36
37
Rolls en van de redactie met een artikel van de .Deputy-Keeper "1) dr Hilary
Jenkinson over de plannen tot stichting van een internationale archieforgani
satie2). Dan volgt een bijdrage, de eerste van een te volgen reeks, over de
plaatselijke archieven in Engeland. Behandeld wordt het archief van het
graafschap Bedfordshire. Engeland heeft niet, zoals Nederland, een wet, die
voor het gehele land het publieke archiefwezen regelt. Slechts het Public
Record Office in Londen het centrale archiefdepöt van de staat heeft
het voorrecht van een wettelijke grondslag. Veel meer dan bij ons is de zorg
voor de plaatselijke archieven overgelaten aan de plaatselijke, kerkelijke en
wereldlijke autoriteiten, die zich zelf regels stellen (of niet!). Het droevig
gevolg is, dat de toestand van deze archieven over het algemeen zeer veel
te wensen overlaat.
Er is nu een sterke stroming hierin verbetering te brengen. Zo werd in
1938 voor Bedfordshire een overzicht samengesteld met opgave van de in
dat kleine graafschap aanwezige archieven in het bezit van overheid, parochies
en andere kerkelijke instellingen, corporaties en particulieren, waardoor het
archief te Bedford zich ontwikkeld heeft tot een centrum van locale en regiona
le archiefvorsing, dat aan andere graafschappen ten voorbeeld wordt gesteld.
Daör het veel te lang zou duren voordat men van geheel Engeland dergelijke
,,archiefgidsen gereed zou hebben werd in 1941 mede met het oog op te
nemen maatregelen ter bescherming tegen oorlogsgevaren besloten een veel
kortere lijst van alle bekende archieven in Engeland vast te stellen, topogra
fisch ingedeeld. Er is nu een commissie, waarin de „Commission on Historical
Manuscripts en de „British Records Association'' vertegenwoordigd zijn, die
dit werk, het samenstellen van een „National Register of Archives", heeft ter
hand genomen3).
Een verslag over dit „National Register of Archives" vindt men op
P. 51—52 van het nu verschenen nummer van Archives. In vele graafschappen
zijn vergaderingen gehouden en commissies ingesteld om het werk op gang
te brengen. Nog meer dan door de nalatigheid van de bezitters gaan de par
ticuliere archieven in Engeland te gronde als gevolg van het in steeds sneller
tempo verkopen van de grote landgoederen. Het verslag eindigt met de som
bere opmerking, dat, indien niet spoedig krachtiger maatregelen worden ge
nomen, de meeste particuliere archieven in Engeland in weinige jaren onher
roepelijk te niet zullen gaan!
Het volgende artikel „The Use of Archives in Education" is ook
een eerste van een te vervolgen reeks, waarin het nut van de archieven voor
allerlei doeleinden naar voren wordt gebracht. Hier wordt de taak van de
archieven om bij het onderwijs het verleden meer levend te maken, uiteen
gezet. De artikelen „Records and the National Coal Board" en „The Archives
of Hospital Contributory Schemes" brengen ons in kennis met het in
1De „Master of the Rolls" in feite een hoge rechterlijke ambtenaar is
in naam het hoofd van het Public Record Office, terwijl de functies van de
„Deputy Keeper" ongeveer overeenkomen met die van onze Algem Rijksarchivaris
2) Zie Ned. Archievenblad 52 (19471948), p. 11 en 121, en 53 (1948—1949), p. 5'.
3) 22nd Report of the Royal Commission on Historical Manuscripts (London
1946), p. 12.
Engeland nu zeer actuele onderwerp: socialisatie en archieven. In Engeland,
waar men tot voor kort weinig staatsbedrijven had, is men nu ijverig aan het
„socialiseren met het gevolg, dat liefst door de staat - gezorgd moet
worden voor de archieven van de opgeheven of met het staatsbedrijf ver
smolten organisaties, zoals de particuliere kolenmijnen, spoorwegmaatschap
pijen en ziekenhuizen. In een volgend artikel wordt onder de titel: „The Pu
blication of Modern Records" de vraag besproken, welke archieven verdienen
om door de druk vermenigvuldigd en dus vereeuwigd te worden.
Het nummer eindigt met verenigingsnieuws, verslagen en boekbesprekingen.
Wij vermeldden reeds het verslag over het Nationale Register van archieven.
Men vindt hier (blz. 52—53) voorts nog mededelingen over „the School for
Librarianship and Archives", een instelling van University College te Londen,
waar, in aansluiting met de opleiding van bibliothecarissen, een opleiding van
archivarissen in het leven is geroepen. Na een cursus van een jaar, waar den
a.s. archivisten wetenschappelijke en praktische kennis wordt bijgebracht, wordt
een examen afgenomen. In October 194/ werd de cursus geopend met een
openbare les van dr Jenkinson over: „Ihe English Archivist, a new Profes
sion". Na afloop van de cursus slaagden 15 leerlingen voor het examen.
Tenslotte treffen wij mededelingen aan over het vermenigvuldigen van
archiefstukken door de microfilm en over de oprichting van een organisatie
ter bevordering van de beoefening der plaatselijke geschiedenis. Dit comité
gaf reeds vlugschriften uit over: „A Plan for the Study of Local History
„The Compilation of County Bibliographies" en „A Local History Biblio
graphy", terwijl een „Handbook of Palaegraphy and Diplomatic" wordt sa
mengesteld.
Alles samengenomen is dit eerste nummer van Archives (elk jaar zullen
twee nummers verschijnen) rijk van inhoud, terwijl de artikelen in aantrekke
lijke vorm zijn geschreven. AA/ij ervaren, dat de belangstelling voor de ar
chieven in Engeland zeker niet minder is dan elders en dat daar vele pro
blemen, die ons ook bezig houden, aan de orde zijn. Wij spreken de beste
wensen uit voor Archives en ook de Nederlandse archivisten zullen zeker
met veel belangstelling van de inhoud kennis nemen.
B. VAN 'T HOFF.
VERNIETIGING VAN ARCHI VALIA
De inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in Utrecht brengt in
zijn verslag over 1948 het vernietigingsvraagstuk ter sprake. Wij citeren:
„De moderne administratie brengt een grote aanwas van de archieven te
weeg die slechts opgevangen kan worden door vernietiging, wil men niet
met een groeiend tekort aan bergruimte te doen krijgen. Mijn ervaring is, dat
over het algemeen te weinig wordt vernietigd, niettegenstaande de „Lijst,
houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in
de gemeente-archieven, dagtekenende van na 1850", in 1947 is herzien en bij
ministeriële beschikking opnieuw vastgesteld. WHiswaar legt deze lijst geen
verplichting tot vernietiging op, maar het welbegrepen eigenbelang der ge
meentebesturen zou m.i. meebrengen, dat van de in de lijst gegeven machtiging