80 KRONIEK DE VERSLAGEN OVER 1946 EN 1947. De Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven over 1946 zijn 1947 geda teerd, doch eerst eind October 1948 gedistribueerd. Ondanks deze verlate publicatie achten wij het nuttig, de voornaamste zaken van algemene aard daaruit aan te stippen. Die over 1947 verschenen begin Februari 1949, zodat grote verbetering te constateren valt. Van de archieven van de Duitse ambtenaren van de B. S. bleken geen andere te zijn bewaard dan die van den functionaris te Amsterdam (voor Noord-Holland en Utrecht), en dien te Zwolle (voor de vijf noordelijke en oostelijke provincies); zij zijn in 1946 geplaatst in de rijksarchieven resp. te Haarlem en te Zwolle. De rijksarchivaris in Overijsel merkt op, dat deze registers nog tot de veelvuldig geraadpleegde huidige administratieve ge gevens behoren en geenszins als een afgesloten archief beschouwd mogen worden. Het lijkt hem allerminst gewenst, dat het personeel van het rijks archief belast wordt met het voeren van een supra-provinciale B. S. van de Duitse bezetting en van hen, die hiermee in contact zijn getreden. Het ver slag 1947 vermeldt dan ook overdracht hiervan aan de ambtenaren van de B. S. resp. te Amsterdam en te Zwolle. Met buitenlandse archieven werd contact opgenomen. Van bijzonder be lang is het overleg geweest met den Algemene Rijksarchivaris van België, met wien in principe ruil van archiefstukken werd overeengekomen op grond slag van het herkomstbeginsel. In 1947 viel over de uitwisseling weinig mede te delen; de lijsten, inhoudende opgave der stukken, welke door Nederland zouden kunnen worden aangeboden, werden ingezonden, doch opgave van door België ter beschikking te stellen archivalia werd nog niet ontvangen. Voor de dringend nodige oplossing van het ruimtevraagstuk, met name bij de Tweede afdeling van het Algemeen Rijksarchief, werd gestreefd naar verkrijging van een hulpgebouw, en daarnaast consequente verwijdering van blanco vellen en vernietigbare stukken; hierdoor zou van de 10000 m. dezer afdeling naar matige schatting wel één derde uitgewonnen kunnen worden. In 1947 viel de aandacht op een bunker te Schaarsbergen, die uiter mate geschikt leek voor berging van omvangrijke hoeveelheden archief stukken. De aangelegenheid scheen zich in voor het rijksarchiefwezen gun stige zin te ontwikkelen, doch tegen het eind van het jaar maakte het Depar tement van Oorlog bezwaar het gebouw beschikbaar te stellen. De A. R. hoopt op wijziging in dit standpunt: met betrekkelijk geringe kosten zouden de bovenverdiepingen van dit massieve gebouw, dat aan onderhoud weinig zal kosten, voor de archiefdienst in gereedheid kunnen worden gebracht. Dit brengt echter niet mee dat op den duur, zodra toestand der schatkist en materialenpositie zulks toelaten, niet uitbreiding van te klein geworden provinciale depots onder de ogen zou moeten worden gezien. In de eerste plaats komen die te 's-Hertogenbosch en Leeuwarden in aanmerking; op den duur zal ook het gebouw Bleyenburg 38 te 's-Gravenhage, reeds in 1936 daartoe aangekocht, als archiefbewaarplaats moeten worden ingericht. Het probleem der overneming van nieuwe archieven vraagt dringend op- 81 lossing: 6000 m. archiefstukken staan voor overdracht gereed. Uiteraard kunnen alleen worden behouden die archieven, welke van wezenlijk belang voor de geschiedenis of de administratie zijn. Een sterk doorgevoerde ver nietiging van onbelangrijke archiefstukken is derhalve een eerste vereiste. Aan de Vernietigingscommissie is daarom nieuw leven ingeblazen. Als eis wordt van de zijde van de rijksarchiefdienst gesteld van de administratie slechts die archieven over te nemen, welke ontdaan zijn van datgene, wat voor de toekomst geen belang meer heeft. Naarmate in het werk der Tweede afdeling de jongste archieven van meer betekenis worden, ontstaat behoefte aan een verschuiving in het personeel in deze zin, dat een overwegend gedeelte daarvan door opleiding en vroe gere werkzaamheid speciaal op de behandeling der nieuwste archieven ge richt moet zijn. Daarvoor dient de betreffende bestuursmaatregel te worden gewijzigd. Het voorschrift, dat minstens twee universitair gevormde ambte naren eist, is hiervoor niet doelmatig; hier is slechts een geringe hoeveel heid werk, die een academisch gevormde eist. Daartegenover staat gemis aan werkkracht van anderen aard. T.a.v. de inventarisatiewerkzaamheden aan het A.R.A. kan worden ge meld, dat mr Hardenberg een begin maakte met herordening van de archieven der Staten-Generaal, waarvan tot nu toe geen inventaris volgens de begin selen der moderne archiefleer bestond. De ms.-inventaris van de Kamer Amsterdam der V.O.I.C., die berust op arbeid der hoogleraren Heeres en Colenbrander en die moest worden overgetypt, werd gereviseerd door mej. Roelofsz; de inventarisatie van het archief der Kamer Zeeland vorderde slecht, daar de orde, reeds in 1902 ernstig verstoord, nu chaotisch was geworden daar tijdens de transporten van en naar Heemskerk van een groot aantal delen de nummers verloren zijn gegaan. „Met enige voldoening" wordt vastgesteld, dat in het eigenlijke depót der Tweede afdeling thans nagenoeg geen ongeïnventariseerde bestanddelen meer voorkomen; de achterstand in de inventarisatie is weggewerkt. Voor een deel is dit resultaat bereikt doordat aan de inventarisatie minder hoge eisen werden gesteld. Voltooid werd nu de inventarisatie van de archieven der waterstaatsfunctionarissen. Het conglomeraat der militaire archieven werd in behandeling genomen; o.o.v. zal deze in 1948 gereed kunnen komen. Het archief van den raadpensionaris Heinsius werd door mr van 't Hoff voltooid; van het familie-archief Van der Heim werd een overzicht samen gesteld. De heer Van der Gouw bewerkte de inventaris van de zeer belang rijke collectie ter charterkamer van Holland gedeponeerde stukken, afkomstig van ambtenaren der centrale regering tijdens Karei V. Overneming van de archieven der tijdelijke bestuursinstellingen uit de jaren 19401945 werd voorbereid mits de materiële mogelijkheid, in de vorm van een hulpgebouw, werd geschapen. Van deze zeer verspreide ar chieven werd een overzicht opgemaakt. Enkele kleinere archiefbestand delen zijn reeds overgenomen. Geadviseerd werd tot integrale vernietiging der archieven van plaatselijke en districtsbrandstoffencommissies, terwijl de archivalia der districtsadviseurs van het Rijkskolenbureau althans voors hands bewaard zullen blijven. Ook t.a.v. de P.T.T. archieven kon drastische beperking worden aanbevolen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1949 | | pagina 13