96
De Bibliothèque de l'Ecole des chartes CVI (1946) breng* een over
zicht van de 22 December 1939 in Italië tot stand gekomen archiefwet i
die nu de onze binnenkort op de helling gaat de aandacht ook der
Nederlandse archivisten moge trekken. Een zo deskundige als het hoofd
der geallieerde commissie voor archieven prees deze wet die, ware haar
in werking treden niet door de omstandigheden vertraagd, het land op
dit punt aan de spits der Europese landen zou hebben gebracht.
Art. 1 stelt niet alleen het beginsel, dat de Staat zorg draagt voor het
behoud van de acten zijner administratie en van de documenten, gedepo
neerd in zijn archieven, maar ook toezicht uitoefent op de archieven van
ondergeschikte administraties, op de archieven van verenigingen en van
particulieren. Deze tweede taak is geheel nieuw. Opgemerkt dient echter
dat kerkelijke archieven hier buiten vallen; het Vaticaan oefent binnen
zekere grenzen overigens, dit toezicht uit. Door deze nieuwe taak was
ingrijpende wijziging in kader en hiërarchie der Italiaanse archieven nodig.
Regionale inspecties soprintendenze archivistiche werden ingesteld
m een negental rijksarchieven; in de hoofdplaats der 74 provincies wer
den secties geschapen. Het aantal rijksarchieven (archivio di stato) werd
op 20 gesteld; daarnaast het Archivio del regno, ons Algemeen Rijks
archief. Aan het hoofd werd gesteld, in het Ministerie van Binnenlandse
Zaken, waaronder het archiefwezen ressorteert, een commissie voor de
archieven, die tot taak heeft de archivistische werkzaamheid: inventaris
sen, repertoria, mededelingen, wetgeving te coördineren. Daarnaast wer
den archiefscholen in het leven geroepen met een personeel van 374
personen! De volgende beginsel-bepalingen werden vastgesteld; onver
vreemdbaarheid der archivalia, overbrenging naar de rijksarchieven der
notariële acten van voor 1800 en van de papieren van hen, die een
publieke functie hebben uitgeoefend, onteigening of revindicatie ten ver
zoeke der inspecteurs van stukken der publieke administratie of van
historiscn belang, ten slotte nieuwe regeling van de openbaarheid der
acten.
Alle gemeenschappen zijn verplicht hun archieven te bewaren en te
doen inventariseren; een copie dient bij het rijksarchief of diens sectie
te worden ingeleverd. Hoofdplaatsen van provincies van boven 50000
hielen en plaatsen van bijzonder belang moeten de zorg voor hun archie
ven opdragen aan gediplomeerd personeel.
Ingrijpend toezicht wordt uitgeoefend op alle particuliere archieven;
tengevolge van het uitbreken van de oorlog aanvankelijk niet in werking
getreden is thans in Toscane hieraan een begin van uitvoering gegeven.
Geen archief of afzonderlijk archiefstuk mag het land verlaten zonder
machtiging van den minister; geen document, dat historisch of politiek
belang heeft, mag zonder diens toestemming worden vernietigd. Op over
treding is straf gesteld.
H De tekst der wet is afgedrukt in Archivi VI (1939), p. 233-244, dat ons echt-r
niet ten dienste stond.
97
Behalve door de oorlog is het in werking brengen dezer bepalingen
vertraagd door gebrek aan lokaliteit en van geschoold personeel. Van de
voorgeschreven inventarisatie is nog niet veel gekomen. In October 1944
echter is Emilio Re, voordien hoofd van het Archivio del Regno, aan
het hoofd van het commissariaat-generaal voor de archieven gesteld,
rechtstreeks onder den minister; een functie, te vergelijken met die van den
..Directeur des Archives de France"*). In hetzelfde jaar werd in het
land, dat juist was bevrijd van de loden last van een zware oorlog', een
lijvig werk gepubliceerd: Gli archivi di Stato italiani, een overzicht van
alle rijksarchiefdepots in Italië, bevattend de geschiedenis van het betrok
ken depót, opgave der fondsen, bibliografie der inventarissen en van de
voornaamste werken, met behulp van de bronnen van het depót tot
stand gekomen.
Inderdaad, er is reden, Italië om zijn archiefwezen te benijden!
The American Archivist van Januari 1944 bracht een belangrijk over
zicht van het archiefwezen in Engeland van de hand van Hilary Jenkin-
son, deputy-keeper van het Public Record Office. De Engelse archieven
kunnen onder vijf groepen worden gebracht; openbare (centrale en
locale), semi-openbare (b.v. van scholen, armeninstellingen e.d.), private
en kerkelijke. In afwijking van andere Europese landen is hier geen cen
traal toezicht op alle archieven, maar zekere samenwerking was voor de
oorlog reeds groeiende; de in 1932 opgerichte British Records Associa
tion, een volkomen vrijwillige vereniging van belangstellenden, waarvan
echter de Master of the rolls voorzitter is, heeft ten aanzien hiervan
grcte verdienste. De oorlog bracht gevaren van binnen en van buiten.
Als voorzorgsmaatregelen was ontruiming van dichtbebouwde streken en
verdeling van het risico toegepast van de inhoud van het Public
Record Office was meer dan 700 ton geëvacueerd naar 7 „county reposito
ries" en de verliezen waren dan ook niet omvangrijk. Het gebouw van
het P.R.O. werd door bomaanvallen licht beschadigd. Verloren ging te
Londen het archief der kolonie Southern Rhodesia, doch de rampen van
Coventry, Bristol en de Londense Guildhall brachten geen verliezen van
archieven mede. Opmerkelijk is echter J.'s bewering, dat een der lessen
uit deze geschiedenis "is a most emphatic confirmation of the view that
waiter, not fire, is the great enemy of the archivist". De campagne voor
papierophaling bedreigde de archieven van binnen: door ter beschikking
stelling van waardeloze archieven kon hieraan het hoofd worden geboden.
Ook hier, als in Amerika, was de mikrofotografie ruimschoots toegepast
o.a. ten aanzien van de oudste stukken van het High Court of
Justice een oorlogswinst, die voor uitbreiding vatbaar is.
Met bovengenoemde British Records Association hebben wij ruilver
keer aangeknoopt en uit de ontvangen verslagen der laatste jaren een
eerste indruk gewonnen van deze even merkwaardige als belangrijke
organisatie. Zij wordt gevormd door twee soorten leden: Institutional
Zie Ned. Archievenblad 1945/6, p. 156.
DE ITALIAANSE ARCHIEFWET VAN 1939
ARCHIEFWEZEN IN ENGELAND