ds Baudartius voor de magistraat vertaalde werkje van Lavater „De peste", mogen we onder de medische werken nauwelijks rangschikken; het is trouwens ook uit de bibliotheek verdwenen. Van de voorafgaande categorieën van werken kunnen we aannemen, dat 32) Kwartiersreces 1614 Mei 7. 3S) Andr. Tiraquellus, Opera Omnia (Francof. a. M., 1597). 34) Bartolus de Saxoferrato, Commentaria (Basileae, 1562). 3o) Blijkens het Boek van Recepissen (Inv. no. 597) van uit de kanselarij ge lichte stukken over de jaren 17521818 werden in dit tijdsverloop éénmaal enkele juridische werken uit de bibliotheek in bruikleen gegeven!

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1951 | | pagina 16