136
Soms lang niet altijd. Men weet, dat er een loffelijke uitzondering be
staat in Limburg, waar door een staf van personeel onder leiding van de
provinciale inspecteur juist ook de jongere gemeente-archieven grondig onder
handen worden genomen. In verscheidene gemeente-secretarieën ook elders
mogen de archieven van dat tussentijdperk gezien worden. Maar we denken
toch, dat in de meerderheid onzer 1000 gemeenten er nog wel wat aan hapert.
Van deze mening was althans de volijverige heer Noordenbos; men herkent
zijn stijl in het geschrift en zal het wel op zijn naam mogen stellen.
Wat deze brochure onderscheidt is het feit, dat zij aan het slot een nor
maal-schema geeft voor de ordening v.an gemeente-archieven na 1813. Een
zeer eenvoudig schema, dat echter in de gangbare behoeften wel voorziet en
een nuttige handleiding zal zijn. We hebben slechts één vraag te stellen: bij
de onder-rubriek B missen we de uitdrukkelijke vermelding van de gemeente-
financiën. Vermoedelijk horen deze onder punt 1 (Eigendom, Openbare
werken, Belastingen). Waar evenwel in kleine gemeente-archieven de reeksen
begrotingen en rekeningen met bijlagen een zeer opvallend bestanddeel vor
men, ware de duidelijkheid met een uitdrukkelijke vermelding gediend geweest.
In onze archivistenwereld moet men van normaal-schema's over het alge
meen niet veel hebben. Niet zonder reden is er steeds de nadruk op gelegd,
dat de individualiteit van elk archief onderkend en gehandhaafd moet worden.
Een werkje als dat van Holtzinger, hetwelk ordeningsschema's voor allerlei
soorten van archieven geeft, zou niet in de geest van de voormannen der
Nederlandse archivistiek zijn geweest. Maar hier bij de Nederlandse gemeente
administraties na 1813, die zozeer naar uniforme voorschriften zijn gevormd
en gevoerd, staat het toch wel anders.
Terecht wordt ook hier gewaarschuwd tegen het terug-werken naar het
registratuurstelsel en tegen het klakkeloos vernietigen. In het algemeen is het
een prijzenswaardige eigenschap dezer regelen..., uitvoerbaar te zijn, uitvoer
baar ook voor de secretarie-ambtenaar, die wel eens wat ordeningswerk wil
doen, maar zich niet in te veel theorie zal willen begeven. Hij vindt in deze
brochure een veilige gids. S. J. FOCKEMA ANDREAE.
BUITENLANDSE ARCHIVIST1SCHE LITERATUUR
Ons Belgische zustertijdschrift Archives, Bibiiothèques et Musées de Bel-
gique XIX (1948) bevat, behalve bijdragen over het archiefwezen in Zweden
en over de archieven van Riga, waarvan hier reeds melding is gemaakt (Ned.
Archievenblad 1948/49 p. 142, 159), een herdenking van I. Cuvelier, oud
algemeen rijksarchivaris van België, en een artikel van T. Heyse over het
Belgische Hoge Commissariaat te Toulouse in 1940 en zijn archieven, dat in
dl. XX wordt voltooid. Uit de bibliografie blijkt de herleving van de in 1871
opgerichte, sinds 1936 niet meer verschenen Spaanse Revista de archivos,
bibliothecas y rnuseos, en van het Pools vaktijdschrift Archeion, Revue con-
sa'crée aux questions d'archives en Po'ogne, waarvan dl. XVII verscheen:
beide tijdschriften worden door de associatie van archivarissen en bibliothe
carissen uitgegeven.
In de eerste aflevering van dl. XX herdenkt de algemeen rijksarchivaris C.
Tihon zijn voorganger D. Brouwers 1874 1948), wiens archiefloopbaan be
gon aan het Staatsarchief te Luik; van 1906 tot 1935 was hij rijksarchivaris
137
te Namen, 1936—1939 algemeen rijksarchivaris van België. Te Brussel stichtte
hij het musée des archives, expositie der voornaamste stukken, die wij ook in
de archieven in de provinciën in België aantreffen; ook zette hij de fotografi
sche reproductie van alle stukken van voor loOO in de staatsarchieven door:
daarvan werd een exemplaar ondergebracht in ieder provinciaal depot en
bij iedere universiteit.
Afl. 2 brengt een artikel van A. Louant over een partij archivalia van het
oude bisdom Doornik, in 1943 aan België teruggegeven door Oostenrijk ten
gevolge van de ruilovereenkomst met Duitsland. In 1794 waren deze archivalia
naar Wenen gevoerd en in 1803 en 1867 had reeds restitutie plaats gevonden.
Van dit eertijds rijke fonds is overigens niet heel veel meer over, hoewel men
hoopt dat nog niet alles is teruggegeven1). Mad.elle Van Meerbeeck draagt
een artikel bij: La conservation des archives contemporaines, lezing, gehouden
op de vergadering onzer Belgische collega's in üept. 1949. Dit pleidooi voor
de urgentie van een Belgische aichiefwet behandelt het vraagstuk van de be
handeling der nieuwere archieven, dat ook bij ons in het middelpunt der be
langstelling staat. Wij weerhouden ons van refereren en willen een ieder
aanraden kennis te nemen van deze belangrijke verhandeling, die zowel een
overzicht geeft van de archiefwetgeving in andere landen als de tot voor kort
niet steeds te prijzen toestand in België documenteert.
Uit Der Archivar 1949 hebben wij reeds enkele gegevens overgenomen. Voor
belangstellenden zij nog gewezen op de bijdragen over „Landschaftliche Ar-
chivpflege in Bayern over ,,Anweisung des Badischen Landesarchivamtes
zur Ordnung der Gemeinde-archive", met de ons merkwaardig aandoende
groepering der stukken bij de inventarisatie in deze vier rubrieken: oorkonden,
akten, boeken (o.a. poorterboeken, contractenboeken, rekeningboeken!) en
kaarten, plattegronden en afbeeldingen.
In de Mitteilungen des Oesterreichischen Staatsarchives (I 2) vonden wij
een artikel van W. Gerlich: Die Entzifferung von historischen Geheimschrifte.
Onder de Archivberichte een mededeling over het Landesarchiv van Karinthië
1936 1946 en het Landesregierungsarchiv für Tirol 1938 1948. N. Bischoff,
Archivwesen und Quellenpublikation in Indiën 1891 1946, geeft een overzicht
van het archiefwezen van India onder het Britse bestuur. In 1891 werd het
Imperial Record department ingesteld, waaraan de bewaring der Indische ar
chieven tot de Sepoy-opstand van 1857 werd toevertrouwd. Vooral de con
servering stelde met het oog op het klimaat bijzondere eisen. In 1919 werd
een Indische Historical Record Commission in het leven geroepen om te
zorgen voor de oudere staatsarchieven en die der provincies. In 1941 kwam
een reorganisatie, waarbij tevens een Research and Publication Committee werd
ingesteld, waarvan de directeur van het staatsarchief ambtshalve secretaris
was. Naar Brits voorbeeld worden Calendars uitgegeven, doch ook andere
publicaties. De jonge staat vindt ook in dit opzicht een grote taak voor zich.
H. Kramer geeft een overzicht over ,,Erforschung und Herausgabe der Nun-
i) Nadien verscheen hiervan een „Inventaire d'un lot d'archives de l'ancien
éveché de Tournai, revenues1 de Vienne" (Brussel, 1949).