64 kundigen van buiten de universiteit kan worden versterkt. Bij deze regeling zou het archiefexamen voor de wetenschappelijke archiefambtenaar le klasse kunnen vervallen. Met het oog op het relatief geringe aantal beschikbare plaatsen bij het archiefwezen is de Sectie van mening, dat aan het doctoraal examen archief wezen tevens onderwijsbevoegdheid in de geschiedenis behoort te worden verbonden, uiteraard wanneer tevens voldaan is aan de paedagogisch-didac- tische eisen, die aan een a.s. leraar worden gesteld. De Sectie heeft er in het algemeen van afgezien in haar rapport program ma's op te stellen voor de verschillende binnen de faculteit voorkomende studierichtingen; a fortiori heeft zij gemeend zich te moeten onthouden van het ontwerpen van een studieprogramma in deze faculteit". Uit het rapport van Sectie FV kan men vervolgens een nadere bepaling opdiepen omtrent de bovenvermelde interfaculteit7): „Zoals uit het instituut der verenigde faculteiten blijkt, is reeds vroeger de behoefte gevoeld aan een bijzondere vorm van organisatie voor bepaalde studierichtingen, die vakken uit verschillende faculteiten omvatten. De ver enigde faculteiten berusten echter op de fictie als zouden de volledige facul teiten zich verenigen voor het afnemen van de betreffende examens, terwijl in werkelijkheid alleen de hoogleraren, die rechtstreeks bij de „gemengde" studierichting zijn betrokken, aan de examens deelnemen. Bovendien is thans reeds de behoefte gebleken aan de mogelijkheid van meer combinaties van faculteiten dan die, welke de hoger-onderwijswet en het academisch statuut momenteel open laten, n.l. die voor indologie, Indisch recht, sociale en .natuur kundige aardrijkskunde, vrije studierichting in de aardrijkskunde en de psy chologie. Als vakken, die in de eerste plaats in aanmerking zouden komen om te worden ondergebracht in een nieuwe vorm van organisatie, die zich over ver schillende faculteiten zou uitstrekken, waren in Sectie H genoemd de vakken wijsbegeerte, psychologie, opvoedkunde en sociologie vakken, die men centraal zou kunnen noemen. In de loop der besprekingen van Sectie FV zijn echter nog tal van andere vakken en studierichtingen ter sprake gekomen. De Sectie wenst daarom te zien ingesteld interfacultaire organen, genaamd interfaculteiten, die belast zullen zijn met de behartiging der studiebelangen en het afnemen der examens in die studierichtingen of gedeelten daarvan, welke de grenzen der faculteit overschrijden. (vgl. Bijlage III, art. 41. De hoogleraren, die bij de opleiding in die studie richtingen zijn betrokken, hebben zitting zowel in de faculteit, waarin zij zijn benoemd, als in de interfaculteit (vgl. Bijlage III, art. 8). In tegenstelling met de subfaculteiten en afdelingen corresponderen faculteiten en interfaculteiten rechtstreeks met curatoren (vgl. Bijlage III, art. 7)." Na verdere uitweiding over de functie van de interfaculteit, gaat het rap port verder8); „Inzake de opleiding tot wetenschappelijk bibliothecaris en tot wetenschap pelijk archiefambtenaar le klasse heeft de Sectie het advies ingewonnen van 7) Rapport blz. 467. 8) Rapport blz. 469. i 65 de Rijkscommissie van Advies inzake het Bibliotheekwezen en van de Ver eniging van Archivarissen in Nederland. Hoewel deze beide instanties bleken te denken aan een slechts gedeeltelijk aan de universiteit te volgen opleiding, naast welke speciale cursussen en een practische opleiding buiten de universiteit een plaats zouden moeten vinden, was de Sectie van meet af aan van mening, dat de wetenschappelijke opleiding voor deze beide vakken met vrucht in haar geheel aan de universiteit zou kunnen worden ondergebracht,v) en wel in een gemeenschappelijke interfacul teit, waarin betrokken zouden moeten worden hoogleraren uit de faculteit der letteren en wijsbegeerte en die der rechtsgeleerdheid10). Met betrekking tot de practische scholing leek het de Sectie mogelijk stages te doen plaats hebben in verschillende, daarvoor speciaal aan te wijzen bibliotheken of ar chieven, ook buiten de universiteitsstad (zoals bijv. ook voor de practische opleiding van a.s. artsen ziekenhuizen buiten de universiteitssteden worden aangewezen). Voor wat betreft de opleiding tot wetenschappelijk bibliothecaris meent de Sectie, ook na kennis genomen te hebben van het voorstel van Sectie L om deze, voor zover zij aan de universiteit geschiedt, onder te brengen in de faculteit der letteren en wijsbegeerte, aan haar boven uiteengezet voorstel te moeten vasthouden. Voor wat betreft de opleiding tot wetenschappelijk archief ambtenaar le klasse heeft nader overleg met Sectie L en Sectie I tot de conclusie geleid, dat deze inderdaad zal dienen plaats te hebben in de bovenbedoelde inter faculteit. Bij de inrichting van de studie en de examens in deze interfaculteit zal met twee soorten archiefambtenaren rekening moeten worden gehouden, daar im mers aan de archieven zowel plaats is voor meer juridisch georiënteerde als voor meer historisch georiënteerde ambtenaren. In verband daarmede zullen in de interfaculteit tweeërlei examens moeten worden afgenomen, n.l.: 1) een meestersexamen (ar chief richting) voor hen, die met goed gevolg het doctoraal examen in het Nederlands recht hebben afgelegd. (Volgt vrij wel bovengenoemd betoog der Commissie). 2) Een doctoraal examen archiefwezen, gebaseerd op een met goed gevolg afgelegd candidaatsexamen geschiedenis. (Volgt als voren). Naast de wetenschappelijke opleiding in de interfaculteit zal dan tegelijker tijd door beide categorieën studenten de vereiste practische vorming kunnen worden verkregen op een daartoe aangewezen archief. Het examen in de practische archiefvakken, als b.v. archivistiek en lezen van oud schrift, zal moeten worden afgelegd in de interfaculteit, die daartoe met deskundigen van buiten de universiteit zo nodig kan worden versterkt. Het afzonderlijke archief examen voor archief ambtenaar le klasse zal daardoor kunnen vervallen. Cursivering van mij. (v. d. G.). 10) Noot van het rapport: „De mogelijkheid dient te worden opengelaten dat, indien dit in verband met het studieprogramma noodzakelijk zou blijken, ook hoog leraren uit andere faculteiten, b.v. uit de faculteit der economische wetenschappen, hierbij betrokken worden".

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 7