14 Dit resultaat spreekt boekdelen, wanneer wij nagaan, hoe de materiële waar dering van het archivariaat zich geleidelijk aan heeft ontwikkeld. De tijden zijn voorbij, dat het als een louter liefhebberij vak gehonoreerd werd. Een van de vele verdiensten van Fruin is geweest, het archiefwezen als een ver lengstuk van de administratie te doen erkennen en te bereiken, dat het ook als zodanig werd gehonoreerd. Betekende dit aan de ene kant een belangrijke winst, aan de andere kant valt het niet te ontkennen, dat, door het accent aldus te plaatsen, het gevaar ontstond, dat men op een dergelijk verlengstuk in tijden van crisis het eerst zou gaan bezuinigen Fruin heeft dit gevaar niet kunnen afwenden. De ouderen onder U zullen zich dit nog goed herinneren. Het nieuwe bezoldigingsbesluit brengt thans een herwaardering van de arbeid der wetenschappelijke archief ambtenaren. Een herwaardering, die wij stelhg niet te danken hebben aan het afwegen van het nut, dat het archiefwezen voor de rijksadministratie oplevert. Zoals blijkt uit een vergelijking met de in dezelfde loonschalen ingedeelde groepen van het rijkspersoneel, houdt de nieuwe bezoldiging van de archiefambtenaren ik bedoel hier speciaal de academisch gevormden de erkenning in van de archiefdienst als een weten schappelijke instelling. Ware deze erkenning achterwege gebleven, dan had men geen reden aanwezig geacht om de salarissen noemenswaard te verhogen. De niet-academisch gevormden hebben dit helaas maar al te duidelijk on dervonden. Nu bereikt is, wat momenteel redelijk bereikbaar was, zal men zich allicht afvragen, wat voor de afdeling in de toekomst nog te doen blijft. Dat waak zaamheid tegen relatieve achteruitgang ten opzichte van gelijkwaardige groe pen geboden blijft, heeft de heer Van der Gouw reeds terecht opgemerkt. Sindsdien is er evenwel iets gebeurd, dat ons reden geeft tot nieuwe bezorgd heid. Hoewel het feit, waarop ik doel, eigenlijk niet meer valt binnen het afgelopen verenigingsjaar, dat strikt genomen op 31 Augustus diende te worden afgesloten, wil ik het, nu dit verslag later wordt uitgebracht dan aanvankelijk de bedoeling was, toch niet onvermeld laten. Nog zijn de onmiddellijke ge volgen van de devaluatie van de gulden niet te overzien, maar de vrees voor een nieuwe stijging van de kosten van levensonderhoud is niet denkbeeldig. Willen de ambtenarenorganisaties een verdere verarming van het ambtenaren corps tegengaan, dan zullen zij opnieuw haar stem moeten laten horen en onze afdeling zal zich daarbij zeker niet afzijdig kunnen houden. Met dit spookbeeld voor ogen, acht ik het van evident belang, dat wij ons ernstig afvragen of er geen mogelijkheden zijn om de positie van ons dienstvak in haar geheel nog te verbeteren. Al moge dit onder de gegeven omstandigheden wellicht alleen een toekomstideaal blijken te zijn, toch lijkt mij dit geen reden om het hoofd bij voorbaat te laten hangen. Stilstand betekent achteruitgang. Wij moeten ons roeren, zeker in een tijd, dat men stemmen hoort opgaan om de culturele belangen bij andere achter te stellen. Terugkerende tot de activiteit van. de afdeling in het afgelopen verenigings jaar, sta ik nog voor de taak U het volgende mede te delen. Op 28 October 1948 richtte het bestuur een request aan de Minister van Onderwijs, waarin het de belangen bepleitte van de vrouwelijke archiefambtenaren inzake haar benoembaarheid tot rijksarchivaris. Voorts wees het de leden op de mogelijk- 15 heid tot nagelaten inkoop van tijdelijke dienst en eventueel van de tijd, doorge bracht als volontair aan -een rijks- of gemeentearchief. Helaas moet hierbij de bekentenis worden gedaan, dat in de betreffende circulaire als fatale termijn een datum werd opgegeven, ons mondeling door de Centrale verstrekt, die achter-af niet juist bleek te zijn. Het aan onze leden regelmatig toegezon den orgaan van de Centrale heeft deze fout gelukkig nog bijtijds verbeterd. En hiermede ben ik gekomen aan het einde van mijn verslag, dat ik niet wil besluiten zonder een woord van bijzondere dank aan hen, die door hun per soonlijke bemoeiingen aan de huidige positieverbetering van de rijksarchief ambtenaren hebben medegeholpen. AFDELING VAN GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEF-AMBTENAREN Verslag van de achtentwintigste afdelingsvergadering op 29 October 1949 in het Stadhuis der Gemeente Amsterdam. Aanwezig 24 leden en 1 lid der Vereniging. Om elf uur opent de voorzitter, dr W. Moll, de vergadering. Daar de secretaresse door ziekte verhinderd is deze vergadering bij te wonen en het plaatsvervangend bestuurslid, mr G. J. ter Kuile, geen lid meer van deze afdeling is, wordt den penningmeester op gedragen de notulen van deze vergadering bij te houden. In zijn verslag over het wel en wee van onze afdeling in het afgelopen jaar deelt de voorzitter mede, dat het hem verheugt te kunnen berichten, dat de gelden van onze afdeling, die ons indertijd door het onzalige Ned. Ar beidsfront zijn ontstolen, weer gedeeltelijk teruggekomen zijn. Een drietal personen onttrok zich aan onze gelederen, nl. mr G. T. ter Kuile, die zijn archivariaat van Deventer heeft verwisseld voor het rijksarchivariaat van Over- ijsel, mej. S. M. van Zanten Jut en Pater mr D, de Kok O.F.M. Zes nieuwe leden traden tot onze afdeling toe, nl. de archivarissen van Deventer, Ede en Maastricht, resp. de heren A. C. F. Koch, S. B. J. Denijs en mr H. Wou ters; verder de heren C. Th. Lohmann, ambtenaar belast met de verzorging van het archief van Oosterhout, ds H. Hoekstra, adjunctcommies aan het ge meente-archief van Rotterdam en de heer B. H. Delamarre, adj.-archivaris van Maastricht, die allen hartelijk welkom geheten worden. De heer T. R, Mulder, die tot tijdelijk gemeente-archivaris van Hoorn werd benoemd, en de heer W. Hendriks, archivaris van Venlo. zijn nog niet tot onze Vereniging toege treden. In Delft is de heer P. J. G. Verburgt tot 2e assistent aan het ge meente-archief benoemd, hij is juist lid der Vereniging geworden. Het is ons een vreugde en voldoening geweest te vernemen, dat aan onze oud-voorzitter, mr A, le Cosquino de Bussy, gemeente-archivaris van Am sterdam, door H.M. de Koningin het officierskruis van de Orde van Oranje- Nassau is verleend. De elegante wijze, waarop de jonge officier de geluk wensen van zijn commilitones heeft beantwoord, heeft onze vreugde nog vergroot. Het feit, dat het oud-heerlijkheidsarchief van Bergen op Zoom, dat deel uitmaakte van het archief der Commissie van Breda, door het Rijk aan het archief der Markiezenstad is overgedragen, is een gelukwens aan de Bergense archivaris waard. Ook de archivaris van Zutphen kunnen wij gelukwensen

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 11