115 114 eerste dergelijke verklaring werd in Juni 1933, dus kort nadat Hitier het bewind in Duitsland had aanvaard, de 1868e of laatste in Nov. 1944 afgege ven. Het maken van foto's echter vertoonde een omgekeerd beeld. Tegen on geveer 2500 per jaar vóór de oorlog kwamen, tengevolge van fotografeer verbod en materiaalgebrek, in 1944 slechts 289 foto s binnen. Doordat na 1 Nov. 1944 de verwarming niet meer mocht worden gestookt, steeg de vochtigheidstoestand onrustbarend. De archieven werden echter minder door vocht aangetast dan te vrezen was, en begin 1945 kon op be scheiden schaal worden gestookt. Verliezen heeft het archief niet te betreuren gehad. Kedichem. De rekeningen van vóór 1936 zijn vernietigd. Leiden. In de vroege ochtend van 10 Mei 1940 werd hetgeen op de bovenste verdiepingen van het depót was opgesteld door middel van glij- planken naar beneden gelaten en op de begane grond tot een compacte massa opgestapeld; het bleek bij de grote gejaagdheid, waarin deze arbeid moest worden verricht, niet mogelijk de orde in de verzamelingen te handhaven. De retroacta van de B.S. en de waarboeken werden buiten de berging gehouden en apart opgesteld, daar zij voor de lopende dienst vereist waren. Later is de enorme hoeveelheid stukken op hun afdelingen gesorteerd, zodat het mogelijk was op diverse punten het geborgene gedeeltelijk te raadplegen, zij het dan ook met grote moeite. Zoveel mogelijk werd getracht het compacte karakter gedurende de verdere tijd te handhaven. Toen het notarieel archief en de bijlagen der rekeningen naar de nieuwe kluis in het stadhuis waren overgebracht, werd in het archiefgebouw enige verlichting verkregen. Door de gunstige ligging van het gebouw op het zuiden, met 56 ramen is ondanks het uitvallen der verwarming8) nergens een spoor van schimmel geconstateerd. Van schade, laat staan van verlies, der archieven is hier dan ook geen sprake. Nootdorp. Door de bezetting zijn vele stukken zoekgeraakt, doch niet van vóór 1813. Papendrecht. Alle stukken der Hoge en Vrije heerlijkheid zijn in Mei 1940 in Rotterdam door brand verloren gegaan. Piershil. Notulen van de Raad 1927—1932 en die van B. en W. 1889— 1931 zijn tijdens de bezetting van de secretarie door de Duitsers verdwenen. Rotterdam. Van de beveiligingsmaatregelen is reeds melding gemaakt.9) Driemaal liep het archief in oorlogstijd groot gevaar van luchtbombardement: in de Meidagen 1940 en 3 Oct. 1941, toen het nog goed afliep, en 29 Nov. 1944, toen het aangrenzende S.D.-gebouw het mikpunt was. Geen ruit bleef toen heel, scherven en brokken kalk vlogen door het gebouw en een zware walm drong van alle kanten het archief binnen. Herstel der schade werd spoedig ter hand genomen en met de bevrijding kon het archief weer voor het publiek worden geopend, hoewel niet alle archivalia nog waren te raad plegen. K) Vgl. Ned. Archievenblad 1939/40 p. 54. Zie Ned. Archievenblad 1939/40 p. 55 vlg. Verliezen heeft het archief niet geleden. Echter zijn in Mei 1940 bij het bombardement bij de Gemeente-politie en Technische diensten archiefstukken tussen 1928 1940 verbrand. Schiedam. In de vroege morgen van 10 Mei 1940 was het mogelijk volgens de plannen in korte tijd de belangrijkste archivalia in 20 grote zakken te pakken en die te bergen in de kelders van een bank. De veel geraadpleegde retroacta van de B.S. konden daar zelfs worden opgesteld en gebruikt. In 1944 werden enkele honderden delen uit rechterlijke en notariële archieven naar andere kluizen overgebracht. Alles keerde ongedeerd terug, behoudens wat schade aan de banden. Aan de opdracht, een biljet: Verboden voor Joden op te hangen heeft de archivaris geweigerd te voldoen. Twee malen gedurende de oorlog werd het archief onderzocht op inderdaad aanwezige verboden geschriften enz., gelukkig zonder resultaat. Bij een van deze gelegenheden werd de ar chivaris zelfs tijdens de speurtocht in het archief op zijn stoel vastgebonden. Schoonhoven. Niets te vermelden. Vlaardingen. Bij het uitbreken van de oorlog werden de daarvoor aange wezen bestanddelen der archieven ondergebracht in de kluis, waarin zich de van het Rijk in bewaring ontvangen archieven bevinden. De dienst werd zo goed mogelijk gaande gehouden, wat er niet eenvoudiger op werd toen in het najaar de archivaris werk- en bibliotheekkamer moest afstaan voor ander doel, en hem een klein vertrek, bovendien ver van het depót gelegen, werd toegewezen. Bovendien ontdeed de secretarie zich van dossiers en werd het archief der opgeheven gemeente Vlaardingerambacht overgebracht. Toen in Sept. 1944 de spoorwegstaking uitbrak kon de elders woonachtige archivaris zijn standplaats niet meer bereiken en eerst na de bevrijding kon hij terug keren, in zijn kamer de sporen van diverse bestemmingen aantreffend en een deel zijner bibliotheek missend. De geslotenheid der kluis in die tijd had de inhoud niet noemenswaardig benadeeld; verliezen zijn niet geleden. Strijen. Tijdens de bezetting van het gemeentehuis door de Duitsers is het huwelijksregister 1850—1859 verloren gegaan. Wassenaar. Daar de archiefruimte door de Duitsers als schuilkelder is gebezigd, is veel wanorde ontstaan. Door vocht zijn enkele oude registers geheel aan elkaar geplakt en onleesbaar geworden. WATERSCHAPS- EN POLDER ARCHIEVEN Hoogheemraadschap van Rijnland. Schokkende gebeurtenissen hebben niet olaats gehad; de archieven waren steeds te raadplegen, en verliezen zijn niet geleden. Hoogheemraadschap van Schieland. Het archief is volkomen intact ge bleven en heeft van het luchtgevaar niets te lijden gehad. Toch was er nog wel ander gevaar, waartegen maatregelen genomen moesten worden. Toen de Duitsers steeds meer hun blikken op Schielands huis richtten en in de tuin zelfs een grote bunker bouwden, scheen het geraden het archief zoveel mogelijk aan hun ogen te onttrekken. De ingenieur van Schieland, ir W. N. van Nooten, kwam toen op het gelukkige denkbeeld de toegang tot de

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1949 | | pagina 10