80 Melding wordt gemaakt van de verwerving der Gelderse charters te Mün- chen, waarover reeds uitvoerig is bericht. Mr Hardenberg steide te Parijs een onderzoek in naar de aldaar berustende kaarten en plans, van belang voor onze vaderlandse geschiedenis. Na te hebben herinnerd aan de reproductiewerkzaamheid der Mormonen ten behoeve van de doop- enz. registers, merkt de Algemeen Rijksarchivaris op dat deze archivalia door voortdurend gebruik en vooral door de geregelde verzending in steeds slechter conditie geraken. „Het zou wel gewenst lijken om, gelijk zulks al met de registers van de B.S. het geval is, deze geheel van uitlening uit te sluiten". Inzake de inventarisatie-arbeid aan het Algemeen Rijksarchief wordt mede gedeeld, dat mr Hardenberg voortging met de her-inventarisering van de ar chieven der Staten-Generaal; mej. dr Drossaers hervatte de inventarisatie van het tweede gedeelte van het archief van de Nassause Domeinraad. Mej. Roelofsz nam de inventarisatie van het archief van de Kamer Zeeland der O.I.C. weer ter hand, wegens de chaotische toestand een tijdrovende arbeid: bovendien was het systeem der archiefbewaring te Middelburg heel wat minder overzichtelijk dan te Amsterdam. Van de archiefbestanddelen uit het tijdvak 1795-1813 vervaardigde mr Fockema Andreae een algemene index, waarvan een kort overzicht, ter aan vankelijke bekendmaking van dit nieuwe instrument, werd gestencild. Het archief der Rekenkamer 1796—1813 werd bewerkt door den heer Bonder Hij stelde verder een onderzoek in in de retroacta betreffende de archivistische liquidatie met België in de jaren na 1839. Als gevolg daarvan „is de omvang van het over te dragen materiaal zeer uitgebreid en is ook de gesteldheid ervan aanmerkelijk verbeterd". De archieven der voorlopige bestuursorganen te Brussel in de jaren 18141817 zullen, als de algemene uitwisseling een maal tot stand komt. als ordelijk archieffonds overgedragen kunnen worden: het uitstel in de onderhandelingen, die enigszins vastgelopen schenen, is dus niet ongunstig voor het resultaat. De bewerking der militaire archieven werd door den heer Lammerts bijna voltooid. De rijksarchivaris mr Van t Hoff voltooide de inleiding tot de inventaris van het archief van den raadpensionaris Heinsius, waarmee de arbeid aan dit belangrijke en veel gebruikte archief is voltooid. De inventaris der Abdij van Egmond, bewerkt door dr Meilink, kwam voor de druk gereed. Ht belangrijke archief, nagelaten door den raadpensionaris R. J. Schimmel- penninck, is door den rijksarchivaris der 2e afd. geïnventariseerd in zijn be waarplaats „het Huis Nijenhuis te Diepenheim, een waar Schimmelpenninck- museum". Mocht het hier ooit vandaan moeten, dan hoopt het Algemeen Rijks archief op verwerving van dit archief. Wij stippen nog aan, dat het archief van het Rijkskolenbureau te Tilburg, centraal orgaan voor het bevrijde Zuiden 1944/45, is overgenomen, dat de archivalia van de organen van de Radio-omroep te Hilversum uit de oorlogs jaren met andere oorlogsarchieven in bewaring zijn gegeven aan het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, en dat inzake de archivalia der opgeheven en nog 81 op te heffen organen der Bijzondere Rechtspraak besprekingen zijn gevoerd, die nog geen bevredigend resultaat hebben opgeleverd. Het archief van 's Rijks Munt te Utrecht na 1813 is door de rijksarchief dienst in betere staat gebracht en staat voor studerenden ter beschikking; ook het oudere deel van het archief der Ned. Bank te Amsterdam blijft voor se- rieuse studie toegankelijk. Tenslotte nog enkele mededelingen uit de provinciën. Het streven op het Rijksarchief in Gelderland is er op gericht aller eerst de in 1944 verloren gegane inventarissen te vervangen; men schijnt op dezen weg al aardig te zijn gevorderd. De rijksarchivaris in Noor d-H o 1- 1 a n d geeft n.a.v. het nijpend tekort aan archiefruimte stichting van een nieuwe centrale archiefbewaarplaats voor de gehele provincie in overweging, in sa menwerking van Rijk, Provincie, gemeenten en waterschappen. Hij ziet hierin ook een redmiddel tegen het „steeds verder voortschrijdend proces" van het teloor gaan van archieven. Opwekkender is zijn mededeling over de aankoop van ruim 300 nos. archivalia van het museum voor het Gooi en omstreken, „dat zeer terecht het juiste standpunt innam dat een museum niet bestemd is voor de bewaring van archiefstukken". In Zeeland werd de inventarisatie ter hand genomen van het archief der Rekenkamer; de nieuw benoemde char termeester nam ter inleiding het maken van een regestenlijst ter hand van de stukken, opgenomen in de 10 copulaatboeken. De rijksarchivaris in Utrecht klaagt over de toestand van de memories van successie, waarvan enkele banden wandluizen zouden hebben bevat, reden waarom zij eerst met blauw- zuurgas waren ontsmet. Hij vermeldt enige belangrijke aanwinsten: de archie ven van de Guratoren en Academische Senaat der Rijksuniversiteit, terecht over gebracht van het stedelijk archief, daar sinds 1813 de Academie een rijksinstel ling is; verder twee belangrijke familie-archieven, nl. dat van familie Zouden- balch, teruggaand tot 1348 (overgegaan van het rijksarchief in Gelderland), en van de familie De Pesters, sinds 1675 in de provincie gevestigd. De wd. rijksarchivaris in Friesland citeert het rapport van den districtsinspecteur van het brandwezen, die tot de conclusie kwam „dat het Kanselarijgebouw door zijn algemene indeling en constructie als archief- gebouw ten enen male ongeschikt is en het treffen van voorzieningen, summier als zij dienen te blijven om de ongetwijfeld grote historische waarde van het bouwwerk niet te schaden, weinig gewicht in de schaal zal leggen t.a.v. de onbruikbaarheid als zodanig". Kanselarij-Sassenpoort-Abdijgebouwen, het voorgeslacht, dat deze monumenten, waarvoor geen andere bestemming te vinden scheen, als archiefbewaarplaats aanwees heeft ons wel een aantrekke lijke erfenis nagelaten! Voor de „haarstraubende" toestand der verwarming in het rijksarchief in O ver ij se 1 willen wij met een verwijzing naar het verslag (p. 90) volstaan. Men wordt er beslist koud van! RIJKSINSTITUUT VOOR OORLOGSDOCUMENTATIE. Het jaarverslag dezer instelling over 1948 bevat enkele mededelingen, die onze bijzondere belangstelling verdienen. Op aandrang van den vorigen mi-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 15