28 strelcKing 'het Fransche huwelijksrecht in overeenstemming te brengen met de Op het concilie van Trente genomen beslissingen. Het is een uit drukkelijke regeling van Koningswege van hetgeen de Katholieke kerk reeds hact voorgeschreven en bevat dus de erkenning van het ongeschre ven beginsel, dat de kerkelijke regelingen op het gebied van de huwelijks wetgeving toonaangevend waren. Artikel 40 gaat op een onderdeel zelfs verder can de besluiten van Trente, want het eischt de aanwezigheid van vier getuigen. Het doel van artikel 181 komt duidelijk tot uitdrukking in de woorden, waarmede deze bepaling.aanvangt: ,,Pour o'bvier aux abus et inconvéniens qui adviennent des mariages clandestinsMet welke middelen tracht men deze openbaarheid te waarborgen? Allereerst door de vooraf gaande afkondiging proclamations précédentes de bancs ten tweede door het openbare huwelijk seront épousées publi- quementen in de derde plaats door de aanwezigheid van getui gen y assisteront quatre personnes6) Moge de draagwijdte van artikel 40 in geenen deele worden onder schat, de inhoud van artikel 181 is uit ons oogpunt bezien veel be langrijker. In dit artikel wordt, gelijk in artikel 40, aangesloten bij den bestaanden kerkelijken toestand met dit verschil echter, dat bij eerstge noemd artikel van het bestaan der doopregisters en overlijdensregisters wordt uitgegaan. De hoofdgriffiers moesten, ingevolge artikel 181, de registers jaarlijks binnen twee maanden na het verstrijken van het jaar tot zich nemen. Niet meer de griffier van den baljuw, doch voortaan de hoofdgriffier van de koninklijke rechtbank. Men ziet de gelijkenis met de bepaling, zooals wij die thans in ons burgerlijk wetboek aantreffen. De pastoors moesten de verzekering geven, dat de registers, overeenkomstig de waarheid waren ingevuld. Zij werden voor de juiste bijhouding ver antwoordelijk gesteld. De registers moesten met zorg ter griffie worden bewaard. Aan hen, die zulks verzochten, dienden uittreksels uit de regis ters te worden verstrekt. De registers werden derhalve tot openbare regis- 29 ters gepromoveerd. Samenvattende, kunnen wij dus zeggen, dat in 1579 voorschriften werden gegeven omtrent de bijhouding, bewaring, de waar achtigheid en de openstelling van de registers voor het publiek. Vooral in het laatste schuilt de groote beteekenis van artikel 181. De bewijs voering werd gemoderniseerd. Door middel van een gewaarmerkt uit treksel kon men voortaan de geboorte, het huwelijk en het overlijden bewijzen, en zoo kon men zich een gepraeconstitueerd bewijs verschaffen. Het getuigenbewijs was nu op den achtergrond gedrongen, doch niet in alle gevallen afgeschaft. De ontwikkeling van de rechtspraak na 1579 ging echter spoedig in de richting van de afschaffing van het getuigen bewijs. Slechts in enkele gevallen, b.v. bij huwelijken, van welks voltrek king de geheele streek getuige was geweest, en zoodoende een ieder bekend waren, werd dit bewijsmiddel nog toegelaten. Deze praktijk vond in Januari 1629 bij de „ordonnance sur les plaintes des états-assemblés a Paris en 1614, et de l'assemblée des notables réunis a Rouen et a Paris, en 1617 et 1626" (Code Michaud) haar wet telijke bekrachtiging. Het getuigenbewijs werd ingeperkt in dien zin, dat voortaan, voor het bewijs van het huwelijk op andere wijze dan door middel van de huwelijksregisters, zes bloedverwanten als getuigen moes ten optreden. Acht en dertig jaren later, in artikel 7 van titel 20 van de groote ordonnantie van April 1667 van Lodewijk XIV werd het getui genbewijs volkomen uitgeschakeld. In laatstgenoemde ordonnantie staan twee artikelen, die bijzondere aandacht verdienen. Artikel 8 bepaalt, dat de registers in dubbel moeten worden aangelegd en op bladen, geparafeerd door den rechter. Het e-ene register blijft onder berusting van den parochus, het andere exemplaar moet worden gedeponeerd ter griffie van de rechtbank. Artikel 10 bevat regelen nopens de wijze van invulling. ,,Les baptêmes, mariages et sepultures seront en un même registre, selon l'ordre des jours, sans laisser aucun blanc; et aussitöt qu'ils auront été faits, ils seront écrits et signés Eerst in 1736 werden de voorschriften ten aanzien van den burgerlijken stand weder herzien. De verwaarloozing van de bestaande bepalingen in een aantal parochiën was de oorzaak, dat de voorschriften niet alleen werden hernieuwd, doch op een aantal onderdeelen ook werden ver scherpt. De desbetreffende ordonnantie is van groot belang en is te be schouwen als een mijlpaal in den ontwikkelingsgang van den burgerlijken stand. Wij besluiten hiermede ons overzicht van de historische ontwikkeling van het instituut van den burgerlijken stand in Frankrijk onder het koningschap. Wij zijn thans genaderd tot de revolutie van 1789 en nog slechts drie jaren verwijderd van 1792, den grooten mijlpaal in den ont wikkelingsgang van den burgerlijken stand. Wij werpen den blik nog r') Artikel 181: „Pour obvier aux abus et inconvéniens qui adviennent des mariages clandestine, avons ordonné et ordonnons que nos sujets de quelque estat, qualité et condition qu ils soient, ne pourront valablement contracter mariage, sans proclamations précédentes de 'bancs faites par trois divers jours de festes,x avec intervalle compétent, dont on ne pourra öbtenir dispense, sinon après la première proclamation faite: et ce settlement pour quelque urgente ou legitime cause, et a la réquisition des principiaux et plus proches parens communs des parties contractantes, après lesquels bans seront épousées publiquement: et pour pouvoir témoigner de la forme qui aura esté observée esddts mariages, y assisteront quatre personnes dignes de foy, pour le moins, dont sera fait registre; le tout sur les peines portées par les conciles: enjoignons aux curez, vicaires ou autres de s'enquérir soigneusement de la qualité de ceux qui voudront se marier; et s'ils son.t enfants de familie, ou estant en ja puissance d'autrui, nous leur difendons étroitement de passer outre a la célébration desdits mariages, s'il ne leur apparoit, du consentement des pères, mères, tuteurs, ou curateurs, sur peine d'estre punis comme fauteurs du crime de rat".

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1945 | | pagina 18