8
voor de waterschapsarchieven te ontwerpen.'1) En het zou mij niet verwon
deren indien de staatscommissie-Mey, die ingesteld is bij besluit van de
Minister-President van 12 September 19476) en die binnenkort haar rapport
zal uitbrengen, ook zal voorstellen om registratuurplannen voor de departe-
ments-archieven te ontwerpen.
Op deze ontwikkeling hebben wij archivarissen en heeft onze vereniging
weinig directe invloed gehad. De gang van zaken was. zoals prof. Fruin
voorspelde, dat de eisen van de administratie de doorslag gaven. Toch heb
ben wij ons niet onthouden en zo zijn enkelen onzer, nl. de heren Coster,
Hommes, Panhuysen en Smit lid van de commissie voor de verzorging van
de gemeentelijke archieven, waarvan de heer Noordenbos, directeur van
het registratuurbureau der Vereniging van Nederlandse Gemeenten, voorzitter
is; hebben anderen, te weten de heren IMoll, IMommers en Hommes zitting
in de examen-commissies, waarbij, als ik het wel heb, de a.s. registratoren
vooral op het hart wordt gedrukt om hun ordeningsneigingen niet uit te
strekken tot de archieven van vóór de registratuur, waarvoor steeds het
advies van de provinciale inspecteurs moet worden ingeroepen. Ook overigens
men leze de artikelen van de heer Noordenbos en anderen in het Archieven
blad -wordt van de zijde van de Registratuur op het oordeel van de
archivarissen prijs gesteld. Dat mr Fockema Andreae deel uitmaakt van de
commissie-Mey is óns een waarborg, dat niet alleen aan de verlangens van
de administratie wordt voldaan, maar ook aan de latere historische bestem
ming van de bescheiden volle aandacht wordt gegeven. In October wordt
in Den Haag een congres gehouden van de gezamenlijke studie-kringen voor
overheidsdocumentatie. Het feit, dat dit congres er prijs op blijkt te stellen
op het Algemeen Rijksarchief te worden ontvangen en het gebouw te be
zichtigen is een ander bewijs, dat men in registratuurkringen voor ons archief
beheer belangstelling heeft. Ik vraag mij af of het niet gewenst is dit con
tact ook onzerzijds te bevorderen.
Overigens is de geestdrift van ons, archivarissen, om ons met de aller
nieuwste archieven bezig te houden, over het algemeen beperkt. De voor
keur van velen van ons, die in de leer van de Handleiding zijn opgegroeid,
gaat meer uit naar de oude archieven dan naar de genormaliseerde, moderne
archieven, die meer door hun kwantiteit dan door hun kwaliteit imponeren.
De boodschap, dat wij weer met omvangrijke nieuwe archieven gelukkig
worden gemaakt, ontvangen wij niet steeds met ongemengde vreugde. Niet
slechts wordt onze werkkracht aan andere zaken, die ons meer aan het hart
gaan, onttrokken, maar zorg geeft ook het altijd nijpende ruimtegebrek.
Wanneer men bv. wenst, dat de memories van successie of de archieven
van de Burgerlijke Stand na 1842 naar de archieven worden overgebracht
en daar valt alles voor te zeggen! -dan dient de overheid ons ook de
daarvoor nodige plaatsruimte te bezorgen. Ik verklap meen ik geen geheim,
als ik mededeel, dat reeds lange tijd onderhandelingen worden gevoerd, die
bij gunstige afloop aan het Rijk een zeer ruime reserve-archiefbewaarplaats
5) W. J. Formsma, Een registratuurbureau voor waterschappen. N.A.B. 43
(1935—1936), p. 87—89.
0) N.A.B. 52 (1947—1948), p. 60.
9
zullen verschaffen. Het is werkelijk dringend nodig, dat dit probleem spoedig
wordt opgelost, want alleen dan zal ons archiefwezen zijn natuurlijke taak
de stukken van de Departementen en van de Rijksdiensten, die niet meer
voor de administratie nodig zijn, over te nemen, naar behoren kunnen
vervullen.
Is er, nu het bouwen van nieuwe archiefbewaarplaatsen voorlopig uit
zondering zal zijn, een andere weg om meer archiefruimte te krijgen? Het
komt mij voor, dat men met naarstig zoeken nog wel gebouwen kan vinden,
die, zij het niet ideale, toch wel voldoende archiefdepöts kunnen zijn. Mis
schien kan ook het instituut van streekarchieven, dat wel in de Archiefwet
is voorzien zonder dat aan die regeling uitvoering is gegeven, verlichting
brengen. Door samenwerking van gemeenten en waterschappen kan met
steun van de provinciale besturen zeker een meer economische verdeling en
een beter beheer verkregen worden van veel kleine archieven, die nu zeer
verspreid en vaak slecht verzorgd zijn V/at Zuid-Holland betreft wordt de
mogelijkheid voor een streekarchief voor Voorne en Putten onderzocht.
Waar een wetsontwerp uitbreiding geeft aan de samenwerking van publiek
rechtelijke lichamen kan hier in de toekomst wellicht meer bereikt worden.
Wanneer een centrale reserve-archief-bewaarplaats tot stand komt, waar
overigens de archieven van elke provincie apart gehouden zullen worden,
dan zal een wijziging van de Archiefwet noodzakelijk zijn. Het is onze leden
bekend, dat een algemene wijziging van de Archiefwet en de uitvoerings
besluiten wordt voorbereid en dat een vergadering van rijksarchivarissen aan
dat onderwerp is gewijd. Zoals bekend is het aandeel van onze vereniging
bij het tot stand komen van de Archiefwet zeer aanzienlijk geweest. Dit
was voor ons bestuur aanleiding aan de leden te vragen hunnerzijds gewenste
wijzigingen naar voren te brengen. Er kwamen enige antwoorden binnen,
waaraan zeker de nodige aandacht zal worden geschonken. Overigens is
mijn indruk, dat van een geheel nieuwe archiefwet geen sprake is, maar
dat men zich zal beperken tot de noodzakelijk gebleken wijzigingen. Wat
de departementsarchieven betreft bereidt de commissie-Mey een ontwerp
Koninklijk Besluit voor, dat het verouderde K. B. van 1823 moet vervangen.
De brand in het Koninklijk Paleis te 's-Gravenhage, waarbij het Koninklijk
Huisarchief gelukkig geen gevaar liep heeft weer eens de wenselijkheid van
goede brandvrije archiefbewaarplaatsen naar voren gebracht. Het Zutphense
gemeente-archief, dat in het Stadhuis ondergebracht is, werd ernstig be
dreigd bij de droevige brand van de toren der St. Walburgskerk. In weinige
uren werd het archief door rappe handen verplaatst. Onnodig te zeggen,
dat de archivaresse veel dagen nodig had om het archief weer in de oude
orde terug te brengen.
Zowel de gevaren, waaraan onze archieven door brand, oorlogsgevaar
of verwaarlozing bloot staan, alsook het nijpend ruimtegebrek plaatsen het
vraagstuk van de documentenreproductie in het midden van onze belang
stelling. Een ook voor archivisten zeer bezienswaardige en leerrijke tentoon
stelling werd omstreeks Kerstmis in Den Haag gehouden door het Instituut
voor documentenreproductie, waarvan de heer Bloemen voorzitter is.
In het Algemeen Rijksarchief is kortgeleden de reproductie van de daar