7 6 Zo ontstond de functionaris, die zich „documentalist" ging noemen en die dus de drieledige taak had, n.l. het beheer van bibliotheek en archief en het geven van inlichtingen en het maken van rapporten, de taak van de „documentalist" in engere zin. Naarmate deze „documentalisten" talrijker werden en hun nuttige taak omvangrijker ontstond er een vereniging van documentalisten, de „Neder landse Documentalistenkring", waarvan de heer Dreese voorzitter is, terwijl daarnaast het „Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur", zich met deze materie bezig hield. Ondertussen heeft deze gang van zaken tot enige verwarring geleid. Er bestaat n.l. grote onzekerheid over de betekenis van de woorden document, documentatie, documentalist en documenteren. Dit heeft de Studiekring van documentalisten bewogen tot het instellen van een „definitiecommissie", die tot taak heeft deze begrippen duidelijker te omschrijven, hetgeen ook tot een betere taakverdeling kan leiden en tot meer onderling begrip, waar nu mis verstand heerst. Onze vereniging werd aangezocht in die commissie zitting te nemen en ik heb als Uw vertegenwoordiger het genoegen gehad enige verga deringen bij te wonen, en uitvoerige notulen en beschouwingen ter zake door te lezen. De commissie is nog niet aan het eind van haar taak en het is allerminst zeker, dat men tot voor allen bevredigende definities zal komen. Deze zaak heeft ook een praktische kant. Bij de documentalisten en de mannen van het N.I.D.E.R. is n.l. niet steeds voldoende begrip voor de toch in wezen verschillende taken, n.l. het beheer van de bibliotheek, waar de regels van de bibliotheekleer basis moeten zijn, het beheer van het archief, waar de regels van de archivistiek gevolgd moeten worden, en de taak van de documentalist in engere zin, n.l. het geven van inlichtingen uit het in de bibliotheek en het archief verzamelde materiaal, waarbij dan het geven van litteratuur op de voorgrond staat.1) Nu is er geen bezwaar tegen het ver enigen van deze drie functies (bibliothecaris, archivist en documentalist in engere zin) in één persoon. Om economische redenen zal dit zelfs vaak nodig zijn, vooral bij kleinere bedrijven. Maar wel is het verkeerd, dat beheer van archief en bibliotheek ondergeschikt worden gemaakt aan eisen van documen tatie, dat b.v. de oorspronkelijke orde van een archief verstoord wordt terwille van een documentatie-eis van den dag, waarbij men al dadelijk over het hoofd ziet, dat dezelfde stukken later voor een ander doel nodig zijn. Dit alles kwam mij in de gedachten, nu. zowel in onze kring als in de bedrijven, behoefte gevoeld wordt aan opleiding van deskundige bedrijf s- archivisten. Het is U bekend dat de heer Bloemen, die sinds enige jaren archivaris van de Staatsmijnen is, in het vorig jaar een viertal bedrijfsarchi- visten opleidde. De Algemene Rijksarchivaris, jhr Graswinckel, was voorzitter van de examencommissie, waarin namens onze vereniging de rijksarchivaris in Limburg, dr Panhuysen, zitting had. De candidaten slaagden voor het examen en werden op advies van dr Panhuysen tot onze vereniging toege laten. Het was duidelijk, dat de Algemene Rijksarchivaris en onze vereniging D Deze omschrijving komt aldus voor in het verslag van de documentatie- commissie, ingesteld 15 December 1940 door de Vereniging van Bibliothecarissen; zie Bibliotheekleven 1944, p. 27. hierin een begin zagen en dat wij hoopten, dat het voorbeeld van de Staats mijnen navolging zou vinden. Zo was de mededeling, dat de heren Van der Gouw en Bloemen voornemens, waren in de komende winter een cursus te organiseren voor de opleiding van bedrijfsarchivisten en beheerders van nieuwe archieven, ons zeer welkom. De nadere mededelingen, die volgden en een uitgebreide prospectus gaven ons het vertrouwen, dat deze cursus op des kundige wijze is ingericht op grondslag van de door ons algemeen aan vaarde beginselen van archiefbeheer. De Algemene Rijksarchivaris heeft loca- liteiten in het Algemeen Rijksarchief voor het geven van de cursus beschik baar gesteld en zijn sanctie aan de cursus gegeven, en onze vereniging deed hetzelfde o.a. door dr Moll als een der examinatoren aan te wijzen. Een week geleden werd de cursus in tegenwoordigheid van jhr Graswinckel, dr Moll en mijn persoon geopend en ik wil hier gaarne nog eens de wens uit spreken, dat de cursus aan alle verwachtingen zal voldoen. Ondertussen is door de Gemeenschappelijke Opleidingscommissie, ingesteld door het N.I.D.E.R. en de Vereniging van Bibliothecarissen, van welke com missie dr L. J. van der Wolk voorzitter is, voor het komende winterseizoen een reeks cursussen op touw gezet. Hierbij is een cursus voor „speciale archivaris", bestemd voor „hen, die belalst zijn met de leiding van een archief of die werkzaam zijn in het archief van industriële en commerciële bedrijven van overheidsdiensten, verenigingen enz."1). Deze cursus treedt in de plaats van een in vorige jaren door het N.I.D.E.R. gegeven cursus voor documen talisten, voor welke categorie overigens ook dit jaar een afzonderlijke cursus is geprojecteerd. Wij verwonderen er ons over, dat aldus voor zover is waar te nemen zonder medewerking van archivisten een cursus in het leven wordt ge roepen. In alle bescheidenheid menen wij, dat de opleiding van archivisten en archivarissen in de eerste plaats door deskundige archivisten moet ge schieden, waarbij dan medewerking van krachten uit het bedrijfsleven uiteraard gewenst is. Het meest verbaasde ons, dat de Vereniging van Bibliothecarissen tot de organisatie van deze cursus medewerkte, en wij hebben ons dan ook tot het bestuur van die vereniging gewend met het verzoek dit nader te willen toelichten. Ons troost echter de gedachte, dat in vroegere jaren door het N.I.D.E.R. en door de Vereniging van Bibliothecarissen afzonderlijke cursus sen voor bedrijfsbibliothecarissen werden gegeven en dat deze beide organi saties, na het overwinnen van de nodige moeilijkheden en het uit de weg ruimen van vele misverstanden, tot een gemeenschappelijke opleidings-com- missie en het organiseren van één cursus, die beide partijen schijnt te be vredigen, zijn gekomen. Moge het met de opleiding van de bedrijf sarchivisten in de komende jaren dezelfde kant uitgaan. Onzerzijds is echter bij elk samen gaan voorwaarde, dat de leer van de' archivistiek de basis van de opleiding zij. Zoals ik U reeds mededeelde wordt de cursus van de heren Bloemen en Van der Gouw in de collegezaal van het Algemeen Rijksarchief gegeven, op de plaats dus, waar vroeger de lessen van de archiefschool werden gedoceerd. Dit brengt ons in herinnering, dat het met de opleiding van de archivisten Deze omschrijving nam ik over uit het prospectus „Cursussen 19501961".

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 7