100
BOEKBESPREKING
Mr H. Hardertberg, met medewerking van dr F. Nuyens, Inventaris
der archieven van het arrondissement Maastricht en van het departement
van de Nedermaas (17941814). 's-Gravenhage 1946.
Het verdient bijzondere waardering, dat in Limburg gedurende de
oorlogsjaren) een werk tot stand is gekomen van den omvang en het
gehalte van dezen inventaris. De archieven uit den tijd der Franse over
heersing, die in Limburg 20 jaar geduurd heeft, vormen daar behoeven
wij niet aan te twijfelen een belangrijke bron voor onderzoekingen
op allerlei gebied. Daarom was het te betreuren, dat de in dezen inventaris
beschreven archieven van besturen en ambtenaren tot dusverre vrijwel
ontoegankelijk waren, behalve dan voor wijlen Flament, die er zich per
soonlijk zoveel mogelijk had ingewerkt, doch die kennis meenam in het
graf1
Gelet op den verw-arden toestand, waarin zij verkeerden, moet het werk
der ordening en beschrijving van deze archieven heel zwaar zijn geweest
en veel volharding van de bewerkers hebben gevergd. Mr Hardenberg
begon er mee in 1939, doch kon na zijn loverplaatsing naar Den Haag
in October 1943 nog maar een gedeelte van zijn tijd er aan geven, zodat
de hulp van dr Nuyens hem zeer welkom moet zijn geweest. Misschien
was het prettig om in den Duitsen tijd steeds met een Frans archief bezig
te zijn, en stellig was het animerend om er steeds aan herinnerd te wor
den dat aan de onderdrukking door een bezettende macht een einde
komt, zelfs al duurt deze 20 jaar, maar die opbeurende factoren hebben
toch zeker niet kunnen beletten, dat de bewerkers (in de eerste plaats
dan mr Hardenberg) de archieven, die zij zo mooi onder de knie hebben
gekregen, wel eens wat machtig zullen hebben gevonden. De meeste
archivarissen voelen zich nu eenmaal niet bijzonder aangetrokken tot
hoofdarchieven, wanneer het op inventariseren aankomt, en vooral niet
wanneer deze in hoofdzaak bestaan uit dossiers, waarin verwarring
heerst, maar wat is er eigenlijk van meer belang in een archiefdepót
dan dat men zijn weg in de hoofdarchieven kan vinden?
Bezien wij den inventaris nader, dan valt op, dat het voorwerk pagine
ring in Rom. cijfers) zeer omvangrijk is: 126 bladzijden. Om te beginnen
een kort oriënterend voorwoord van den rijksarchivaris in Limburg, ver
volgens de inleiding van de hand van mr Hardenberg (97 bladzijden),
een bibliografie van het arrondissement Maastricht en het departement
van de: Nedermaas.
De inventaris zelf begint met een „Overzicht" van den inhoud (blz.
18), terwijl in de inhoudsopgaaf van het gehele werk, aan het slot, die
inventaris zlonder meer is vermeld. Deze indeling vind ik niet praktisch,
101
want men zoekt achter en niet midden in het werk naar de inhouds
opgaaf van den inventaris en het is juist deze inhoudsopgaaf, waarnaar
de gebruikers van ihet werk het eerst zullen omzien.
Over de wenselijkheid van uitvoerige inleidingen bij archiefinventaris
sen bestaat, meen ik, verschil van inzicht. Persoonlijk heb ik er geen
bezwaar tegen, mits er niet te veel geschiedkundige bijzonderheden bij
worden gehaald. Tot dat te veel reken ik in deze inleiding de lijst van
bestuursfunotionarissen en de biografische aantekeningen over die per
sonen (blz. LXII vlg.), doch 'overigens kan ik mij met deze lange inleiding
wel verenigen, want de staatsinstellingen, op welker archieven de inven
taris betrekking heeft, zijn voor ons Nederlanders kenmerkend voor de
overgang van de oud-vaderlandse instellingen naar die van het Konink
rijk, en bovendien is de geschiedenis van de vestiging dezer Franse
organisatie nogal gecompliceerd. Terecht wijst de rijksarchivaris in zijn
voorwoord iep het feit, dat Limburg 15 jaar langer Frans is geweest dan
de rest van ons land.
Het in 1795 ingestelde departement van de Nedermaas verving het
kleinere arrondissement Maastricht en omvatte de tegenwoordige Neder
landse provincie Limburg met uitzondering van enkele gedeelten, die tot
het departement van de Roer behoorden, alsmede de gehele Belgische
provincie Limburg. Het archief van dit departement is derhalve het eerste,
dat op lonze vóór 1794 zo sterk verbrokkelde provincie Limburg betrek
king heeft, maar het betreft daarnaast een groot stuk buitenlands gebied.
Daar het bestuur gevestigd was te Maastricht, is het gehele archief
terecht geborgen in het Limburgse rijksarchiefdepót, maar de inhoud is
toch ook van belang voor onze Belgische buren. Het is begrijpelijk, dat
de invoering van de Franse administratie in veel opzichten heilzaam heeft
gewerkt in een gebied, dat tevoren een staalkaart van onderling ver
schillende instellingen vertoond had.
Tot het voorwerk behoort ook de boven reeds vermelde bibliografie,
een beschrijving van alle gedrukte uitgaven, het tijdvak en het gebied
van het departement van de Nedermaas betreffend. Ook hierbij vraagt
men zich af, of het werk niet te breed is opgezet, maar er zijn stellig
bijzondere omstandigheden, die deze toegift wettigen, en de gebruikers
van den inventaris kunnen er even zeker hun voordeel mee doen. Op blz.
237 vlg. een (ongenummerde) lijst van drukwerken, kaarten en plannen,
vermoedelijk behoord hebbende tot de hier beschreven archieven en
aanwezig in het Limburgse rijksarchief. Hier is het verband tot de
beschreven archieven veel sterker en de opname dus zonder meer
gewettigd.
Naast het voorwoord van den rijksarchivaris acht ik van bijzonder
belang voor de oriëntering in de archieven en in den arbeid van de
ordening en beschrijving afd. IV van de inleiding: Toelichting tot de
inventarisatie. De gevolgde methode verdient m.i. navolging door hen,
die zich met soortgelijke archieven in de andere provincies hebben bezig
te houden, zij het dan dat daar de Franse archieven een veel kortere
periiode beslaan en dientengevolge minder diepe sporen hebben achter
1De archieven van de rechterlijke colleges en ambtenaren in de tegenwoordige Ne
derlandse provincie Limburg in hetzelfde tijdperk en nog later, tot 1841, waren al
eerder beschreven door mr Hardenberg, doch deze inventaris is nog niet in druk
verschenen.