128
achtergebleven, zo op te stellen, dat zij zover mogelijk van de ramen waren
verwijderd. Op 11 April, toen er geruchten gingen dat de Canadezen Assen
reeds hadden bereikt, werden ten slotte nog alle alleen in handschrift voor
handen inventarissen van de in het rijksarchief thuis behorende archieven,
benevens het exemplaar van het register-Feith, dat de aantekeningen bevat
betreffende de splitsing der daar beschreven stukken en de toewijzing daar
van aan rijks- of gemeente-archief, in de kelder geborgen. Daarbuiten zijn
gedurende de oorlogsjaren steeds gebleven de oude kerkelijke registers, die
in de zomer van 1944 waren opgesteld op de begane grond van het depot
in een deel, dat een grote mate van veiligheid bood.
Twee dagen later lag het rijksarchief in de frontlijn. Van de belevenissen
dier dagen alles liep ten slotte zonder ernstige ongelukken af is reeds
eerder mededeling gedaan in dit blad, zodat wij met een verwijzing kunnen
volstaan.16)
GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN.
Groningen. De ontruiming van de zolder van het door het gemeente-archief
gebruikte deel van het rijksarchiefgebouw had reeds in 1939 plaats. Daar
kelderruimte aan dit deel ontbrak, moest getracht worden de laagst gelegen
bergplaats, die nog niet van ijzeren kasten voorzien was, zo doelmatig mo
gelijk in te richten; zij werd daartoe in het middengedeelte voorzien van
een houten vloer op een verhoging, die diende om beschadiging van archivalia
door naar beneden stromend bluswater te voorkomen. Deze vloer werd door
het personeel onmiddellijk de dansvloer genoemd. Op 10 Mei 1940 werden
de meest waardevolle stukken daarop, compact opgestapeld, gelegd; s nachts
werd in de eerste tijd bewakingsdienst verricht. Toen bleek dat aan ver
schillende archivalia, met name de Retroacta, voortdurend behoefte bestond
werden zij opgevist. Zo bleef het gedurende de eerste jaren der bezetting.
Toen vaststond dat de invasie zou komen, moest het beschermingsprobleem
opnieuw onder de ogen worden gezien. De ervaring had geleerd, dat een stad
eerst als veroverd kon worden beschouwd, als de kern, het centrum, was
bezet. En het archiefgebouw lag in het centrum van Groningen, zodat men
kon verwachten gelijk ook uitgekomen is dat het in de gevechtshande
lingen betrokken zou worden. Dat leidde tot de conclusie dat het aanbeveling
verdiende de meest waardevolle delen te evacueren, zo mogelijk naar een
punt in de provincie waar, naar menselijk inzicht althans, geen felle ge
vechtshandelingen te duchten waren. Het aan de gemeente behorende v.m.
klooster Ter Apel, vrij eenzaam midden in de bossen gelegen, leek uiterst ge
schikt. In Nov. 1943 werd tot overbrenging hierheen besloten, maar het duurde
tot April 1944 eer van „Den Haag" de toestemming tot uitgave der luttele
f 500, die het transport zou kosten, werd ontvangen. Onmiddellijk werden de
archivalia, vermeerderd met enige van het rijksarchief, overgebracht; op de nu
vrijgekomen „dansvloer" werd zoveel mogelijk de rest van het oud-archief
neergelegd, dat op de bovenste bergplaats achtergebleven was. Achter bleef
daar de bibliotheek betreffende Groningen, die later op hoog bevel naar een
lagere verdieping werd overgebracht.
iB) Zie Ned. Archievenblad 1945/46 p. 124 vlg.
129
Kort na „Dolle Dinsdag" kwam het bevel der Wehrmacht dat de archi
valia de kloosterkelder hadden te verlaten om plaats te maken voor... boter
en kaas. Hier openbaarde zich het nadeel van de ligging vlak bij de Duitse
grens: bij een eventuele terugtocht had men behoefte aan een gunstig gelegen
opslagplaats! De archivalia zijn toen overgebracht naar het afgesloten ge
deelte der kloosterkerk. In het begin van 1945 echter moesten zij nog eens
verhuizen toen de kloostergebouwen ten behoeve van de Arbeidsdienst wer
den gevorderd; thans werden zij ondergebracht in de oude regentenkamer.
Terzelfder tijd werd ook nog een en ander bovengenoemd ms.register-
Feith, de registers van de B.S. 1811 1842 naar de kluis der Nutsspaar-
bank overgebracht.
Bij de bevrijding werd het gebouw gevechtsterrein: de commandant der
daarin zich legerende Duitsers vestigde zich in de kamer van den archivaris,
die inderdaad het beste uitzicht bood op de Grote Markt en die tot stelling
werd ingericht; daarvoor werden gelukkig geen archivalia doch slechts oude
couranten aangesleept. De kamer werd geheel verwoest, doch overigens liep
het boven verwachting goed af. Men mag echter zeggen dat het Groningse
archief door het oog van een naald is gegaan. Bij terugkomst bleek, dat de
stukken wat van vocht hadden geleden, doch verliezen waren niet te be
treuren.
Samenvattend meent de archivaris te moeten erkennen, dat het behoud
niet in de eerste plaats aan de getroffen maatregelen, doch veeleer telkens
aan gelukkige omstandigheden van min of meer toevallige aard te danken
is geweest. Toch gelooft hij, opnieuw in dergelijke omstandigheden geplaatst,
tot gelijksoortige maatregelen over te moeten gaan. Want één ding is juist
gebleken: de ligging van een archiefgebouw in het centrum van een stad
zal bij oorlogshandelingen in de meeste gevallen noodlottig blijken. Versprei
ding der verzamelingen blijft derhalve aangewezen.
T.a.v. de andere oude archieven in de provincie, nl. die van Appingedam
en van de waterschappen Hunsingo en Oldambt kan worden medegedeeld,
dat zij door de oorlog geen schade hebben geleden.
DRENTE.
RIJKSARCHIEF
Daar het dak van het depót grote lichtkappen van matglas had die in
1940 met eternietplaten zijn bekleed en de met het beheer belaste rijksar
chivaris niet te Assen woonde en dus bij eventuele rampen geen leiding aan
de bergingswerken zou kunnen geven, werd bij het uitbreken van de oorlog
in 1939 een groot aantal stukken naar de kelders overgebracht. Daar geen
stellingen aanwezig waren, moest alles worden opgestapeld, doch daar dit in
rustig tempo kon geschieden, werd een behoorlijke orde bewaard. In Mei
1940 werden nog vele andere archivalia in de kelders geplaatst, die in 1941
van een ijzeren deur werden voorzien; tevens werden daar houten stellingen
aangebracht, zodat de stukken weer in de juiste volgorde konden worden ge
plaatst en zij weer waren te raadplegen. In het begin van 1944 werden
overeenkomstig de voorschriften de zgn. dubbelen naar de bewaarplaats te
Paaslo overgebracht. Bij de invasie werd ook hetgeen nog op de verdieping
was overgebleven naar de kelders gebracht, doch thans konden de stukken