NEKROLOGIËN
iét
16
goed begreep wat een archivaris moest en kon zijn, niet in andere
bestuursfuncties naar voren is gekomen. Ook ons voormalig lid dr. N.
japikse, directeur van het Koninklijk Huisarchief, is overleden; op het
laatst van zijn leven heeft hij nog moeten ervaren, dat de door hem
beheerde verzamelingen door den bezetter aangetast werden.
Gedurende de bezetting heeft een aantal leden gemeend voor het
lidmaatschap der vereeniiging te moeten bedanken; enkelen zijn inmiddels
hierop teruggekomen. Eenige ambtgenooten zullen, om hun houding
tijdens de bezetting, geen deel meer van onzen kring kunnen uitmaken.
Daarom verheugt het het bestuur, dat in de laatste jaren verscheidene
nieuwe leden zich hebben aangemeld en zijn toegelaten. Het zijn, in de
volgorde van toelating: mr. F. G. Naudin ten Cate, G. van Es te Haar
lem, j. L. van der Gouw te Helmond, Pater mr. David de Kok O.F.M.
te Megen, dr. F. Ketner, D. J. G. Buurman te Arnhem, mej. dr.
I. H. van Eeghen te Amsterdam, mr. G. J. ter Kuile te Breda, mr. A.
T. Schuitema Meyer te Groningen, drs. H. M. Mensonides te Vaassen,
drs. P. Scherft te Beuningen, C. Postma te 's-Gravenhage, dr. B. H.
Slicher van Bath te De Bilt, B. H. M. J. van Son te 's-Hertogenbosch,
H. J. M. Timmerman te Middelburg, drs. J. Taal te Gouda en mr. J. W.
Groesbeek te Haarlem. Hen allen heet ik in onzen kring van harte welkom;
voor zoover zij nog niet in archiefdienst werkzaam zijn, wensch ik hun
toe, dat dit spoedig het geval mag zijn.
Ik ben thans aan het einde van mijn verslag. Het bestuur zal op één
lid na aftreden; de meeste leden zaten reeds langer dan het reglement
hun toestond. Alleen mr. Van Schilfgaarde, in 1941 verkozen, zal in
het nieuwe bestuur zitting hebben. Ook de redacteur van het Archieven
blad, mr. H. C. Hazewinkel, heeft den wensch te kennen gegeven, van
die taak ontheven te worden. Het bestuur neemt dus straks afscheid van
U; het betuigt nogmaals zijn leedwezen, dat de oorlogsomstandigheden
het belet hebben meer voor de vereeniging te doen. Moge het nieuwe
bestuur in dit opzicht gelukkiger zijn!
lk heb 8e2e9d' H. P. COSTER.
+7
In memoriani J. P. van der Weele
In zijn eigen vakblad, waarvoor hij zooveel belangstelling had, zou ik
graag enkele herinneringen willen vastleggen aan den eenige*) onder ons,
historiebewaarders, die bij het maken van de historie dezer fel beroerde
jaren zijn jonge leven heeft moeten offeren.
Jan Pieter van der Weele trad begin September 1931 als volontair
het Rotterdamsche Gemeente-archief binnen. Hij kwam van de school
banken met een mooi cijfer voor Geschiedenis op zijn H.B.S.-diploma,
zooals de toenmalige archivaris hoopvol verkondigde. En hoe heeft hij
aan diens verwachtingen beantwoord!
Het joviale, maar strenge regime van Dr. Wiersum kweekte nog amb
tenaren van den ouden stempel. Van der Weele dankte daar goede
eigenschappen aan. Maar hij was in al zijn tengerheid en bescheidenheid
mans genoeg om een persoonlijkheid te blijven. Zijn humoristische kijk
op dienst en bezoekers heeft hem voor verambtenaren behoed.
Behoudens een onderbreking van enkele maanden voor militaire oefe
ningen bleef hij tot Augustus 1934 als volontair werkzaam. De zoo erva
ren Poelmans heeft hem in die jaren gevormd tot een genealoog, die zijn
leermeester weldra naar de kroon streefde. De genealogie had direct zijn
groote liefde. Was hij niet geremd, dan hadden in de eerste maanden
velen van zijn H.B.S.-leeraren voorouders dn hun brievenbus gevonden.
De kans op een aanstelling was gering in dien tijd. Tegen zijn zin
verliet hij tenslotte het Archief voor een betrekking bij de administratie
der Politie. Maar eerder dan hij had durven hopen riep het Archief hem
terug. De bezuiniging eischte de afvloeiing van oudere ambtenaren en
deze maatregel trof ook zijn vereerden leermeester Poelmans. Vanaf 15
Juli 1936 heeft Van der Weele diens plaats ingenomen. Met uitzonde
ring van de zorg voor enkele administratieve formaliteiten kwam de
geheele taak van den scheidenden hoofdcommies op zijn schouders te
rusten. Maar in de gemeentelijke hiërarchie gold hij nog maar als half
was en hij kreeg den rang van schrijver. Drie jaar later werd hij bevor
derd tot klerk en kort voor zijn dood tot adjunct-commies.
Hoe noode het Archief den kundigen Poelmans ook liet gaan, het deed
met Van der Weele geen slechten ruil. Met groote kennis van zaken en
met een onuitputtelijke bereidwilligheid stond hij de leeszaalbezoekers ter
zijde. De genealogische correspondentie, die hij onmiddellijk geheel zelf-
Niet de eenige, zie de nekrologie van Irene Doornbos hierachter (N. v. d. R.).