-7-
-6-
bi.j speciaal besluit of wanneer het hoofd van de dienst,welke de
ze archieven in bewaring heeft, om speciale redenen, machtiging
verleent om deze archieven naar de Nationale Archiefbewaarplaats
over te brengen.
Hierna is de Archivaris van de Verenigde Staten met het over
nemen dezer archieven begonnen en tot Juni 1.937 waren reeds 75000
strekkende.meter archief van de regerings-bureaux naar de Nationa
le^ Archief bewaarplaats overgebrachtDeze archieven werden daar ge
zuiverd, ontsmethersteld en geordend; ernstig werd studie gemaakt
van de honderdvoudig varierende systemen van classificatie der ar
chiefstukken bij de talloze diensten;methodes van inventarisatie
en catalogisering werden beproefd.De jaarverslagen van de archiva
ris der Verenigde Staten getuigen van een drukke en veelzijdige
werkzaamheid. Tengevolge daarvan groeide het Nationaal Archief te
Washington in enkele jaren uit tot een grote belangrijke instel
ling.Van 1934- tot 1937 was het personeel, dat aan deze instelling
verbonden is, gegroeid tot 24-9 man; in 194-7 was het aantal gestegen
tot 98^*#
Ongeveer twee weken geleden verscheen een uitvoerig over—
zicht van de inhoud der Nationale Archiefbewaarplaats te Washington
ogenblik; "Guide to the Records in the National Archives",
(Washington 194-8);het telt 684- bladzijden. Hieruit blijkt, dat in
deze Nationale Bewaarplaats de archieven van reeds 224- bestuursin
stellingen zijn overgebracht; van 75000 strekkende meter in 1937
zijn zij nu uitgegroeid tot 813.280 kubieke voet, of ruim 24-0.000
strekkende meter.
Be archieven_ook van de meest belangrijke en meest recente
diensten en instellingen zijn hieronder begrepen;zij worden immers
metterdaad overgedragen,wanneer zij bij de bestuursinstelling zelf
niet meer nodig zijn voor de afhandeling der lopende zaken; zo zijn
m de Nationalearchiefbewaarplaats onder het beheer van de Archi
varis der Verenigde Staten gesteld,zo nodig met beperkende bepa
lingen voor de toegankelijkheid, b.v. de archieven van;
1) the United States Secret Servicewaaronder de dagrapporten van
de agenten te velde medegedeeld aan het Witte Huis,1902-1936;
2) de archieven van de dienst der Openbare gezondheid, 1860-194-0;
3) de archieven van het Metereologisch Instituut, 1819 - 194-2;
4-) the records of the Fish and Wildlife Service met de archieven
van het Bureau der Biologische Inspectie, 1902 - 194-1;
5) de archieven van het Bureau van het Secretariaat van het De
partement van Oorlog, 1890 - 194-1;
6) de archieven van het Bureau van het Secretariaat van het De
partement van Marine, 1804- - 1944-;
KfH-arS5ieïen^Van de Generale Staf, daaronder de archiefstukken
betreffende de capitulatie van Japan in 194-5;
8) de archieven van het Bureau voor Prijsbeheer sing, 194-1 - 194-4-;
9) tenslotte de archieven van al de tijdelijke crisisinstellingen,
welke tijdens de 2de Wereldoorlog fungeerden.
De Amerikaanse Archiefwet van 1934- wordt overheerst door de
U1116»,, dat het Nationaal Archief op de allereerste plaats de
Staat heeft te dienen np alle terreinen van zijn wetgevende, uit-
^ön r®°bberlijke werkzaamheden; dat het daarnaast echter
webenschap heeft te dienen,door de haar toevertrouwde
archieven te bewaren en toegankelijk te maken voor ieder weten
schappelijk onderzoek.
Aan beide bedoelingen beantwoordt het in de hoogste mate:
met grote toewijding beheert het de archieven van talrijke be
stuursinstellingen, en voor èl deze instellingen staat het ten alle
tijde tot hulp en dienst gereed;het Nationale Archief heeft daar
door een grote actuele waarde en betekenis in het Bestuurs-organis-
me der Verenigde Staten,waarvan het in de korte tijd van zijn be
staan een onmisbaar element geworden is.Tevens dient het vol toe
wijding de wetenschap door tegelijkertijd alle middelen aan te wen
den om deze archieven voor het historisch onderzoek te behouden en
deze zo goed en gemakkelijk mogelijk voor dit onderzoek toeganke
lijk te maken;alle middelen,welke wij aanwenden bij het beheer van
onze oude archieven, en deze dan meer consequent en doeltreffend
toegepast.
Reeds in 1938 concludeerden wij, dat de toestanden in Belgie,
Frankrijk en Amerika ons veel te leren hadden.
Men heeft daar eindelijk erkend, dat de 19de eeuwse en moder
ne archieven, welke op de departementen en in de talloze bestuurs
instellingen van de Staat gevormd worden, voor een groot deel van
zéér grote waarde zijn;zakelijk, omdat daarin zijn vastgelegd tal
loze rechten van het Rijk en van zijn burgers; wetenschappelijk;
omdat zij daardoor tevens de belangrijkste bronnen zijn voor de ge
schiedenis van deze landen in de 19de eeuw en in onze eigen tijd.
Men heeft er echter tevens tot eigen schade en schande onder
vonden, wat het fatale lot is van archieven, die langer onder de
administraties der bestuursinstellingen blijven berusten dan voor
de afhandeling der lopende zaken van deze bestuursinstelling be
slist noodzakelijk is.
En men heeft daarom door wettelijke maatregelen,althans in
Frankrijk en Amerika,het toezicht op en de zorg v66r deze archieven
in handen gelegd van archivarissen ex-professo, waardoor-aan de
vroegere, veelvuldig voorkomende verwaarlozing, beschadiging,ver
minking en vernietiging van vele dezer archieven voor goed een ein
de gekomen is.
Wij hebben wel zeer uitvoerig' herhaald, wat wij in 1938 reeds
konden mededelen. Ons excuus daarvoor is het feit, dat wij helaas
ook nog steeds onze conclusie van toen moeten herhalen:de toestan
den in Belgie, Frankrijk en Amerika hebben ons, in Nederland, véél
te leren! nog stêédsl
De waarde en betekenis van de archieven, welke door de ac
tiviteit van de talloze administraties, diensten en instellingen
van de Staat in ons vaderland zijn gevormd gedurende de 135 jaren,
dat nu het Koninkrijk der Nederlanden bestaat, worden in theorie
wel erkend, Hoe zou het ook anders kunnen? Ook voor ons immers
ligt in deze archieven vast de historie van ons Vaderland; ook in
ons land zijn in deze archieven tevens vastgelegd talloze rechten
van het Rijk en van zijn burgers;ook in ons land zijn zij daardoor
voor een groot gedeelte tevens van belangrijke administratieve en
rechterlijke waarde. Wij, archivarissen van het Rijk en van zijn
gemeenten, hebben het dan ook zonder meer als onze plicht te be
schouwen om overal daar, waar Rijks- of gemeentearchieven ontstaan
zijn, te waken over de belangen van de overheid, welke ons in dit
ambt stelde. Deze belangen van de overheid vorderen van ons, dat
wij, archivarissen, met evenveel belangstelling, zorg en waakzaam
heid staan tegenover de archieven van de 19de eeuw en van onze ei
gen tijd, als waarmede wij de archieven van vroegere tijden onder
onze hoede genomen hebben.