JrfzJsmati:,«chlevefaddr.de
ör:
58
F ersonalia
ProfZidr H ^fa^"SChe vo]9orde, Vla^ende:^^ °VerIeden'
Algemeen R^w'«hi-rl. aa„
Geschiedkundige Pub],ca«„ eC'el" Bu'eau voor s Ri>ka
MaflM7 D™' !895-'905 archivaris der gemeente Vlissinoen
MrV M I ni-a'Ch'T7 d" 9emeente Vlissingen.
Noord-Brabant aan he, Rijksarchief in
Algemeen RijSarchié'f, OUd"riiksatchi™™ Noord-Brabant en aan het
der^gemeente^Schiedam 1ZT" '«>7-1900 archivaris
gemeente Schiedam, oud-burgemeester van Deventer.
archivaris inleêund en ulS™ SchW«- «<Mb-
P Kaófean w 0"d-">ksarcki™™ in Drente en Groningen.
Amsterdam aan he, archief de, gemeente
defget^TErW4-19'6 ki™- ,9,^,935 archivaris
gemet,eR„"erdamM W#I-,W» adjnnct-archivari, de,
IV r l' ,M^ssfn' archivaris der gemeente Breda,
f p Schuylenburg, oud-archivaris der gemeente Utrecht
dam Pa" ambtenaar aan het archief der gemeente Rotter-
n ^er!'ra/nd m°9e °°k n°9 WOrden genoemd:
nrnf Phl' l^esfermann- die gedurende de gedwongen afweziqheid van
EconomLhXtolT^Xf""™' '5 9eWeMt Va" he' Ncderlandsch
w„tdcn„twhdT ,1,Un°er Za' b'ad W°°rd nagedachtenis
De Bibliothèque de l'Ecole des chartes van 1940 bericht het overlijden
e^"pÏÏ"fl"',089dSarCbiïiSte-Pja'é<>9'japhe aan de Archives Nat,
e Parijs, sinds 1898 correspondeerend lid onzer Vereeniqino die de
Fransche uitgave der Handleiding heeft verzorgd. De bundel 1941' (n 355
vlg.) bevat een nekrologie van de hand van Léon Mirot <P'
Herinnerd moge hier worden aan het overlijden van prof. dr. N. B.
aanzien niet zou SXedem'Zie dit ten haren
Tenhaeff, wiens diplomatische bijdragen in dit tijdschift even noode zul
len worden gemist als zijn zeer bijzondere persoonlijkheid in de wereld
der historici.
Afscheid van mr. R. Bijlsma als Algemeen Rijksarchivaris. Op Donder
dag 27 December 1945 is in het gebouw van het Algemeen Rijksarchief
■afscheid genomen van den Algemeenen Rijksarchivaris, mr. R. Bijlsma,
die op 1 Januari 1946 den rijksdienst wegens het bereiken van den pen
sioengerechtigden leeftijd verliet.
Om 10 uur in den ochtend van dien dag bracht de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Zijne Excellentie prof. dr. G. van
der Leeuw, vergezeld van den chef van de afdeeling O.K.N. van het
departement, mr. J. K. van der Haagen, en den heer E. A. Kuipers,
referendaris aan die afdeeling, een afscheidsbezoek aan den scheidenden
Algemeenen Rijksarchivaris op diens werkkamer aan het Bleyenburg.
Omstreeks 11 uur verzamelden zich in de bekende .Collegezaal" van
het Algemeen Rijksarchief de aan deze instelling verbonden ambtenaren
en die van het Bureau voor s Rijks Geschiedkundige Publicatiën. Hierbij
voegden zich een aantal andere persoonlijkheden, zoowel uit archief
kringen als uit die van bezoekers.
Nadat de heer Bijlsma, die vergezeld was van zijn huisgenoote mevr.
Zijlstra aan wie te voren een fraaie orchidee was aangeboden gewor-
■den was binnengeleid, nam zijn ambtsopvolger, jhr. dr. D. P. M.
Graswinckel, het woord voor het uitspreken van een zeer sympathieke
afscheidsrede.
De spreker onderscheidde in de archiefloopbaan van den heer Bijlsma
-drie markante perioden. De eerste, welke zich kenmerkte door zijn ambt
aan het Rotterdamsche gemeente-archief, waar onder meer de voorbe
reidingen werden gemaakt voor Bijlsma s boek met den suggestieven titel
Rotterdam s Welvaren, dat in 1918 van de pers kwam en een belangrijke
bijdrage bleek te zijn tot de economische geschiedenis van ons Vaderland.
De tweede periode was die, welke begon aan het Algemeen Rijks
archief, eerst als chartermeester, later als rijksarchivaris van de eerste
afdeeling. In deze periode verzette de heer Bijlsma veel belangrijk werk.
Naast de verschillende inventarissen van archieven, welke onder zijn af
deeling ressorteerden, publiceerde de scheidende Algemeene Rijksarchi
varis in deze ambtsperiode veel. Spreker noemde een getal van meer dan
80 artikelen, welke verschenen in 15 verschillende tijdschriften, een getal
dat niet exact genoemd mocht worden, omdat spreker er van overtuigd
was nog veel publicaties over het hoofd te hebben gezien. Van deze
ruim 80 publicaties van de hand van den heer Bijlsma, welke in druk
verschenen in de periode 1903-1933, moet een zeer groot gedeelte wor
den gedateerd in de jaren van de hier bedoelde tweede periode. Ook de
bekende kwestie betreffende het recht op de souvereiniteit van Nederland