2 3 blik te gaan staan. Hij herdenkt dan onze op 24 Juli j.l. zo onverwacht over leden collega, dr A. L. Heerma van Voss, met o.a. de volgende woorden: „De eerste dag van dit jaar was voor Heerma van Voss een herdenkings dag. Het was toen 25 jaar geleden, dat hij in archiefdienst was getreden, en in die 25 jaar is hij steeds in Leeuwarden, eerst als chartermeester, later als rijksarchivaris, op zijn post geweest. Hij was in Friesland een algemeen ge ziene figuur, die zich niet alleen op het terrein van archieven en historie be woog, maar ook aan het culturele en maatschappelijke leven in Leeuwarden en Friesland een levendig aandeel had. Het heeft hem dan ook op zijn herden kingsdag niet aan belangstelling ontbroken. Heerma van Voss had het initia tief genomen tot het restaureren van de grafkelder der Oranjes, als huldeblijk voor het regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. Helaas heeft hij het aanbieden hiervan niet mogen beleven. Ook in onze kleine kring was Heerma van Voss een bekende en algemeen beminde figuur. Steeds ging van hem een opwekkende kracht uit op zijn omgeving. Onze vereniging heeft hij gedu rende jaren als bestuurslid en penningmeester gediend. Nog in zijn laatste levensjaar heeft hij voor de afdeling van de rijksambtenaren een tweedaagse bijeenkomst georganiseerd, die bij de deelnemers zeer in de smaak is geval len. In het Archievenblad zal zeker de persoon van Heerma van Voss en zijn verdiensten voor de wetenschap herdacht worden. Maar ook hier in deze vergadering mag wel gezegd worden, dat zijn nagedachtenis in onze archief kring in hoge ere zal blijven". Hierna brengt de voorzitter het jaarverslag uit. Dit zal in het Archieven blad worden gepubliceerd (zie hierachter). Naar aanleiding daarvan deelt jhr. dr. Graswinckel een en ander mede betreffende een in het kader van de UNESCO in Londen te houden verga dering van archivarissen uit verschillende landen. Op een desbetreffende vraag van de heer Taal antwoordt de voorzitter, dat met de Franse collega's contact nog moeilijk te verkrijgen is, en nader contact met de Engelse wordt nagestreefd. Dr Panhuysen wijst nog eens op het nut en de noodzaak voor ons archi- visten onze volle belangstelling juist aan de moderne archieven te schenken. Hij memoreert, dat bij de ambtenaren van de moderne administratie en re gistratuur anderzijds veel belangstelling bestaat voor de organisatie van de oude archieven. De voorzitter stemt hiermede in. Hij heeft in zijn jaarverslag de opmerking gemaakt, dat wij archivarissen weliswaar vaak van huis uit meer belangstelling hebben voor de oude archieven, maar hij heeft juist willen betogen, dat wij meer belangstelling moeten hebben voor de nieuwe archieven en dat meer contact met de beheerders van de moderne archieven en de mannen van de registratuur gewenst is. De heren Coster, Bloemen en Haga sluiten zich hierbij aan en het denkbeeld eens enige voormannen van de mo derne registratuur op een vergadering uit te nodigen vindt instemming. Daar op een desbetreffende vraag van de voorzitter niemand voorlezing van de notulen der vorige vergadering verlangt, wordt volgens traditie vol staan met de publicatie in het Archievenblad. Tegen toetreden als lid van de Vereniging worden noch ten aanzien van prof. dr W. Ph. Coolhaas noch ten aanzien van prof. dr I. J. Brugmans bezwaren naar voren gebracht. Aan beiden zal worden bericht, dat zij als lid zijn aanvaard. De voorzitter brengt in herinnering, dat bij rondschrijven aan de leden is verzocht eventueel gewenste wijzigingen in de statuten aan het bestuur mede te delen. Geen van de leden heeft hierop gereageerd. Met algemene stemmen wordt besloten het bestuur te machtigen de nodige stappen te doen om verlenging aan te vragen, zonder dat andere wijzigingen, dan die nodig zijn voor deze verlenging, worden aangebracht. De kascommissie, bestaande uit de heren Hazewinkel en Van der Poest Clement, heeft de rekening met de daarbij behorende bescheiden nagezien en gecontroleerd en adviseert de rekening goed te keuren en de penning meester te dechargeren. Nadat de penningmeester, mr G. J. ter Kuile jr., enige toelichtingen heeft gegeven en de heren Coster en Unger nog enige opmer kingen hebben gemaakt, wordt aldus besloten, terwijl het bestuur gemachtigd wordt om in verband met de gedeeltelijk nog te ontvangen rijkssubsidie enige boekhoudkundige wijzigingen aan te brengen in de rekeningen 1946/47 en 1947/48. Aan de orde komt dan de verkiezing van een nieuw bestuurslid in de vaca ture, ontstaan door reglementair aftreden van mr Hardenberg, die niet herkiesbaar is. De voorzitter dankt mr Hardenberg voor wat hij als bestuurs lid en als penningmeester voor de Vereniging heeft gedaan op de hem eigen voortreffelijke wijze. Voor de vervulling van deze vacature wordt van bestuurszijde de naam van dr Formsma genoemd, die reeds vroeger op voortreffelijke wijze het secretariaat heeft vervuld. De voorzitter wijst erop, dat de vergadering ove rigens volkomen vrij is in de keuze. De heer Bloemen zag gaarne, dat het bestuur aan de leden vooraf gelegenheid gaf candidaten te stellen. De voor zitter zegt, dat deze gelegenheid zowel vóór als op de vergadering bestaat, ook zonder dat dit uitdrukkelijk op de agenda wordt vermeld. Na gehouden stemming blijkt, dat 40 van de uitgebrachte 55 stemmen zijn uitgebracht op dr Formsma, die dus verkozen is. Daarna geeft de voorzitter het woord aan de heer Lefèvre, voorzitter van de Belgische zustervereniging, die namens de Belgische collega's verklaart, dat de toenadering en groeiende samenwerking hunnerzijds zeer op prijs wordt gesteld. Hij noemt de Belgische wetgeving, die vrouwen van de re gering uitsloot, weinig elegant. Hij wijst op voortreffelijke vorstinnen in het verleden: Koningin Elisabeth, Keizerin Maria Theresia, Koningin Victoria, en prijst Nederland gelukkig, waaraan het Huis van Oranje in deze tijd een vorstin schonk als Koningin Vlilhelmina, die nu onlangs de regering over droeg aan Koningin Juliana. Moge deze lang de kroon dragen, moge Neder land onder Haar regering bloeien, niet het minst op wetenschappelijk gebied, in t bijzonder op dat van de geschiedenis, het terrein van onze gemeen schappelijke arbeid. De voorzitter dankt de heer Lefèvre hartelijk voor deze woorden. De rondvraag brengt slechts een vraag van mr Groesbeek betreffende ..Regels voor de verzorging van gemeentearchieven na 1813", welke naar

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1949 | | pagina 5