14 15 Aan de orde is thans de verkiezing van een bestuurslid tevens voorzitter in de plaats van dr Moll, die aftreedt en niet herkiesbaar is. Met 17 van de 21 stemmen wordt mr H. C. Haze winkel door het bestuur candidaat gesteld tot voorzitter uitgeroepen. Tevens zal hij volgens gewoonterecht de vertegenwoordiger der afdeling zijn bij het hoofdbestuur. De heer J. W. M. Klomp wordt bij acclamatie herkozen tot plaatsvervangend bestuurslid. Bij de rondvraag informeert de heer Beyerman in hoeverre de archivarissen hun contributie kunnen verhalen op het gemeentebestuur, vervolgens of zij al of niet over een dienstaansluiting beschikken op het telefoonnet, en ten derde, of er betreffende de restauratie van archiefstukken (banden) een ge meenschappelijke regeling bestaat tussen Rijk en Gemeente. Al deze vragen worden door de aanwezigen op bevredigende wijze beantwoord. Tenslotte oppert de heer Hart inzake het behartigen onzer belangen in de Centrale nog een denkbeeld over een eventuele circulaire aangaande een mogelijke gelijk stelling in rangindeling van de gemeentearchiefambtenaren met hun collega's in rijksdienst. Daarna wordt de vergadering gesloten. HET INTERNATIONALE ARCHIEFCONGRES TE PARIJS Van 23—26 Augustus j.l. werd te Parijs gehouden het eerste afzonderlijke internationale archiefcongres, bijgewoond door ruim 300 archivisten uit 24 verschillende landen, Voorafgaande aan het eigenlijke congres hadden op 21 en 22 Augustus in het gebouw van de UNESCO bijeenkomsten plaats van de Assemblee Constituante du Conseil International des Archives. Voor Neder land hadden in deze Assemblee zitting: als afgevaardigde van het Rijksarchief wezen mr H. Hardenberg en als afgevaardigden van de Vereniging van Ar chivarissen in Nederland mr Elisabeth C. M. Prins en drs H. M. Mensonides. De voornaiamste punten, die op de zitting van Maandagmiddag 21 Augustus ter sprake kwamen, waren de definitieve vaststelling van de door de Conseil provisoire gemaakte statuten en de regeling van de' contributie. Aangezien over enkele artikelen in de „Constitution" de meningen nogal uiteenliepen, werd een werkcomité benoemd, waarin zitting kregen de heren Martin-Chabot (Fr.), Born (U.S.A.) en Hardenberg (Ned.). Dit comité vergaderde Dinsdagochtend 22 Augustus en wist daarvoor een bevredigende redactie te ontwerpen, zodat de statuten in de middagzitting in hun geheel vlot konden worden aange nomen. Hetzelfde geschiedde met da voorstellen van den vorigen dag om, nu de UNESCO had laten weten dat de tot nu door haar verleende financiële steun niet zou worden gecontinueerd, de jaarlijkse contributie voor elk nah tionaal archief of landelijke vereniging van archivarissen op een minimum van 30 Zw. frs., voor elke archiefinstelling van lagere orde op 15, en voor indi viduele leden op 5 Zw. frs. te bepalen. Wat de nationale archieven betreft werd evenwel op grond van een nader voorstel besloten, dat de secretaris generaal van de Conseil er bij hen op zal aandringen ten minste 55 Zw. frs. per jaar te betalen. Daarnai volgde de verkiezing van een nieuw bestuur. Ge kozen werden tot voorzitter van de Conseil: Charles Braibant, directeur des Archives de France, tot vice-voorzitter voor het westelijk halfrond: dr W. C. Grover (U.S.A.), en tot vice-voorzitter voor het oostelijk halfrond: jhr dr D. P. M. Graswinckel. Tot overige leden van het Comité Exécutif werden gekozen: dr Solon J. Buck, hoofd van de handschriftenafdeling van de Library of Congress te Washingon, sir Hilary Jenkinson, deputy-keeper of the Public Record Office te Londen, Emilio Re, inspecteur-generaal van de Italiaanse archieven, H. Garcia Chuecos, algemeen rijksarchivaris van Venezuela, P. Basu, algemeen rijksarchivaris van India, en G. Vauchetr, staatsarchivaris te Genève. Vervolgens werden als onderwerpen voor de toekomstige werkzaam heid van de Conseil de volgende punten naar voren gebracht: 1oprichting van een afzonderlijke sectie van de UNESCO voor de archieven; 2) publicatie van archiefgidsen; 3) instelling van een werkcomité tot het beramen van maatregelen voor de bescherming van archieven tegen oorlogsgeweld; 4) algemene toegankelijkheid van archieven. Het nemen van besluiten in deze kwesties bleef voorbehouden aan het Comité Exécutif, dat 25 Augustus opnieuw zou bijeenkomen. Gedurende de zittingen van de Assemblée Constituante heerste een aangename en welwil lende sfeer. Bizonder frappant was de verrassende vlotheid en accuraatheid van de tolken van de UNESCO. Dezelfde dagen werd aan de reeds te Parijs aanwezige deelnemers aan het Congres de gelegenheid geboden onder leiding van ambtenaren der Ar chives Nationales de gebouwen daarvan te bezichtigen. Deze bestaan uit het Palais Soubise, waarvan de oorsprong tot de 14e eeuw teruggaat, doch dat in de 18e eeuw is vernieuwd en waarin in 1808 de Archives Nationales werden gevestigd, en het hotel de Rohan of Palais Cardinal, waarvan het interieur minder fraai is dan van het eerstgenoemde. In 1845 werd daarnaast het hötel d'Assy betrokken, thans ambtswoning van den Directeur des Archives de France. Het hötel de Rohan werd in 1927 aangekocht; het terrein der Archives beslaat nu 4 ha, ,,une véritable ,,cité de l'Histoire" au coeur de Paris". Op de lange wandeling door ontelbare zalen, in den loop der 19e eeuw ge adopteerd voor de archiefdienst naar de beginselen van den tijd prachtige betimmeringen, met niet minder dan 27 planken boven elkaar, onder Louis Philippe en het Tweede Keizerrijk, de ook ons niet onbekende ijzeren-latten- vloeren op het einde der eeuw werd ons een en ander vertoond van de schatten der A.N., beginnend met een papyrus van 627, en verteld van omvang en organisatie. De inhoud der A.N., als dienst kind der Revolutie, is ver deeld in 2 afdelingen: section ancienne (7e eeuw1790) en section moderne (na 1790 tot heden), welke laatste weer in 2 sous-sections is verdeeld: sous- section contemporaine, opgericht in 1947 en o.a. de oorlogs'archieven bevat tend, en sous-section des archives privées, des archives économiques et du microfilm. Tot de section ancienne behoren ook het Minutier central (inge steld in 1928 voor notariële archieven, ouder dan 125 jaar), de dienst der sigillographie en het museum. Dit Musée de l'histoire de France is bestemd ,,d'une fa^on vivante et éducative", met behulp der meest belangrijke stukken hetzij onderwerpen van blijvend belang te documenteren, hetzij tijdelijke ten-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 11