152
niet komen, zo men althans niet wil streven naar een mate van perfectionisme
die uit de publieke kas niet bestreden kan worden.
Wij wensen de nieuwe rijksarchivaris in Friesland geluk met zijn werk.
De hier bereikte logische orde moge eenvoudig schijnen, het heeft heel wat
overleg en moeite vereist haar te bereiken. Als het hem ook in zijn nieuwe
functie gelukt te bevorderen dat gaandeweg alle Friese gemeente-archieven
voor de onderzoekers bruikbaar worden is de extra moeite, voor Idaardera-
deel aangewend, goed besteed.
S. J. FOCKEMA ANDREAE.
Armand Louant en Renée Doehaerd. Inventaire des archives de la commune
de Jemappes 1335-1914), (Gembloux, 1942).
Armand Louant en M. A. Arnould, Inventaire des archives de la commune
de Wasmes (Borinage), (Gembloux, 1943).
Dez., Inventaire des archives de la commune de Ville-Pommeroeul (1626—
1927) (Gembloux, 1947).
Georges Hansotte, Inventaire des archives de la Ville de Chièvres (1404—
1918). (Bruxelles, 1948); resp. 24, 31, 23 en 59 blz., en 748, 678, 486 en 2215
nummers.
Het is een zeer verheugend feit dat ondanks de zware ramp, die door het
oorlogsgeweld van 14 Mei 1940 over het Staatsarchief van Henegouwen in
Bergen is gekomen, de inventarisatie van naar het Staatsarchief overgebrachte
gemeente-archieven krachtig wordt voortgezet. De Belgische Algemene Rijks
archivaris spreekt daarover dan ook zijn grote waardering uit in een voor
woord bij de inventaris van het archief van Jemappes en wijst daarbij terecht
op het grote belang van de ordening van moderne archieven. Immers de door
Louant en Mad. Doehaerd samengestelde inventaris van het in 1941 naar
Bergen overgebrachte archief van Jemappes, bestaat in hoofdzaak uit stukken
daterend van na het Ancien Régime, die van belang zijn voor onze kennis van
de grote industriële en sociale bewegingen en hun neerslag in de plaatselijke
samenleving. Dat de inventaris toch loopt over 1335 1914 wordt veroorzaakt
door de aanwezigheid in de rubriek „Bienfaisance" van vele ,,titres de pro-
priété anciens", in hoofdzaak betreffende eigendommen van de „Pauvres de
Jemappes".
Het archief van Wasmes werd in 1942 overgebracht naar Bergen. Wasmes
in de Borinage is een typisch dorp uit de mijnstreek geworden; hoewel er
reeds in de Middeleeuwen steenkolen werden gedolven bleef toch tot diep in
de achttiende eeuw het landbouwkarakter bewaard; eerst daarna begon de
industrialisatie. Even als bij Jemappes overwegen hier de stukken uit de
negentiende eeuw. Alleen zijn er belangrijke fiscale registers van oudere tijd.
Opmerking verdient nog dat er ook gegevens over Protestanten in dit mijn-
dorp in deze inventaris te vinden zijn.
Ville.Pommeroeul is een gemeente aan de rand van de Borinage. In tegen
stelling met Jemappes en Wasmes geldt het hier een zuiver agrarische samen
leving. Het archief werd in 1945 naar Bergen overgebracht, nadat de gemeente
bestuurderen de wens te kennen hadden gegeven de archieven, die geen
153
historisch belang hadden, te verkopen aan een chiffonnier". In dit archief
komen belangrijke registers voor uit de zeventiende en achttiende eeuw:
,,Assiettes ou róles de tailles" en „Comptes et acquits de la massarderie".
Verder is het in hoofdzaak een modern archief, waar bij nog valt op te mer
ken, dat door een personele unie de secretaris der gemeente en die van
,,la wateringue de Pommeroeul waren een en dezelfde persoon op het
einde van de vorige eeuw de administraties van gemeeente en „wateringue"
door elkaar liepen, wat in de inventaris ook te bespeuren valt.
In 1943 werd het archief van Chièvres naar Bergen overgebracht. Chièvres
is de hoofdplaats van een kanton in het arrondissement Ath en nu een land-
bouwdorp van ongeveer 3000 inwoners. Op het einde van de veertiende eeuw
was Chièvres een tamelijk bloeiend draperiecentrum. Maar het verval kwam
en wat ons aan archief is bewaard gebleven dateert uit de vervalperiode.
Toch is het archief van deze plaats van groot belang voor de geschiedenis
van deze streek om de grote hoeveelheid bewaard gebleven stukken en registers
uit de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw. Helaas is het middeleeuwse
chartermateriaal verdwenen, al kent men van enkele stukken de tekst.
Den bewerkers van deze inventaris alle hulde voor hun grondige en dege
lijke ordeningswerkzaamheden.
A. VAN DER POEST CLEMENT.
Renée Doehaerd. Inventaire des Archives de la Familie de Bousies de
Rouveroy. Gembloux, 1946.
Vele Nederlandse archivarissen kennen de geleerde jonge bewerkster van
bovengenoemd archief, maar dan als mevrouw De BockDoehaerd, van
het Algemeen Rijksarchief te Brussel, die in den zomer van 1946 in verband
met een oeconomisch-historische studie enige weken onderzoekingen in ver
scheidene van onze archieven instelde. Ook is het hier niet onbekend, dat
zij het was, die in Mei 1940 tenminste een deel van de chartercollectie wist
te redden uit het Staatsarchief te Bergen, dat toen tengevolge van oorlogs
handelingen grotendeels in vlammen is opgegaan.
De opzet van bovengenoemden inventaris is de ook hier te lande gebruike
lijke; een inleiding gaat vooraf aan den eigenlijken inventaris, die is onder
verdeeld in „Archives Personnelles" en „Biens". De eerstgenoemde afdeling
bevat na 44 nummers De Bousies 187 nummers, gewijd aan aanverwante
geslachten; daarop volgen 406 nummers, welke betrekking hebben op goede
ren. Een derde hoofdafdeling bevat ambtelijke stukken, door sommige familie
leden onder zich gehouden. Laatstgenoemde stukken heeft de bewerkster in
dit archief gelaten; in een vorig geval zijn dergelijke stukken uit het familie
archief1) gelicht en ondergebracht in de Staatsarchieven, waarop die archi
valia een aanvulling vormen. Ook ten onzent vindt men voorbeelden van
i) Inventaire des Archives de ia Familie G o b a r t. Zie Ned. Archievenblad
1935/36 p. 105.