76
van de Waalse Gemeente afkomstig, die door hem in 1795 niet zijn
ingeleverd en later blijkbaar in de kerkelijke archieven terecht Sn
gekomen, van waar zij gedeponeerd zijn in de Biblioühèque Wallonne
te Leiden het er veel beter afgebracht hebben .dan de bij de Burqer-
lijke Stand ingeleverde bijlagen van de andere kerken. 39)
I. H. VAN EEGHEN.
77
DE TWEE AMSTELLANDSE REKENING-ROLLEN
UIT DEN TIJD VAN BISSCHOP GUIDO
VAN UTRECHT
In zijn korte beschouwing, getiteld „Een „grafelijke rekening van
1308" 1heeft mr J. W. Groesbeek een wel zeer bejaarde koe uit de
sloot gehaald. Over de Amstellandse rentmeestersrekening van 1306'08
van een ongenoemden .rendant heeft in 1890 blijkens de agenda van het
Utrechtse rijksarchief en het gedrukte verslag van het Oud Provinciaal
Archief in Utrecht van dat jaar3) een briefwisseling plaats gevonden
tussen mr S. IVÏuller Fz. en den Minister van Binnenlandse Zaken, achter
wien jhr Van Riemsdijk, de algemene rijksarchivaris, stond. Mr Muller
had nl. de rentmeestersrekening, welke door zijn voorganger dr P. J.
Vermeulen in 1863 aan het Algemeen rijksarchief overgedragen
was, terugverzocht ter plaatsing in het archief der bisschoppen van
Utrecht. Hij meende, dat de rekening hierin behoorde, omdat bisschop
Guy als vruchtgebruiker niet verplicht was aan den bloot-eigenaar reke
ning te doen. Toen de algemene rijksarchivaris na enig heen en weer
geschrijf bij monde -van den Minister de in het Frans gestelde oorkonde
van 29 Juni 13093) aanvoerde, waarin bisschop Guy verklaarde, dat hij
de inkomsten van Amstelland en van het land van Woerden van zijn
broeder Jan, graaf van Henegouwen, van Holland, enz. in leen verkregen
had voordat hij bisschop werd en „ke nous (de bisschop) ne Ie tenons
mie pour le raison de nostre eveskie d'Utreit", legde mr Muller zich bij
de io.pvatting van jhr Van Riemsdijk neer, dat de rekening niet in het
bisschoppelijke archief behoorde, doch veeleer deel moest hebben uitge
maakt van het particuliere archief van Guy van Avesnes en dus na zijn
overlijden aan een zijner erfgenamen had moeten komen. Waar de goe
deren der Amstels aan de grafelijkheid van Holland zijn gekomen, werd
het doelmatig geoordeeld de rekening bij de grafelijkheidsarchieven te
plaatsen. Tevens ging mr Muller verder: hij stuurde ook de rekening van
Bernd van den Dorenweerde als bisschoppelijken baljuw van Amstelland
en Gooiland, welke over 130508 loopt, naar Den Haag4). Nochtans
39) Tegenwoordig bevinden zich op het Gemeente-Archief He n
bijlagen van 1707 tot 1807, echter met grote hiaten 9ev°^de
1) Nederlandsch Archievenblad, LI, 1947/8, blz. 141. Mr G. bespreekt alleen de
rentmeestersrekening, uitgegeven door dr H. G. Hamaker: De Rekeningen der
Grafelijkheid van Holland onder het Henegouwsche Huis, I, Werken Hist. Gen.
nieuwe serie no. 21, 1875, blz. 3 vlg., oorspr. A.R.A., grafelijkheidsrekenkamer mv.
no 2877. Vgi. mr W. F. H. Oldewelt, De Hofstede thins te Amsterdam, in:
Acht en Twintigste Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum, 1931, blz. 1
vlg.
2) Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven, XIII (1890), blz. 180.
3) F. van Mieris, Groot Charterboek der Graaven van Holland, II, blz. 86. Van M.
drukt af ,,nue" i.pl.v. „mie".
4) De baljuwsrekening is uitgegeven door mr J. A. Grothe in: Kromjk van het Mist.
Gen., 15den jrg. 1859, derde serie V, blz. 63 vlg., oorspr. A.R.A., grafelijkheids
rekenkamer, inv. no. 3724.
Men vergel. over de baljuws- en de rentmeestersrekeningen de aantekening van
mr S Muller Fzn in: Catalogus van het Archief der Bisschoppen van Utrecht, 1906,
bij inv. nos. 397 en 402, terwijl blz. XVII gesproken wordt over „twee elders
bewaarde, maar toch uit het (bisschoppelijke) depót afkomstige rekeningen van
baljuw en rentmeester van Amstelland van 1307 en 1308