77
76
Onmiddellijk na Pearl Harbour werd meer dan 1/3 deel der 500 ambte
naren gemobiliseerd of voor oorlogswerk opgeroepen en deze konden slechts
gedeeltelijk door onervaren krachten vervangen worden. Dat geen staal voor
rekken, laden en dozen meer verkregen kon worden zagen wij reeds. En
juist nu zwol de stroom der archieven aan, daar alle regeringsbureaux met
ruimtegebrek te kampen kregen. Soms lagen er meer dan 70.000 meters ar
chief onuitgerookt en onbewerkt in de kelders..
Ook de inlichtingendienst breidde zich angstwekkend uit. Het bezoekers
aantal steeg tenslotte tot 16.000, terwijl in één jaar 321.000 inlichtingen werden
verschaft, waarvan 80 aan regeringsinstanties en uit archieven van de
eerste wereldoorlog. Om hier aan het hoofd te bieden werd het verschaffen
van genealogische inlichtingen stopgezet, behalve wanneer het om het geldig
maken van rechten ging.
Voor de regeringsbureaux werd een archiefgids uitgegeven, een boek van
666 bladzijden, waarin alle archieven uit de oorlogsjaren 1914—1918 werden
vermeld.
Toen men zelfs in Washington voor bommen ging vrezen, werden evacua
tie-kisten aangeschaft en werden alle oudere, brandbare films overgebracht
naar de gewelven van een oud fort bij Washington, waar ze echter door
vocht werden bedreigd.
In 1943 leefde ook Amerika in afwachting van een invasie in Europa en
de voorbereidingen daarvoor strekten zich ook uit tot de National Archives.
Die namen de zorg voor een zo mogelijk behouden der Europese archieven
op zich en daartoe werd een lijst van 1600 archiefdepots in Europa opge
steld, voorzien van talrijke bijzonderheden en de namen der verantwoordelijke
beheerders. Toen de Amerikaanse legers in Europa waren doorgedrongen
werden hun zelfs archiefdeskundigen toegevoegd.
Inmiddels had de archivaris zich er terdege rekenschap van gegeven, dat
na het eindigen der vijandelijkheden een ongekende toevloed van oorlogs
archieven te wachten was. Deze verwachting is tenvolle in vervulling gegaan,
het Amerikaanse archiefwezen kreeg te worstelen met een probleem van
werkelijk enorme omvang.
Toen in 1945 de oorlog ten einde was, waren alle rekken, laden en dozen
in de depots geheel gevuld met meer dan 600.000 meters archieven, terwijl
men ook in de lege ruimten, zelfs in gangen en bergplaatsen stukken had
moeten opstapelen. Feitelijk waren alle archieven uit wereldoorlog I over
genomen en de archieven van enkele departementen tot 1940. De bibliotheek,
bestemd voor hoogstens 40.000 delen was tot 56.000 delen en 38.000 brochu
res aangegroeid. Er waren 447.000 kaarten, waaronder vele Duitse militaire
oorlogskaarten, 13.600.000 voeten film, o.a. talrijke op de Duitsers veroverde,
226.000 gramofoonplaten, b.v. alle uitzendingen van de National Broadcasting
Co. gedurende de eerste 36 uren na de invasie in Normandië. Verder 1.200.000
foto's en 22.227 rollen micro-film. Wel heel andere getallen dus dan we in
1939 vonden.
De archieven van de United States werden in 1945 geschat op 30.000.000
meter, waarvan dus slechts ruim 3 in het archiefgebouw geborgen kon
worden. Verder bevat de staat 234.000 motion-pictures, 160.000 rollen aerial
film, 34.000.000 still films. Het gebouw kan hiervan minder dan y2 ber-
gen, hoewel het, zoals de archivaris toch met voldoening opmerkt, de grootste
wetenschappelijke verzameling ter wereld bevat.
Wat moet men nu doen om een zo reusachtige hoeveelheid archieven
meester te blijven? Er rest slechts één middel, n.l. vernietiging op grote schaal.
Immers alleen de oorlogsarchieven der jaren 1941 1945 zijn 5.i000.D00
meters groot en om deze te bergen zou men voor 75.000.000 gebouwen
moeteïi zetten, een geheel nieuw regeringskwartier. En zelfs als dit mogelijk
was, zou men tijd en personeel missen om deze te verzorgen, laat staan te
beschrijven.
Dus begon men met energie te vernietigen. De archivaris noemt dit werk
thans de voornaamste taak van de archiefstaf. Hij spreekt ronduit uit, dat
men niet meer moet vragen wat vernietigd kan worden, maar wat zeer be
paald bewaard moet blijven. Daar de reeds tijdens de oorlog aangewende
pogingen om op de oorlogsbureaux zelf de archieven te laten schiften en
ordenen slechts in enkele gevallen resultaat hebben gehad, moet de archief
staf dit nu ter hand nemen. Men splitst de archieven daartoe in drie delen
n.l. het z.g. politieke, een klein gedeelte dat onvoorwaardelijk behouden moet
blijven, het strikt huishoudelijke, dat op enkele financiële stukken na vernie
tigd kan worden en het administratieve, dat wel van belang is maar nood
gedwongen gedecimeerd moet worden. Meer dan 10 of hoogstens 20 van
een archief kan niet behouden blijven en dit deel kan dan door de microfilm
nog tot kleine proporties worden teruggebracht.
Toch ziet men in, dat vernietiging steeds met voorzichtigheid dient te ge
schieden. De toestemming van de archivaris is daarom in elk geval opnieuw
vereist. Natuurlijk zijn de vernietigingsbepalingen sedert de wet van 1934
zeer verruimd.
Voor de gewone, doorlopende niet-oorlogsarchieven heeft men thans lijsten
van vernietigbare stukken en daarmee kan men jaarlijks meer archief vernie
tigen dan gevormd wordt. Zo hoopt men over b.v. 10 jaar een evenwichts
toestand bereikt te hebben.
Toch is nu reeds zeker, dat het archief gebouw, waarvan men in 1935 re
kende, dat het voor een eeuw voldoende ruimte zou bieden, veel en veel te
klein is. Daarom bestaan plannen tot de bouw van een nieuw depot even
buiten de stad, dat 500.000 meter moet kunnen bevatten en 6.500.000 zal
kosten. Dan wil men een afzonderlijk gebouw stichten voor 100.000 rollen
film, kosten 5.000.000.
Dit laatste is ook hoog nodig, want het tegenwoordige gebouw kan slechts
5000 rollen film bevatten en sedert 1946 zijn dan ook twee tijdelijke film
depots elk met een capaciteit van 27.000 rollen in gebruik genomen, waar
van meer dan de helft direct was gevuld.
Na de oorlog heeft de Amerikaanse archiefdienst veel bemoeienis gehad
met archieven in Europa. Direct werd te Kassei een depot gevestigd, waar
vele Duitse archieven, vooral die van het Departement van Buitenlandse
Zaken werden bijeengebracht. Later zijn deze naar Berlijn teruggebracht.
In Italië werden met 11 Amerikaanse treinen, elk van 35 wagons, archie
ven die Mussolini naar het noorden had getransporteerd naar Rome terugge
voerd. Ook voor de archieven in Japan, Ned.-Indië enz. werd gezorgd, terwijl
voor de recuperatie veel werd gedaan, zoals ons Nederlanders goed bekend is.