2
in de provincie Oost-Vlaanderen, dr. F. R. J. Verhoeven, archivaris van
het Landsarchief te Batavia en dr. J. Th. Vermeulen, adjunct-archivaris
aldaar.
De Voorzitter heet de aanwezigen welkom en brengt een verslag uit
over de afgeloopen periode, dat hierna is afgedrukt.
Het Bestuur stelt voor de royeering van de leden drs. J. A. Brouwer,
dr. P. J. Dobbelaar, E. J. Th. A. M. van Emstede, mej. dr. D. A. Felix
en mr. A. van der Minne wegens hun onvaderlandslievende houding en
samenwerking met den vijand in de oorlogsjaren. Daar sommige leden
hiertegen bezwaren opperen, wordt het voorstel in stemming gebracht en
met 32 stemmen vóór aangenomen.
Daar dit op de vorige vergadering is nagelaten, wordt voorgesteld in
de kascommissie tot het nazien van de rekening 1945-1946 te benoemen
dr. W. Moll en den heer H. Brouwer, wat door de vergadering wordt
aanvaard.
Wegens periodieke aftreding van mr. A. P. van Schilfgaarde, die niet
herkiesbaar is, stelt het Bestuur candidaat mej. G. C. Telders pn den
heer Th. P. H. Wortel. De heer H. Brouwer stelt nog als candidaat voor
den heer C. G. H. Bloemen. Bij de schriftelijke stemming, waarbij de
heeren Van Schilfgaarde en Van Buytenen als stembureau fungeeren,
behaalt geen der candidaten de volstrekte meerderheid. Herstemming
heeft plaats tusschen de beide bestuurscandidaten, die de meeste stemmen
hadden behaald, met het gevolg, dat de heer Wortel met 29 stemmen
verkozen wordt. De Voorzitter bedankt mr. Van Schilfgaarde voor de
wijze, waarop hij zijn bestuursfunctie heeft waargenomen.
Dr. W. S. Unger licht vervolgens het voorstel van het Bestuur tot het
benoemen van eenige correspondeerende leden toe. Hun aantal was nooit
groot en is waarschijnlijk 'ten gevolge van den oorlog zeer geslonken,
doch is het aanknoopen en onderhouden van buitenlandsche relaties
van zeer veel belang. Het voorstel tot correspondeerende leden te benoe
men de heeren C. Tihon, algemeen rijksarchivaris in België, en Piétresson
de St. Aubin, conservator van de Archives du Nord te Rijsel, wordt
hierop bij acclamatie aangenomen.
De Voorzitter brengt vervolgens ter tafel een adres van de heeren
Beyerman en Sigal, waarbij het Bestuur wordt aangezocht stappen te
doen ter verbetering van de ongunstige positie van de gemeente-archi
varissen. Het voorstel van den Voorzitter, om hiertoe requesten te rich
ten tot de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van O., K. en W.,
vindt eenige bestrijding. Dr. Moll acht deze zaak, als zijnde behartiging
van de materieele belangen, meer voor de afdeeling. De Voorzitter geeft
dit toe, maar meent, daar de afdeelingen nog niet op gang zijn, dat men
het voor ditmaal beter door de Vereeniging kan laten behartigen, om de
zaak niet op de lange baan te schuiven. Nadat dr. Panhuysen nog ver
zocht heeft om de nadruk te leggen op verbetering der aanvangssalarissen,
wordt besloten tot verzending der requesten.
De Voorzitter verzoekt, daar de reisgelegenheden nog altijd veel te
vvenschen overlaten, de vaststelling van de plaats van de volgende ver-
3
gadering weer aan het Bestuur over te laten, met dien verstande, dat
het in het centrum zal zijn. Tevens stelt hij voor, dat het Bestuur dan
twee leden tot kascommissie tot het nazien van de rekening 1946-1947
zal benoemen uit de omgeving van de plaats der jaarvergadering. Dit
alles wordt door de vergadering zonder protest aanvaard.
Bij de rondvraag vestigt mr. de Bussy de aandacht op een advertentie
in „Commentaar" tot inlevering van oud papier door onze archieven op
te ruimen. De Algemeene Rijksarchivaris deelt mede, dat wederom de
zelfde circulaire als eenigen tijd geleden betreffende „opruiming van
archieven" werd rondgestuurd.
Mr. Groesbeek vraagt naar nieuwe regeling betreffende leges, welke
volgens den Algemeenen Rijksarchivaris in bewerking is.
De heer Brouwer vraagt meer uniformiteit in de uitleening van de
retroacta van den Burgerlijken Stand. De Voorzitter merkt op, dat ver
schillende plaatsen ook verschillende eischen stellen en zegt toe een
bespreking met den Algemeenen Rijksarchivaris. Mr. Mommers bepleit
als bestuurslid van de Studieclub voor Gemeentelijke Documentatie de
aanstelling van provinciale inspecteurs.
Mr. Beyerman maakt een opmerking over een advertentie in het Archie
venblad betreffende een vacature, die ondertusschen al vervuld was. De
redacteur antwoordt, dat dit het gevolg was van een later verschijnen
van het Archievenblad dan men had gedacht. Het is daarom beter berich
ten van vacatures door te zenden aan de secretaresse.
Dr. Coster vestigt de aandacht op het zeer groote crediet, waarover
het Rijksbureau voor Oorlogsdocumentatie beschikt; hij vreest, dat bij
nieuwe bezuinigingen bovendien niet daarop, maar op oudere instellingen
als het archiefwezen zal worden bezuinigd, en hoopt, dat het Bestuur
de regeering daarop zal wijzen.
Dr. Unger vraagt als redacteur van het Nederlandsch Archievenblad
de medewerking door berichten en bijdragen van de leden. De Voor
zitter stelt voor, het Gemeentebestuur van 's-Gravenhage te bedanken
voor het gebruik van de Raadzaal, sluit te 4.15 uur de vergadering en
geeft het woord aan dr. Verhoeven om eenige mededeelingen te doen
over de archieven in Indië.
Na afloop der vergadering bezochten de leden onder leiding van dr.
ter Meulen het Vredespaleis; het meerendeel vereenigde zich daarna
aan een gemeenschappelijken maaltijd in Bagatelle.
Toespraak van den Voorzitter.
Het is mij een genoegen U, Dames en Heeren archivisten, die, veelal
na een bezwaarlijke reis, naar hier zijt gekomen om onze 52ste jaarver
gadering bij te wonen, van harte welkom te heeten.
Het is, met slechts twee dagen verschil, juist zeven jaar geleden,
dat onze vereeniging in deze zelfde stad en in deze zelfde raadzaal haar
jaarvergadering hield. Ook toen had het bestuur eenige Belgische col
lega's uitgenoodigd onze bijeenkomst met hun tegenwoordigheid te ver
eeren. Helaas verhinderden de ondertusschen in Europa uitgebroken oor-