7
6
Zo ontstond de functionaris, die zich „documentalist" ging noemen en die dus
de drieledige taak had, n.l. het beheer van bibliotheek en archief en het geven
van inlichtingen en het maken van rapporten, de taak van de „documentalist"
in engere zin. Naarmate deze „documentalisten" talrijker werden en hun nuttige
taak omvangrijker ontstond er een vereniging van documentalisten, de „Neder
landse Documentalistenkring", waarvan de heer Dreese voorzitter is, terwijl
daarnaast het „Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur", zich
met deze materie bezig hield.
Ondertussen heeft deze gang van zaken tot enige verwarring geleid. Er
bestaat n.l. grote onzekerheid over de betekenis van de woorden document,
documentatie, documentalist en documenteren. Dit heeft de Studiekring van
documentalisten bewogen tot het instellen van een „definitiecommissie", die
tot taak heeft deze begrippen duidelijker te omschrijven, hetgeen ook tot een
betere taakverdeling kan leiden en tot meer onderling begrip, waar nu mis
verstand heerst. Onze vereniging werd aangezocht in die commissie zitting te
nemen en ik heb als Uw vertegenwoordiger het genoegen gehad enige verga
deringen bij te wonen, en uitvoerige notulen en beschouwingen ter zake door
te lezen. De commissie is nog niet aan het eind van haar taak en het is
allerminst zeker, dat men tot voor allen bevredigende definities zal komen.
Deze zaak heeft ook een praktische kant. Bij de documentalisten en de
mannen van het N.I.D.E.R. is n.l. niet steeds voldoende begrip voor de toch
in wezen verschillende taken, n.l. het beheer van de bibliotheek, waar de
regels van de bibliotheekleer basis moeten zijn, het beheer van het archief,
waar de regels van de archivistiek gevolgd moeten worden, en de taak van
de documentalist in engere zin, n.l. het geven van inlichtingen uit het in de
bibliotheek en het archief verzamelde materiaal, waarbij dan het geven van
litteratuur op de voorgrond staat.1) Nu is er geen bezwaar tegen het ver
enigen van deze drie functies (bibliothecaris, archivist en documentalist in
engere zin) in één persoon. Om economische redenen zal dit zelfs vaak nodig
zijn, vooral bij kleinere bedrijven. Maar wel is het verkeerd, dat beheer van
archief en bibliotheek ondergeschikt worden gemaakt aan eisen van documen
tatie, dat b.v. de oorspronkelijke orde van een archief verstoord wordt
terwille van een documentatie-eis van den dag, waarbij men al dadelijk over
het hoofd ziet, dat dezelfde stukken later voor een ander doel nodig zijn.
Dit alles kwam mij in de gedachten, nu. zowel in onze kring als in de
bedrijven, behoefte gevoeld wordt aan opleiding van deskundige bedrijf s-
archivisten. Het is U bekend dat de heer Bloemen, die sinds enige jaren
archivaris van de Staatsmijnen is, in het vorig jaar een viertal bedrijfsarchi-
visten opleidde. De Algemene Rijksarchivaris, jhr Graswinckel, was voorzitter
van de examencommissie, waarin namens onze vereniging de rijksarchivaris
in Limburg, dr Panhuysen, zitting had. De candidaten slaagden voor het
examen en werden op advies van dr Panhuysen tot onze vereniging toege
laten. Het was duidelijk, dat de Algemene Rijksarchivaris en onze vereniging
D Deze omschrijving komt aldus voor in het verslag van de documentatie-
commissie, ingesteld 15 December 1940 door de Vereniging van Bibliothecarissen;
zie Bibliotheekleven 1944, p. 27.
hierin een begin zagen en dat wij hoopten, dat het voorbeeld van de Staats
mijnen navolging zou vinden. Zo was de mededeling, dat de heren Van der
Gouw en Bloemen voornemens, waren in de komende winter een cursus te
organiseren voor de opleiding van bedrijfsarchivisten en beheerders van nieuwe
archieven, ons zeer welkom. De nadere mededelingen, die volgden en een
uitgebreide prospectus gaven ons het vertrouwen, dat deze cursus op des
kundige wijze is ingericht op grondslag van de door ons algemeen aan
vaarde beginselen van archiefbeheer. De Algemene Rijksarchivaris heeft loca-
liteiten in het Algemeen Rijksarchief voor het geven van de cursus beschik
baar gesteld en zijn sanctie aan de cursus gegeven, en onze vereniging deed
hetzelfde o.a. door dr Moll als een der examinatoren aan te wijzen. Een
week geleden werd de cursus in tegenwoordigheid van jhr Graswinckel, dr
Moll en mijn persoon geopend en ik wil hier gaarne nog eens de wens uit
spreken, dat de cursus aan alle verwachtingen zal voldoen.
Ondertussen is door de Gemeenschappelijke Opleidingscommissie, ingesteld
door het N.I.D.E.R. en de Vereniging van Bibliothecarissen, van welke com
missie dr L. J. van der Wolk voorzitter is, voor het komende winterseizoen
een reeks cursussen op touw gezet. Hierbij is een cursus voor „speciale
archivaris", bestemd voor „hen, die belalst zijn met de leiding van een archief
of die werkzaam zijn in het archief van industriële en commerciële bedrijven
van overheidsdiensten, verenigingen enz."1). Deze cursus treedt in de plaats
van een in vorige jaren door het N.I.D.E.R. gegeven cursus voor documen
talisten, voor welke categorie overigens ook dit jaar een afzonderlijke cursus
is geprojecteerd.
Wij verwonderen er ons over, dat aldus voor zover is waar te nemen
zonder medewerking van archivisten een cursus in het leven wordt ge
roepen. In alle bescheidenheid menen wij, dat de opleiding van archivisten
en archivarissen in de eerste plaats door deskundige archivisten moet ge
schieden, waarbij dan medewerking van krachten uit het bedrijfsleven uiteraard
gewenst is. Het meest verbaasde ons, dat de Vereniging van Bibliothecarissen
tot de organisatie van deze cursus medewerkte, en wij hebben ons dan ook
tot het bestuur van die vereniging gewend met het verzoek dit nader te willen
toelichten. Ons troost echter de gedachte, dat in vroegere jaren door het
N.I.D.E.R. en door de Vereniging van Bibliothecarissen afzonderlijke cursus
sen voor bedrijfsbibliothecarissen werden gegeven en dat deze beide organi
saties, na het overwinnen van de nodige moeilijkheden en het uit de weg
ruimen van vele misverstanden, tot een gemeenschappelijke opleidings-com-
missie en het organiseren van één cursus, die beide partijen schijnt te be
vredigen, zijn gekomen. Moge het met de opleiding van de bedrijf sarchivisten
in de komende jaren dezelfde kant uitgaan. Onzerzijds is echter bij elk samen
gaan voorwaarde, dat de leer van de' archivistiek de basis van de opleiding zij.
Zoals ik U reeds mededeelde wordt de cursus van de heren Bloemen en
Van der Gouw in de collegezaal van het Algemeen Rijksarchief gegeven, op
de plaats dus, waar vroeger de lessen van de archiefschool werden gedoceerd.
Dit brengt ons in herinnering, dat het met de opleiding van de archivisten
Deze omschrijving nam ik over uit het prospectus „Cursussen 19501961".