8
9
in het algemeen niet al te best gesteld is. Immers hangt die opleiding sinds
de opheffing van de archiefschool eigenlijk in de lucht. De praktische vakken
kan men op een archief onder de leiding van een deskundige archivaris leren.
Voor de theoretische vakken is de leerling echter aangewezen op oude dicta
ten en aanwijzingen van de examinatoren. Hoe langer deze toestand duurt,
hoe moeilijker het is voor de a.s. archivisten de examenstof te verzamelen.
Het zou bijzonder verheugend zijn, indien de cursus voor bedrijf sarchivisten
een eerste stap was op de weg naar een betere regeling van de opleiding van
de archivisten in het algemeen. Ten aanzien van de wetenschappelijke archief
ambtenaren moet natuurlijk rekening worden gehouden met het rapport van
de Staatscommissie Hoger Onderwijs, waairvan de heer Van der Gouw in het
Archievenblad1) een overzicht heeft gegeven. Het komt mij voor, dat aldus
het vraagstuk van de opleiding niet alleen van de bedrijfsarchivisten, maar
van de archivisten in het algemeen actueel is geworden. Voor onze vereniging
kan het een dankbare taak zijn hierbij de te volgen weg aan te wijzen.
Onze jaarvergadering, door niet minder dan 75 leden bezocht, werd in de
Raadzaal te Amsterdam gehouden en was gewijd aan de besprekingen van
de door de commissie-Panhuysen geformuleerde stellingen. U zult zich her
inneren, dat er eigenlijk niet voldoende tijd was om alle stellngen degelijk te
behandelen en dat o.a. het opleidingsvraagstuk niet kon worden afgehandeld
Sindsdien heeft de commissie-Panhuysen niet stil gezeten en onlangs is het
ontwerp voor een nieuwe] archiefwet aan alle leden toegezonden. Het is een
wijs besluit geweest om nu -na de jaarvergadering een afzonderlijke
bijeenkomst te houden ter bespreking van dit ontwerp, dat een mijlpaal in
de geschiedenis van onze vereniging en zelfs in de ontwikkeling van het
archiefwezen in Nederland kan worden. Reeds nu kunnen wij zeggen, dat
men met grote belangstelling van de formulering van het nieuwe ontwerp
heeft kennis genomen. Het spreekt vanzelf, dat dit ontwerp nog niet de defi
nitieve vorm heeft gekregen. Op de komende vergadering, die zo nodig door
meer bijeenkomsten zal worden gevolgd, zal zeker veel ter sprake komen,
dat tot wijzigingen aanleiding geeft. En dan wacht ons nog de taak het
ontwerp in overeenstemming te brengen met de overige wetgeving, iets, waar
voor. wellicht de medewerking van een deskundig jurist of een departements
ambtenaar nodig zal zijn. En tenslotte zal het ook daarna nog wel even duren,
voordat de nieuwe archiefwet in het Staatsblad staat. De geschiedenis van
het tot stand komen van de Archiefwet-1918 is in dit opzicht leerzaam.
Bovendien, het invoeren van de nieuwe wet is niet alleen een kwestie van
formuleren, op de uitvoering in de praktijk komt het aan. Terecht schreef
ar Panhuysen2) dat wanneer de Overheid niet voorziet in de dringende
behoefte aan ruimte, dat dan de gehele archiefwet met of zonder wijziging
een dode letter blijft. Het is niet alleen de taak van onze vereniging een
ideaal-nieuwe wet te ontwerpen. Wij moeten ook de autoriteiten overtuigen,
dat uitvoering van de door ons voorgestelde maatregelen noodzakelijk is.
De voorjaarsvergadering, 20 Mei in Amersfoort gehouden, bood ons ge-
P Ned. Archievenblad 54 (1949/50) p. 61 vlg.
2) Ned. Archievenblad 54 (1949/50) p. 26.
legenheid voor een uitvoerige bezichtiging van die oude stad. De heer Ter
Kuile hield een belangwekkende lezing over de Statenarchieven van Overijsel
en de heer Vader bracht ons op de hoogte van de nieuwste ontwikkeling van
de documentreproductie.
Ik kom tot de personalia.
Nu het Archievenblad, dat dank zij de goede zorgen van onze volijverige
redacteur, dr Unger, weer geregeld en op tijd verschijnt, ons in drie afleve
ringen op de hoogte hield van benoemingen en andere personalia en op de
voorjaarsvergadering reeds mededeling werd gedaan van tevoren plaats vin
dende mutaties, kan ik mij nu tot een korte recapitulatie bepalen. De Algemene
Rijksarchivaris, jhr dr D. P. M. Graswinckel, werd benoemd tot ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw en de oud-rijksarchivaris in Noord-Brabant,
mr J. P. W. A. Smit tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Aan het Algemeen Rijksarchief werd mr Mommers benoemd tot rijks
archivaris van de tweede afdeling. In Leeuwarden werd de heer Visser be
noemd tot chartermeester in vaste dienst en mr Obreen tot hoofdcommies
bij de inspectie der gemeente- en waterschapsarchieven in Friesland.
Mr de Bussy trad wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
af als gemeente-archivaris van Amsterdam, waar hij opgevolgd werd door
mr Oldewelt. In Delft werd in de sinds 1929 bestaande vacature voorzien
door de benoeming van de heer Oosterbaan als gemeente-archivaris en werd
de heer Verburgt als assistent aangesteld. Wij hopen, dat in de komende
jaren in het Prinsenhof of elders een passende behuizing voor het gemeente
archief zal worden gevonden. De heer Arntzenius verliet het gemeente-archief
van 's-jGravenhage met pensioen. Als adjunct-commiezen werden de heren
't Hart en Raadsveld benoemd. De heer Beyerman, die eerst door zijn gang
naar Indië, daarna door ziekte aan zijn werkkring werd ontrukt, is gelukkig
hersteld weer in functie getreden als gemeente-archivaris van Dordrecht. De
heer Wuisman werd benoemd tot assistent aan het gemeente-archief te Breda.
Overleden zijn de heer R. D. Baart de la Faille, de vroegere rijksarchivaris
in Noord-Holland, en mejuffrouw R. Visscher, oud-archivaris der gemeente
Leeuwarden.
Tenslotte breng ik in herinnering de nieuwe rangen voor vele archiefamb-
tenaren in 's Rijks dienst, waarvan in het Archievenblad verslag is gedaan.
Een twaalftal archivisten traden in het afgelopen verenigingsjaar tot onze
vereniging toe; zij telt nu ruim 160 leden en, gaat de stijging in hetzelfde
tempo voort, dan zal het niet lang duren of wij bereiken het getal van 200
Er is voor ons werk genoeg a|an de winkel; het ontwerpen van een nieuwe
archiefwet, het opbouwen van een goede opleiding van de archivisten, de
heruitgave van de Handleiding, de voortzetting van het publiceren van archief-
gidsen, de uitgave van het Archievenblad, het onderhouden van betrekkingen
met het buitenland, het organiseren van onze bijeenkomsten, dit alles samen
stelt het bestuur in de komende jaren voor een mooie, doch zware taak,
waarbij de actieve medewerking van onze leden niet gemist kan worden.
Tenslotte het hoogtepunt van het jaar, dat achter ons ligt en een onvergete
lijke belevenis voor alle deelnemers, het internationale archiefcongres te Parijs.