BERICHTEN
148
ALGEMEEN
Uitlening retroacta B.S. Op grond van de in de laatste bijeenkomst van
Rijksarchivarissen uitgesproken ernstige bezorgdheid over de toenemende
staat van verval, waarin op alle rijksarchieven de z.g. retro-acta van de B.S
komen te verkeren, heeft de minister van O., K. en W. hen verzocht in af
wachting van een eventuele wijziging van het K.B. van 31 Mei 1929 S. no.
269 de uitlening van doop-, trouw- en begraafboeken voortaan te weigeren
met een beroep op art. 6, onder b, van het K.B. van 2 Sept. 1919 S. no. 550.
zoals dit sedert dien is gewijzigd.
Cursus (bedrijfs)archivist. De heren C. G. C. Bloemen en J. L. van der
Gouw hebben het plan opgevat een cursus te openen ten behoeve van hen,
die het examen (moderne) archivistiek wensen af te leggen. De cursus zal
tussen 16 Sept. 1950 en 1 Juli 1951 worden gehouden. De heer Bloemen geeft
de vakken Registratuur en Methodiek van het archiefonderzoek, de heer Van
der Gouw archivistiek en archiefbeheer. Enkele bijzondere onderwerpen zullen
door onze collega's Graswinckel, Moll, Formsma en Van Hommerich tussen
door worden behandeld; excursies zijn voorgenomen naar enkele archieven.
De cursus zal worden besloten met een examen, af te nemen door een com
missie, waarvan jhr dr Graswinckel het voorzitterschap zal bekleden en o.a
dr Moll als gedelegeerde van onze Vereniging deel zal uitmaken.
Uit het prospectus lichten wij nog de volgende belangrijke algemene op
merkingen. Tot nu toe werd bij het beheer van moderne archieven bij bedrijven,
instellingen, verenigingen etc. gewoonlijk uitgegaan van de stelregel, dat ar
chiefbeheer slechts een onderdeel is van de documentatie-arbeid, waaronder
is te verstaan het verzamelen van bepaalde, voor een ondernomen onderzoek
van belang zijnde gegevens. Hoezeer echter het archief beschouwd moet
worden als een belangrijke bron voor de documentatie, het is onmiskenbaar
veel meer en in wezen ook iets anders, omdat het niet is het resultaat van
een bepaaldelijk gerichte verzamelarbeid, maar de onvermijdelijke schriftelijke
neerslag van het beheer der onderneming enz. Deze wordt bewaard om te
dienen tot „bewijs". Dit sluit betekenis van het archief voor de documentatie-
arbeid natuurlijk niet uit, maar in orde van belangrijkheid wordt het beheer
van het archief niet in eerste instantie door de eisen van het documentatiewerk
bepaald, de ordening mag derhalve niet eenzijdig op de documentatie gericht
zijn. Thans heeft zulks echter in moderne instellingen nog bijna uitsluitend
plaats. Zeker is dat, bij alle goede wil, die ongetwijfeld aanwezig is, voldoende
archivistische deskundigheid bij het beheer van moderne archieven veelal ont
breekt. Grote schade, ook finantiële, voor de ondernemingen is hiervan het
gevolg geweest.
Ook de Gemeenschappelijke Opleidingscommissie van het N.I.D.E.R. en de
Ned. Vereniging van Bibliothecarissen organiseert een reeks cursussen voor
bibliotheek-, archief- en documentatiepersoneel. Een ervan is bestemd voor
„speciale archivaris", d.i. voor hen, die belast zijn met de leiding van een
149
archief of die werkzaam zijn in het archief van industriële of commerciële
bedrijven, van overheidsdiensten, van verenigingen enz. Behandeld wordt, in
een cursus van Sept. 1950 t/m Mei 1951, besloten door een mondeling en
schriftelijk examen, de vorming van archieven (het archiefstuk, statische en
dynamische periode, organisatie van archief- en documentatiewezen). Tijdens
de cursus vinden excursies plaats naar een archief, een bibliotheek en een
reproductiedienst.
Zoals men weet, is hierover een circulaire aan alle leden onzer Vereniging
gezonden.
RIJKSARCHIEVEN
De nieuwe rangen bij de rijksarchieven. Ingevolge de nieuwe rangregeling
en het inschalingsbesluit zijn de archivisten en chartermeesters ingedeeld als
volgt:
Adjunct-archivist: W. H. Aveling (gedetacheerd bij Centr. Bureau
voor Genealogie), C. Postma (A.R.A.), P. D. Keymel (R.A. in Gelderland),
M. P. de Bruin (R.A. in Zeeland), A. Goree en A. van de Wal (R.A. in
Friesland)
Archivist: H. L. Kruimel (gedetacheerd bij Centr. Bureau voor Genealo
gie), mej. M. A. P. Roelofsz (A.R.A.), F. H. C. Weytens (A.R.A.), B.
H. M. J. van Son (R.A. in Noord-Brabant), F. H. Hendriks (R.A. in Over-
ijsel), A. Pathuis (R.A. in Groningen).
Hoofd-archivist: J. L. van der Gouw, H. Brouwer, J. A. Bettink, H.
Bonder en M. D. Lammerts (A.R.A.), L. Kruyff (R.A. in Noord-Brabant),
H. L. Driessen (R.A. in Gelderland), N. M. Japikse (R.A. in Noord-Holland),
Ph. J. C. G. van Hinsbergen (R.A. in Utrecht), J. M. van de Venne (R.A.
in Limburg)
Adjunct-chartermeester: J. Fox (A.R.A.).
Chartermeester: dr H. P. H. Camps (R.A. in Zeeland), E. Vroom
(R.A. in Overijsel)mej. E. M. Th. W. Nuyens (R.A. in Limburg), J. Visser
(R.A. in Friesland).
Chartermeester le klasse: mej. mr E. C. M. Prins (A.R.A.)P. J.
Mey (R.A. in Gelderland), mej. dr A. J. Maris (R.A. in Utrecht), mr L. J.
Noordhoff (R.A. in Groningen).
Hoofdchartermeester: mej. dr S. W. A. Drossaers (A.R.A.).
Rijksarchief in Friesland. De heer J. Visser, hist, docts., is met ingang van
16 Jan. 1949 benoemd tot chartermeester in vaste dienst.
GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN
Amersfoort. Blijkens het Inspectieverslag-1949 der provincie Utrecht heeft
de burgemeester advies gevraagd over de mogelijkheid van aanstelling van een
gemeente-archivaris, eventueel in samenwerking met (een) andere gemeente(n).
Nader bericht is niet ontvangen.
Breda. Tot assistent is benoemd de heer P. J. M. Wuisman.