34 Van den bisschop was overgegaan, om van hier uit het omliggende gebied te kerstenen, maakt geen melding dat er te Eist reeds een kerk of kapel bestond. Integendeel wordt gezegd, dat Werenfried er den heiden- schen dienst uitroeide en de plaats aan de bescherming van de heiligen toevertrouwde6). Werenfried, die omstreeks 760 overleed, stierf niet te Eist, maar te Westervoort. De Elstenaren maakten niettemin aanspraak op zijn lijk, dat hun door een wonder werd toegewezen, waarop zij het ter aarde bestelden op de plaats, waar onder bisschop Balderik een kerk verrees, waarschijnlijk ter vervanging van een oudere, door Werenfried gestichte kapel, de in het opschrift .vermelde capella cum ara 7). Ge noemde kerk werd vermoedelijk in het laatst van de elfde eeuw tot een 1 collegiale kerk verheven 8Zij bevond zich ter plaatse van de tegen woordige Ned. Hervormde kerk. Intusschen staat het vast, dat de Utrechtsche bisschoppen in later eeuwen niet steeds eigenaar van de villa Eist zijn gebleven. De kroniek De rebus Ultrajectinis weet althans te verhalen, dat de graaf van Gelre in 1226 van den bisschop van Utrecht voor den afstand van Salland ondermeer diens allodium te Eist ontving9). Blijkens de generale reke ning van een aantal comptabele ambtenaren van graaf Reinald I van Gelre uit het laatst van de dertiende eeuw was de curtis (hof) Eist inderdaad het eigendom van dien graaf 10Er is- dus geen aanleiding, het bertcht van den kroniekschrijver te wantrouwen, en daarmede staat tevens vast, dat wij op goede gronden kunnen aannemen, dat de villa Eist met de onderhoorige landerijen van Karei Martel op de Utrechtsche bisschoppen en van deze op de Geldersche graven en latere hertogen overging. Waar lag de Frankische hof, de bewoningskern, waaruit het tegen woordige dorp Eist ontstaan is? Dank zij het feit, dat de Geldersche hertogen er in later tij-den eigenaar van waren, is het ons mogelijk, die ligging nauwkeurig te praeciseeren. - 35 In het register op de leenactenboeken van het kwartier Nijmegen komt namelijk een aanteekening voor betreffende het verlei in 1544 van een goed onder Eist, genaamd „die Vlasraet", in jongere acten ook de „Vlasstede" geheeten, waarvan de belendingen als volgt worden om schreven: „oostwert die gemeyne straet, suydwert die Wur-densche straet, westwert Krienkempken ende 's Hertogen hoffstat, noort- wert die gemeyne straet" n). Door bereidwillige medewerking van den Bewaarder der Hypotheken te Nijmegen, den heer C. J. Kleinen, zijn wij in staat, de ligging van genoemde hertogelijke hofstad met zekerheid aan te duiden. Zij is die van het perceel, kadastraal onder sectie no. 340 bekend, gelegen ten Westen van de kom van het dorp, tusschen den Valburgschen weg en de Wuurdsche straat, van even genoemde straat gescheiden door perceel 339, dat in een kadastrale acte van 18 December 1826 dc „Kraaikamp" („Krienkempken") heet, beide aan de Oostzijde van en onmiddellijk grenzende aan de Elster zeeg12). Waarschijnlijk hoorde perceel 342, thans een boerderij, er ook bij 13 Volgens het „Journal of Dagverhaal van een plaisir Reisje van Gro ningen na Kleef in 1740" door eenige Groningsche heer en zou te Eist oudtijds een aanzienlijk slot hebben gestaan, waarvan te dier tijde geen overblijfselen meer aanwezig waren t4). Quack spreekt in zijn artikel over het huis „de Musschenberg" onder Lienden van een voormalige sterkte ten Zuiden van den Valburgschen weg en aan gene zijde van „de Weurde", zooals de plaatselijke benaming luidt voor het land ten Westen van de Elster zeeg en ten Noorden van de Wuurdsche straat. De plek, waar die sterkte lag men denke hier aan een versterkte hofstede, die mogelijk op den duur het aanzien van een slot verkreeg overeen komende met de plaats van de hertogelijke hofstad, was in 1880 een weide, die door het volk de „spookweide" werd genoemd 15Aangezien de middeleeuwsche curtis, het centrum van de landbouwexploitatie van 's graven allodium te Eist, naar alle waarschijnlijkheid op dezelfde plaats lag als genoemde hofstad, ligt het voor de hand, hier ook het centrum van de Frankische villa te zoeken, die Karei Martel aan bisschop Willebrord schonk. Hetgeen wij kunnen aanvoeren betreffende de vermoedelijke ligging van het castrum, waarvan de oorkonde van 726 terloops melding maakt, sluit zich bij deze opvatting aan. Volgens meergenoemde oorkonde was dit castrum, dat toen reeds niet meer bestond, gelegen in de plaats Marit- haime. Tenhaeff meende, dat Marithaime de oude benaming voor de Anonymi Vita S. Werenfridi, 2 in Acta Sanctorum Augusti VI (Parisiis et Romae, 1868), 'biz. 102. 7)Acta Sanctorum Augusti VI. blz. 100; Jacobus de la Torre. Relatio seu descriptio status religionis catholicae in Hollandia etc. (Archie! voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht X, Utrecht, 1882, blz. 206207)F. van H(eussen) en H. van R(ijn), Oudheden en gestichten van het bisdom van Deventer (Leiden. 1725), blz. 552. s) De oudste vermelding van een proost te Eist dateert eerst uit het laatst van de elfde eeuw. Zie C. Pijnacker Hordijk, Lijsten der Utrechtsche prelaten vóór 1300 (Nederl-an-dsch Archievenblad XX. Groningen, 1911'12, (blz. 212213). Ook te Utrecht ontstonden de jongere stadskapittels eerst in den loop van de elfde eeuw. Zie Tcnhaeff, Diplomatische studiën, blz. 165. De rebus Ultrajectinis, XXI. Ed. A. Matthaeus (Lugduni Batavorum, 1690), blz.16. 10) Rijksarchief te Brussel, Chambre des comptes 47038, A, I, C, f. 3435. Het Rijksarchief in Gelderland bezit een fotocopie van genoemde rekening, waarop de Rijksarchivaris Jhr. Mr. A. H. Martens van Sevenhoven op welwillende wijze onze aandacht vestigde. iC-) -. aCI1 i* - u) J. S. Sloet e.a.. Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Kwartier Nijmegen (Arnhem. 1919), blz. 241, 243. J-) Vriendelijke mededeeling van den Bewaarder der Hypotheken. 13) Als -boven. In een acte van 1890 wordt deze boerderij ,,de Steenoven" genoemd. 14) De Navorscher XLV (Nijmegen, 1895), blz. 511. 15) Geldersche Volksalmanak 1880 (Arnhem, z. j.blz. 136.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1945 | | pagina 21