3 De notulen van de vorige ledenvergadering, die reeds in het Archievenblad zijn gepubliceerd, worden ongewijzigd gearresteerd. De voorzitter stelt voor sir Hilary Jenkinson, deputy-keeper van het Public Record Office te Londen, tot corresponderend lid der vereniging te benoemen, waartoe wordt besloten. Mej. mr Prins, door de vereniging met de heer Mensonides, resp. als ver tegenwoordiger van de rijks- en van de gemeente-archieven, afgevaardigd naar de Assemblee Constituante, gehouden vóór het eerste Internationale Archiefcongres te Parijs, brengt verslag uit van de werkzaamheden van deze voorvergadering. De voorzitter dankt haar en de heer Mensonides voor het door hen verrichte werk. De heer Graswinckel deelt mede, dat de vertegenwoordiger van Nederland in de UNESCO', mr K. van der Haagen, er prijs op stelt, dat de interna tionale kunstbeschermingsmaatregelen, vastgesteld op het UNESCO-congres te Florence, van toepassing zullen worden verklaard op de archieven en dat de internationale archieforganisatie stappen in die richting zal ondernemen. De voorzitter brengt ter tafel de gedachte een aantal van 8 a 10 Franse archivisten de gelegenheid te geven kennis te maken met het Nederlandse archiefwezen. Enkele leden blijken daartoe te willen medewerken door het verlenen van gastvrijheid. Deze aangelegenheid zal nader door het bestuur besproken worden. Tenslotte stelt de voorzitter aan de orde de vaststelling van plaats en datum van de volgende ledenvergadering, waarin het ontwerp-Wet op de Over heidsarchieven zal worden besproken. Besloten wordt, dat die vergadering gehouden zal worden te Utrecht, terwijl als datum voorlopig wordt vast gesteld 31 October; hierover zal nog de commissie-Panhuysen gehoord worden. De kascommissie, bestaande uit mej. Korvezee en de heer Schurink, rap porteert bij monde van eerstgenoemde, dat zij de rekening van de penning meester over 1949/50 in orde heeft bevonden, en stelt voor de penningmeester, mr Ter Kuile, te dechargeren, waartoe de vergadering besluit onder dank zegging van het door hem gevoerde beheer. De voorzitter licht hierna het voorstel tot contributieverhoging toe en mo tiveert het met de stijging van de kosten van het Archievenblad en de kleinere uitgaven in het belang van de vereniging benevens de geldelijke bijdrage, die deze jaarlijks zal moeten leveren aan de internationale archieforganisatie. De Vereniging is een van de weinige, die na de oorlog de contributie harer leden nog niet heeft verhoogd, maar thans is een verhoging noodzakelijk geworden. Van de kant van de leden de heren Van Buytenen, Obreen en Visser zijn schriftelijke bezwaren binnengekomen tegen het voorstel van het bestuur, waaraan de heer Obreen heeft toegevoegd een voorstel de ge zamenlijke reiskosten wegens het bezoeken der ledenvergaderingen hoofdelijk over de aanwezigen om te slaan; het bestuur zal dit in overweging nemen. De heer Lohmann stelt voor voor de contributie een schaal vast te stellen overeenkomstig het door de leden verdiende salaris. De voorzitter acht dit voorstel een nader onderzoek door het bestuur waard, maar wenst voor het volgende jaar nu reeds een regeling vastgesteld te zien. Mr Beyerman vraagt, of een verhoging met f 1.50 voldoende is, daar het hem anders beter lijkt de contributie direct op f 10 te brengen. De voorzitter antwoordt, dat het be stuur liever achter de prijsstijgingen aankomt dan er de leden dadelijk mee te belasten. Dr Graswinckel wil aan de contributieverhoging een verzoek ver binden aan de leden met hogere inkomens vrijwillig meer dan het vastgestelde bedrag te betalen. Dr Linger stelt voor dit jaar een hoofdelijke omslag te heffen van f 1.50 en voor de volgende jaren een definitieve reglementswijzi ging tot stand te brengen, De heer Bloemen vraagt, of er niet op het Archievenblad bezuinigd kan worden. De voorzitter zegt, dat het bestuur dat ook heeft overwogen, maar er geen mogelijkheid toe heeft gezien; indien echter suggesties bij het bestuur mochten binnenkomen, zal het daar alle aan dacht aan schenken. De heer Bloemen wil deze kwestie in handen geven van een commissie. Dr Moll en de voorzitter achten het echter een zaak van het bestuur. Daarna wordt gestemd over het voorstel om voor dit jaar een hoofdelijke omslag van f 1.50 te heffen, terwijl in het vervolg de verhoging zal worden geheven op nader te bepalen wijze. Dit wordt bij acclamatie aangenomen. Thans wordt overgegaan tot de verkiezing van een bestuurslid en voor zitter in plaats van mr Van 't Hoff. Dr Moll, wiens naam wordt genoemd, deelt mede, dat hij een eventuele benoeming slechts zal aanvaarden indien die met een grote meerderheid tot stand komt en dan nog alleen voor de tijd, dat hij in werkelijke dienst is. Bij stemming blijkt, dat van de 46 uitgebrachte geldige stemmen 39 zijn uitgebracht op dr Moll, die dus gekozen is en zich de benoeming laat welgevallen. Bij de rondvraag geeft dr linger in overweging de volgende voorjaars vergadering in Haarlem te houden, aangezien het op 17 Juni 1951 zestig jaar geleden zal zijn, dat de vereniging te Haarlem werd opgericht. De heer De Win vraagt of het niet mogelijk is de leden, die niet onder de afdelingen van rijks- of van gemeente- en waterschapsarchiefambtenaren vallen, te verenigen in een derde afdeling. De voorzitter antwoordt, dat een dergelijke afdeling, in tegenstelling tot de bestaande, geen materiële belangen kan dienen, maar zegt toe, dat het bestuur de zaak zal overwegen. Dr Formsma spreekt tenslotte de scheidende voorzitter toe en bedankt hem namens het bestuur en de vergadering voor het vele werk, door hem gedurende zijn zittingsperiode in het belang van de Vereniging verricht, waar mee de vergadering onder applaus instemt. Hierna sluit de voorzitter om 4 uur de vergadering, waarna de leden zich begeven naar het Kasteel van Breda, thans opnieluw ingericht als Koninklijke Militaire Academie, voor een bezichtiging onder leiding van kapitein der genie T. Stegenga. TOESPRAAK VAN DEN VOORZITTER. Evenmin als in het vorig jaar hebben zich in het 58ste verenigingsjaar, waarover ik U vandaag verslag heb uit te brengen, sensationele gebeurtenissen voorgedaan. Het is een rustig, normaal jaar geweest, zowel voor het archief wezen in Nederland als voor onze vereniging. Enerzijds stemt het tot vol doening, dat het ons in onze onrustige wereld vergund is geweest voort te kunnen werken aan de consolidatie en uitbouw van onze organisatie. Ander-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 5