74 daar,S,een geldige huwelijksvoltrekking zou erkend worden.31) Dit was blijkbaar zo aantrekkelijk, dat zelfs ingezetenen van andere steden zich hier in het huwelijk lieten verbinklen, terwijl ondertrouw en pro clamaties in hun woonplaats waren geschied. 32) Dit gebeurde trouwens meermalen ook op het stadhuis33) en in de Gereformeerde kerken 34) Burgerlijk huwelijk. In de provincie Holland is bij resolutie van 7 Mei 1795 door Pro visionele Representanten bepaald, dat -met ingang van 1 Juli de huwe lijksvoltrekking moest geschieden door de burgerlijke overheid. Op 6 Juni 1795 volgde ter uitvoering hiervan de publicatie van de Provi sionele Representanten van het viol'k van Amsterdam, waarbij bepaald werd, dat van 7 Juni 1795 af alle huwelijken voor het Committé van Justitie dezer stad of voor één of meer leden daarvan voltrokken zou den worden. Eveneens zou de ondertrouw voor dit college geschieden. De Commissarissen van de Huwelijkse Zaken moesten daartoe de aan- tekeningboeken met all wat daartoe en tot het i-n ondertrouw nemen en aantekenen relatief was, aan het Committé van Justitie tegen re<ju over geven. Voortaan zou het Committé van Justitie extracten uit de trouw registers -geven, zoweil uit degene, die tot nog toe in -de respectieve kerken der Hollandse en Franse Gereformeerde Gemeenten35) en op het stadhuis berust hadden, als uit die, welke van nu af door het Committé zelf gevormd zouden worden. 33Daartoe gelastten de Repre sentanten allen een iegelijk, die de voormelde trouw-boeken onder zich hebben of custodieren op aanstaanden Woensdag den 1 O-den deezer des voormiddags dezelven met alles wat daar toe betreklijk is, in handen van het Committé van Justitie over te geven." Tenslotte werd aan het Committé van Justitie opgedragen te beslissen- in alle questiën betrek- kelijk deze huwelijkszaken. Over de inlevering, die zonder de geringste tegenstand door de kosters van de verschillende kerken geschiedde, werd boven reeds meermalen 75 gesproken.37) De huwelijksproclamaties- en trouwregisters van het stadhuis behoorden niet tot het archief van de Commissarissen van de Huwelijkse Zaken,33) maar tot het gewone schepenenarchief en waren als zodanig al eerder bij het Committé van Justitie terecht gekomen. Op 19 Januari 1795 was de oude schepenbank opgeheven en een voorlopig Committé van Justitie ingesteld, dat o.a. evenals schepenen de bevoegd heid tot huwelijksvoltrekking bezat. Op 22 Januari werden de eerste huwelijken voor dit college voltrokken. Op 21 Januari 1795 had het Committé van twee voormalige schepenen alle papieren van de schepen bank afkomstig gevraagd. Hieronder moeten zich de huwelijkspro clamaties- en de trouwregisters 'van het stadhuis bevonden hebben. In 1804 is men weer teruggekeerd tot de instellingen van vóór 1795. Sinds 22 Januari geschiedde de huwelijksvoltrekking weer voor sche penen, sinds 3 Februari de intekening weer voor Commissarissen van Huwelijkse Zaken. Tot 1 Maart 1811 zijn deze beide colleges blijven bestaan. Met ingang van 1 Maart 1811 werd de stedelijke recntspraa afgeschaft. Van'dezen datum af zijn alle bevoegdheden met betrekking tot hét trouwen overgegaan op de Burgerlijke Stand. De huwelijksintekeningr-eg-isters en de huwelijksvoltrekkingregisters zijn zeer volledig bewaard. De proclamatieboeken, die natuurlijk van minder belang waren, zijn zeer onvolledig tot ons gekomen. Hetzelfde geldt voor die bijlagen. Merkwaardig is, dat de bijlagen van den koster 31D.T.B. 137A. Huwelijksvoltrekking op 18 Juni 1792 ,op proclamaties van Haarlem. •!3) B.v. huwelijksvoltrekking op 10 September 1786 op proclamaties van Water- graarsmeer. 31) Op 20 April 1617 werd zelfs op proclamatiën in de gemeente of verqaderinq der gelovigen in Keulen een huwelijk in de Oude Kerk voltrokken. 3j) De Engelse Presbyteriaanse Kerk is hier vergeten. De koster heeft echter wel een aanzegging gekregen. 3Ü) In enkele andere Hollandse steden zijn toen ook de trouwboeken van de kerken gevorderd, zoals Hoorn (mededeling van mr J. W. Groesbeek). Voor het grootste np121J!i 2ij echter pas m 1811 bij de invoering van de Burgerlijke Stand op gevraagd. Dit geschiedde op zeer verschillende wijze. In Leiden werden uitsluitend de boeken van voor 1795 gevprderd, in Haarlem de boeken tot 1811. In sommiqe P t qenuZ1Jn ,b°vendlen met al'een de eigenlijke huwelijksvoltrekkingregisters, maar ook de huwehjksinzegeningregisters gevorderd. 37) Er werd toen ingeleverd: Op 12 Juni 1795 door Commissarissen van de Huwe lijkse Zaken: 4 extra-ordinarisregisters, 1591 1636, 101 registers van intekening van de pui, 1583—1795, 239 registers van intekening van de kerk, 1578—1795, 24 proclamatieboeken van de Westerkerk, 1749-1795, 25 proclamatieboeken van de Zuiderkerk, 1746—1795, 25 huwelijkskrakeelr.ollen, 1592—1795, 247 pakken consenten, doodcedullen, weesbriefjes etc. van 3 maanden tot 3 maanden in een pak, 1717—1795. Op 28 Augustus 1795 door de koster van de Nieuwe Kerk: 12 trouwboeken, 1578—1795, 31 kladtrouwboeken, 1614—1728, 36 proclamatie boeken van de Nieuwe Kerk, 1725-1795, 5 proclamatieboeken van de Wester kerk, 1725—1732, 91 pakken acten buiten de stad en van de pui, 1605—1795, 3 pakken aantekeningbriefjes, 1775 1777. Op 1 en 8 September 1795 door de koster van de Oude Kerk: 16 trouwkladboeken, 1565-1795, 3 trouwboeken, 1711 1757, 1 oud geboden boek, 1624—1632, 28 proclamatieboeken, 1737—1795, 8 pakken' trouwacten, 1775-1795. Op 10 en 11 September 1795 door de koster van de Walenkerk: 5 trouwbpeken, 1584—1795, 7 proclamatieboeken, 1633—1795. Op 7 October 1795 door de koster der Engelse Kerk: 2 trouwboeken, 1607—1795, 19 pakken trouwacten, 17401795. (Het oudste intekeningregister van de pui en het oudste extra-ordinarisregister waren bij het intekeningregister van de Kerk ingebonden en zijn als zodanig niet vermeld) 3S) Wat de trouwregisters betreft, is dit zeer begrijpelijk. De huwelijksvoltrekking ge schiedde v->or schepenen, niet voor Commissarissen. W11 de proclamatieregisters betreft, is et echter merkwaardig, daar de proclamatieregisters van de kerk wel onder Commissarissen ressorteerden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1948 | | pagina 6