144
te hebben voor wat de onderzoeker nu en later dient te weten, getuige
een practisch berichtje als dat over de Burgerlijke Standsarchieven in
het Arrondissement s-Gravenhage. Ongetwijfeld zeer doeltreffend zijn
ook mededelingen als: Ons lid Van den Hoek bezit fiches op de Doop-
en Trouwboeken, alsmede van den Burg. Stand tot heden van Ba-
rendrecht (in no. 6); de fichescollectie van Hoekschewaardse en Ysel-
mondse geslachten van het lid Harshagen is gegroeid tot 13000 fiches;
de Vereeniging zelf verwierf fiches op de Gereformeerde trouwboeken
van Delfshaven (1746—1811). Het Februarinummer van 1947 wijdt een
woord van oprechte waardering aan de nagedachtenis van onzen zeer
betreurden oud-Algemeen-Rijksarchivaris mr R. Bijlsma en voegt daar
aan toe een lijst van zijn opera Roterodamensia.
Nieuw is De Zaende, Maandblad gewijd aan de Historie, Folklore en
Genealogie van de Zaanstreek. In de redactie hebben o.a. zitting mr J.
W. Groesbeek, Rijksarchivaris in Noord-Holland, en de heer G.
Honig, die, na omstreeks 65 jaren de geslacbtkunde te hebben beoefend,
onbetwist de genealoog van de Zaanstreek is. Reeds de eerste jaargang.
1946, in keurigen stempelband, biedt grote verscheidenheid van onder
werpen: naast A. van Braam s ,,Iets over de Zaansche familiegeschiede
nis (Een suggestie over het dienstbaar maken van genealogische ge
gevens aan het onderzoek naar economische en politieke verhoudingen)"
treft men artikels aan over kerktorens en kerkklokken, over bruidskronen
en rozenhoeden, over Zaanse afstammelingen van Leeghwater, over
het wapen van Oostzaan, over het slot Assumburg en zijn bewoners,
over het Zaanse dialect. Nuttig zal blijken de Bibliografie (van de
Zaanstreek) door W. van Santé. Tussen het proza staan hier en daar
aardige gedichtjes, waarvan sommige in dialect; ook de gevoelige noot
ontbreekt niet (,,main skoonste taid, main kindertaid Tal van fraaie
illustraties, waaronder verscheidene van nu verdwenen gezichten" in
de Zaanstreek, sieren den jaargang.
De tweede jaargang, 1947, brengt naast genealogisch-belangrijke arti
kels (genealogie van der Ley, de Personele Quotisatie te West-Zaan
dam, zoals ze in 1742 is vastgesteld) tal van bijdragen, welke uit anderen
hoofde belangwekkend zijn. Het glansnummer is ongetwijfeld de Augus-
tus-aflevering: de Czaar Peter herdenking 1947. Hoewel het blijkens
de inleiding reeds tweemaal is gepubliceerd, is in dit maandblad uitgege
ven het journaal van J. C. Nomen over het bezoek van Czaar Peter aan
Holland en Zaandam in 1697 en 1717. Het lijkt niet gewaagd, aan
de Zaende een goede toekomst te voorspellen.
In de rij van periodieken, uitgegeven door Familie-verenigingen, blijkt
nog in 1946 het Mededeelingenblad van de Stichting Familiekring Coe-
bergh zijn intrede te hebben gedaan. Als leider van het .Centraal Punt"
van de Stichting (en klaarblijkelijk ook als redacteur van de Mededeelin-
gen) treedt op de voorzitter dr J. B. M. Coebergh te Amsterdam. In
Januari 1947 zag een orgaan van het Maegskip de Goede De Goede
Ting het licht; dit Maandblad onder redactie van mevrouw De Goede
145
Lodder te Utrecht verscheen geregeld tot en met November 1947 en
werd in 1948 voortgezet.
Intussen zit het buitenland ook niet stil, getuige bv. de nieuwe uit
gave Schweizerisches Familienbuch (ondernomen naast en door den-
zelf deni uitgever als het Schweizerische Geschlechterbuch)waarvan in
1945 de eerste en in 1947 de tweede jaargang verscheen.
Noorwegen hervatte in 1945 de uitgave van zijn Slektshistorisk Tids-
skrift, Denemarken eind 1946 die van zijn Personalhistorisk Tidsskrift;
Oostenrijk die van den Adler; zo hervindt allerwegen de activiteit op
genealogisch gebied weder haar natuurlijke uitingsvormen.
Nieuw is ook De Schakel, tijdschrift van den Antwerpschen Kring voor
Familiekunde. De redactie bestaat uit negen leden, waaronder de voor
zitter van den Kring, dr F. van Melckebeke, apotheker. De eerste jaar
gang, 1946, bestaat slechts uit één nummer, de tweede, 1947, uit vier
nummers. Men vindt in dit blad zowel artikels in de Franse als in de
Nederlandse taal. Naast een bronnenpublicatie in afleveringen als de
Namenklapper op de Weesmeesterskamer der Gemeente Schelle 1611
1788" treft men een bespreking aan van de Nakomelingschap van P. P.
Rubens, een genealogie Van den Nieuwenhuysen (met alleraardigste
gegevens over den aangehuwden kanongieter Hans Poppenruyter, die
in 1534 te Mechelen overleed) en in elke aflevering een paar bladzijden
Armorial Anversois. Als een voortzetting van de publicatie van inven
tarissen van doop- en trouwboeken in geheöl België bewaard3) mag
gelden de inventaris van de parochieregisters in ihet rijksarchief en het
stadsarchief te Antwerpen. Verrassende resultaten levert het onderzoek
naar „Familienamen uit voornamen". Wie had gedacht, dat Nuyens
een patronym van Arnoldus was, Vrijs van Laurentius, Cole en Coel
van Nicolaus, Moens van Symon, Wijters van Walterus? Van sommige
lijkt de afleiding zelfs ongelofelijk: zou Joris niet eerder van Georgius
komen dan van Gregorius; komt Heymans waarlijk van Henricus? Is
Joos niet eerder van Jodocus of van Justus afgeleid dan van Johannes?
En Mathijs stamt immers van Matthias en niet van Mattheus.
Alles te zamen genomen belangwekkende en afwisselende lectuur. Als
nu de Frans-sprekende Belgen nog hun schroom voor een blad met
Nederlandsen naam kunnen overwinnen kan De Schakel een goede toe
komst tegemoet gaan4).
Bij het overzien van het terrein kan men vaststellen, dat in 1947 de
bloei van de genealogische litteratuur nog is toegenomen. Er is veel en
goed werk gedaan, en al moest hier en daar nog onmiskenbare opper
vlakkigheid worden geconstateerd er groeit een prijzenswaardig besef
van de noodzaak tot „afsteken naar de diepte".
E. C. M. PRINS.
3~) Begonnen in „Le Parchemin" 1939 door dr Lyna met een inventaris van de
Limburgse parochieregisters in het Rijksarchief te Hasselt.
4) De practijk wijst uit, dat een volstrekt niet beter blad met Fransen naam „1 hcus-
son", sedert Juni 1946 geheten „Le Blason", uitgave F. Roller, Brussel, gemakke
lijker een groten lezerskring verwerft.