HET NIEUWE ARCHIEFDEPOT TE ROTTERDAM
Het nieuwe depót van het Gemeente-Archief te Rotterdam.
Foto Roovers.
15
De redacteur heeft mij verzocht terwille van de leden van onze Vereniging,
die de laatste jaarvergadering niet bijgewoond hebben, in dit blad in het
kort iets te vertellen over het pas gereed gekomen tweede archiefdepöt.
Bijna 50 jaren scheiden ons van de totstandkoming van het bestaande
archiefgebouwencomplex en in die 50 jaar hebben ook op het stuk van
archiefbouw nieuwe inzichten zich baan gebroken, zodat het nieuwe depót,
hoezeer uiterlijk gelijkend op het oude, in constructie en interieur in menig
opzicht daarvan afwijkt.
Zo heeft het in 1898 gebouwde magazijn geen betonskelet en geen kelder,
waar in geval van nood de belangrijkste archivalia geborgen kunnen worden.
Bij de bouw van het nieuwe depót heeft de architect zijn voordeel kunnen
doen met de in 1940 opgedane ervaring; vrijstaande gebouwen met beton
constructie zijn er in de binnenstad, zo zij tenminste geen voltreffer hebben
gehad, vrij goed afgekomen, b.v. de gemeentebibliotheek op de Nieuwe
Markt, terwijl wij gedurende de oorlogsjaren meermalen gelegenheid hadden
te betreuren, dat het magazijn geen nood-schuilkelder bezat. In deze leemten
heeft de architect bij de constructie van het nieuwe depót voorzien.
Kon voor 50 jaar gezegd worden, dat de ijzeren trap midden in het ge
bouw .ontegenzeggelijk een verbetering was voor de smalle wenteltrappen,
die meestal in een hoek van het gebouw in een toren worden aangetroffen"1),
de bouwmeester van het nieuwe magazijn heeft een van de bergruimte afge
sloten betonnen trappenhuis geconstrueerd. Deze trappen verbinden de
etages, die door betonvloeren en niet meer door gesmeed ijzeren tralie-
roosters van elkaar gescheiden zijn, een methode, die een halve eeuw geleden
als „dernier cri" gold.
Boekenrekken en kozijnen zijn in het oude depót van hout, in het nieuwe
van staal; de ruiten zijn van gewapend glas.
In plaats van de boekenlift met handbediening is in het nieuwe magazijn
een electrische lift geplaatst van veel groter capaciteit.
Op het gelijkvloerse gedeelte van het oude depót bevindt zich de zgn.
charterkamer, een vertrek van 12.50 m. lang, 5.60 m. breed en 5 m. hoog,
dat behalve voor het bewaren van charters, die in Rotterdam niet groot in
aantal zijn, dient voor het opbergen van de portretten en van de topographi-
sche en historische atlas benevens voor het houden van tentoonstellingen. Tot
dit vertrek hadden de bezoekers alleen toegang door het depót, een toestand,
die bezwaren had, die hier niet behoeven te worden uiteengezet. In het nieuwe
depót is een zaaltje van gelijke afmetingen ontworpen, dat in het bijzonder
ingericht is voor het houden van exposities en een afzonderlijke ingang
heeft, waardoor de bezoekersstroom als ik dit wellicht wat te euphemis-
tisch klinkende woord mag gebruiken buiten het archief om wordt geleid.
Het gebouw is door vier boven elkaar gelegen gangen met het bestaande
Ned. Archievenblad 1900/01, p. 41.