n 18 DE HERALDISCHE TENTOONSTELLING TE PARIJS. 19 Op deze tentoonstelling, van 27 Juli tot 16 Nov. 1950 gehouden ter gelegen heid van het Internationale Archiefcongres, is een verzameling meesterwerken van wetenschap en kunst op het gebied van wapen- en zegelkunde bijeen geweest, welke elke vroegere manifestatie van dien aard in de schaduw stelde. Daar waren nagenoeg alle beroemde middeleeuwse wapenhandschriften, die tot nog toe aan het licht zijn gekomen (dat van den heraut „Gelre", het Armorial Le Breton, het Armorial de l'Europe et de la Toison d'Or, e.a.), smaakvol uitgestald in vitrines, onbereikbaar voor te fel zonlicht, doch waar van de beschouwer zelf de electrische verlichting kon inschakelen. Naast el kaar stonden daar juist die wapenboeken, waarvan vergelijking de moeite waard was. Daar waren voorbeelden van toegepaste heraldiek: op een email schaaltje, op onderdelen van een paardehamas, ja op alle denkbare gebruiks voorwerpen. Dan was er nog een mantel van een ridder van de Ordre du Saint-Esprit; daarnaast mooie specimina van moderne sierkunst in email op brons. Franse hoffelijkheid had een afdeling geschapen van gezegelde charters, uit vrijwel alle naburige landen aan Franse autoriteiten gericht. Voor Neder land was de keuze gevallen op de oorkonde, waarbij Floris V zich verbond met den Fransen koning, 10 Januari 1295 (lees: 8 Januari 1296; Cat. no. 179), het verdrag, dat voor dien graaf zelf het begin van het einde heeft betekend1). Naast de buitenlandse oorkonden trok in de charter-afdeling een pachtakte uit 1272 met elf Normandische boerenzegöls de aandacht. Het zegel was zowel in natura als in alle denkbare vormen van reproductie vertegenwoordigd. Een paar gouden bullen, tail van prachtige waszegels aan charters en daarnaast enorme vergrotingen van photo's en een grote verza- me'ling gipsafgietsels, in den loop van honderd jaren vervaardigd. De ver grote afbeeldingen waren op manshoge kamerschermen aangebracht met de bedoeling, dat de plastiek van het zegel tot zijn recht zou komen: het zegel van een koningin van Frankrijk verschilt in wezen niet van een beeld in een nis van een Gothische kathedraal en biedt daardoor den architect waardevol vergelijkingsmateriaal Franse geest had tal van gipsafgietsels gerangschikt niet volgens een zwaar- dogmatische indeling, maar naiar de voorstelling op de zegels, zoals: het vrouwencostuum, werktuigen van handwerkslieden, meubilair, e.d. Evenals de beschouwer van een geïllustreerd buitenlands boek over zegels kwam de bezoeker van deze tentoonstelling weer onder den indruk van de gedachte: hoe internationaal is toch de kunst van het zegelsnijden geweest! Hoe weinig verschilt het te Parijs uitgestalde van wat men ten onzent op dit gebied ziet. Hoe snel drong de „mode" door in een tijd, toen het paard 1) Wijlen jhr dr W. A. Beelaerts van Blokland wees mij er langgeleden reeds op, dat voor de bezegeling van dit stuk tenminste drie van 's graven edelen te Parijs een nieuw zegel stempel) moesten laten snijden; het gezelschap was blijkbaar zo inderhaast van huis vertrokken, dat zij hun zegel niet hadden kunnen meenemen. het vlugste vervoermiddel was! Waren de Middeleeuwen eigenlijk wel zo donker? Ook aan den zegelstempel was de nodige aandacht gewijd. Aardig was een stempel, tentoongesteld naast een middeleeuws exemplaar van het betrokken zegel; verrassend de levende werkelijkheid van het „sigillum ex coffeio": Cat. no. 109, sceau-matrice des Etats de Bretagne et coffret dans lequel il était conservé. Een afzonderlijke plaats was ingeruimd aan den zilveren stem pel van het zegel der Franse Republiek, dat nog heden ten dage aan de ratificatie-oorkonden van traktaten met vreemde mogendheden wordt ge bruikt. Tot slot nog een enkel woord over den leidraad voor deze tentoonstelling:2) een juweel van een catalogus! Na een lezenswaardige inleiding van den Di recteur des Archives de France volgen twaalf afdelingen, elk voorafgegaan door een kort artikel van de hand van een deskundige, zo bv. „L'Art du Blason et, le Bestiaiire medieval" door dr Régine Pernoud (die tezamen met den advocaat Adam de afdeling wapenboeken had verzorgd), „Les Sceaux universitair es" door dr René Gandilhon, bekend publicist op zegelgebied, „Historique du Sceau" door Yves Metman, den beheerder van de zegelafdeling der Archives Nattionales. Men kan zich verlustigen in de luchtige, onopge smukte wijze, waarop den lezer, bij kleine doses, wordt verteld wat hij weten moet om van de tentoonstelling te kunnen genieten, terwijl toch de, eruditie van de schrijvers in elke alinea ongewild om den hoek komt kijken; dit is Frans, spiritueel, bewonderenswaardig! De illustraties van den catalogus zijn welge kozen en prachtig uitgevoerd, verscheidene in kleuren. Het geheel is een boekwerk van blijvende waarde geworden. De Heraldische Tentoonstelling te Parijs, hoe „bien présentée" ook, was niet „voor het grote publiek", maar is toch ten volle geslaagd. Wie er bin nentrad met belangstelling voor het leven in de Middeleeuwen, heeft er veel gezien en begrepen, want, om het in de speelse termen van Mademoiselle Zarb3) te zeggen: les sceaux, les blasons en sont les témoins précis, précieux et malicieux. F. C. M. PRINS. 2) L'Art et la Vie au Moyen-Age a travers les blasons et les sceaux. Exposition internationale organisée par la direction des Archives de France a l'occasion de la reunion constitutive du Conseil International des Archives et du premier Con- grès International des Archives. Palais Soubise, 1950. 3) La vie quotidienne d'après les sceaux (Cat. p. 95).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 13