44 wijl onder een vijfde afdeling verschillende bevoegdheden van minder belang waren samengebracht. In de bevoegdheden van de Raad is gedurende de verschillende perioden van zijn activiteit weinig verandering gebracht. Volgens deze genoemde vijf hoofdafdelingen zijn de archieven van de Raad in de loop der eeuwen gevormd en zij leveren vanzelfsprekend ook het schema, waarnaar de heren Lefèvre hun inventaris van deze archieven hoofdzakelijk hebben samengesteld. Eén feit heeft echter deze samenstelling zéér belangrijk beïnvloed. In de nacht van 6 Februari 1731 verwoestte een brand het paleis der hertogen van Brabant te Brussel, waarin toen het gehele archief van de Raad van Financiën werd bewaard; dit werd grotendeels een prooi der vlammen; nauweÜjks een tiende deel er van werd gered. De beheerders van het archief hebben zich van deze ramp niet al te veel aangetrokken. Zij verzamelden de resten van het archief, lieten deze stukken in wanorde bijeen en vormden een nieuw archief, uitsluitend samengesteld uit dossiers, daterende van na de brand. Deze volkomen afscheiding bleef sindsdien bestaan; voortaan waren er twee fondsen: de papieren gered uit de brand, welke sindsdien genoemd werden: ,,les archives de la Cour brülée" en de nieuwe dossiers van na de brand; alléén voor deze laatste gebruikte men de benaming: archief van de Raad van Financiën. De zorg voor dit laatste gedeelte, uit de Oostenrijkse periode, is blijkbaar buitengewoon goed geweest. De inleiding op de inventaris van de heren en P. Lefèvre, die de geschiedenis van de Raad van Financiën en van zijn archieven beknopt, maar zéér overzichtelijk verhaalt, zegt er van: „Pour aucune période de notre histoire, on ne trouwe des archives mieux organisées, plus accessibles et plus maniables que pour le régime autrichienOn connait l'art de ressembler les diverses pièces relatives a une même affaire, de manière a former un dossier parfaitement ordonné. Ces dossiers sont groupés en séries d ordre idéologique et rangées suivant un plan déter- miné a priori, d'après les différentes affaires, qui ressortissent au départe ment" (p. 18). Naast deze dossiers, „les actes", hield men de nodige registers bij. Bij hun definitieve inventarisatie van de archieven van de Raad van Financiën hebben de heren J. en P. Lefèvre de traditionele scheiding tussen het oude gedeelte van vóór 1731 en het nieuwe gedeelte van na dat jaar gehandhaafd. Het eerste gedeelte van 1531 tot 1731, wordt beschreven in één eerste Afdeling, onderverdeeld in vijf paragrafen, achtereenvolgens bevattende de zaken van algemene aard, en de zaken betreffende de domeinen, betref fende de beden 'en de belastingen, betreffende de handel en de douane, en betreffende de comptabiliteit; deze eerste afdeling bevat 567 nummers. In de tweede afdeling worden dezelfde vijf rubrieken herhaald, maar nu moet aan iedêre rubriek een geheel hoofdstuk gewijd worden, waarop nog twee hoofdstukken betreffende bijkomstige bevoegdheden van de Raad vol gen; de inventaris sluit met twee bijvoegsels betreffende persoonlijke papieren van functionarissen uit de Raad en betreffende enige organismen, welke onder de directie van de Raad fungeerden. De Tweede Afdeling lopende over de periode van 1732 tot 1794 bevat de nrs 568F170. 45 De inventaris is hiermede duidelijk en overzichtelijk en volgens de alge meen aanvaarde beginselen der archivistiek samengesteld. Wel heeft het mij verwonderd, dat bij de inschrijvingen der stukken doorgaans niet wordt mede gedeeld met wat voor soort van stukken men te maken heeft, dat in het algemeen niet wordt gezegd of een bepaald inventarisnummer uit registers, uit losse stukken, uit charters, of uit een combinatie van deze stukken is samengesteld, terwijl ook een aanduiding over de materiële omvang van het nummer (een pak, een omslag, een deel. enz.) in het algemeen ontbreekt. Zo luidt b.v. onder 2. „Affaires d'ordre domanial" nr. 70: „Quartiers d'Anvers et de Bois-le-Duc, 1603—1697"; nr. 85: „Domaine du Limbourg, 1616—1730"; nr. 113: „Domaine confisqué a la maison d'Orange-Nassau, 1607—1646"; nrs. 114—116: „Cessions faites en faveur de la maison d'Orange-Nassau a la suite de la paix de Munster: 114. 1647—1656; 115. 1660—1666; 116. 1669—1689". De nrs. 583—607 luiden: „Décrets (du Gou verneur Général) relatifs aux provinces de Flandre, Luxembourg, Gueldre. Limbourg et Malines". Steeds zonder enige beschrijving van de materiele aard der aanwezige stukken; (zie b.v. ook 7, p. 150, nrs. 5849'6394). Dit is de in het algemeen gevolgde methode. Soms echter wordt plotseling van deze regel afgeweken. Zo wordt b.v. bij de nrs. 807- 841 (p. 47) ge sproken van „Registres manuels portant l'indication des dispositions prises sur les requêtes présentées au Conseil", echter weer zonder dat iets over het a a n ta 1 der aanwezige registers gezegd wordt. Op dezelfde wijze wordt b.v. in de nrs. 649—754 gesproken van „Protocoles des résolu- tions du Conseil"; zonder nadere aanduiding. Van een „Statistique compléte des productions et industries des Pays-Bas autrichiens établie en 1764 d'après les indications du personel des douanes' (nrs. 439293) wordt echter weer wel medegedeeld, dat zij uit 2 delen bestaat; ook onder de nrs 5588—5602 worden van een „recueil d'ordonnances" en van een „recueil des placards, etc." plotseling het aantal delen opgegeven, terwijl dit onder de nrs. 56105627, waar andere, blijkbaar meerdelige ..Recueils' van plak katen en ordonnanties beschreven worden, weer achterwege blijft; hetzelfde herhaalt zich onder de nrs 5637'54 en 56755713. De beschrijving van nr. 5604 luidt zonder meer: „Tarif de 1670, textes imprimés avec indication des amendements y apportés au XVIIIe siècle die van nr. 5605 luidt: „Registre semblable". Nr. 570 luidt: „Nouvelles instructions données au Conseil par Charles VI, 28 Janvier 1733. Original Bij géén enkele andere beschrijving in deze inventaris hebben wij de mededeling „original aangetroffen! Ik ging hier vrij uitvoerig op deze kwestie in. omdat het toch ongetwijfeld in het belang is van de gebruikers van onze archiefinventarissen, dat een duidelijke omschrijving van de materiële aard der aanwezige stukken volgens een internationaal aanvaarde methode consequent in iedere inventaris wordt doorgevoerd. Zo is het zeker ook een groot gemak voor de gebruiker van een inventaris, wanneer in de algemene beschrijving van een serie van stukken, die over een bepaald aantal jaren lopen en die uit een bepaald aantal éénheden (de len, portefeuilles, enz.) bestaan, terstond samenvattend gezegd wordt over welke jaren zij lopen en uit hoeveel éénheden (delen, portefeuilles etc.) de

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1949 | | pagina 27