188 189 (BPL 758: Catalogus XIV, 1932, p. 128); deze verdienen zeer de aandacht. Var. Swinden behandelt in deze latere werkjes slechts de „Hollandsche departementen in de uitgestrektheid die ze onder het Fransche keizerrijk hadden, dus zonder Noord brabant, Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen, maar mèt Oost-Friesland. Een jonger historisch-metrologisch geschrift van natuurkundige zijde: D. van der Plaats, Over de NederlandscJhe standaarden der maten en gewichten, Maandblad v. Natuurwetenschappen XX (1895) en XXII (1899) kunnen wij niet zonder voor behoud aanbevelen: de schrijver neemt o.i. te gemakkelijk incidenteele wijziging der standaarden aan, in plaats van te denken aan metingsfouten. De bestudeering eener bepaalde landmaat heeft ons gebracht tot een opstel van meer algemeene strekking: S. J. Fockema Andreae, De Rijnlandsche Roede, Geschiedenis eener Oud^Nederlandsche Landmaat, in het Tijdschrift v. h. Kon. Ned. Aardrijks kundig Genootschap 2 XLIX (1932) bi. 635—657; dez., Bij het aanstaande verbod der oude maten, Tijdschrift alsv. 2 L (1933) bl. 170174. De oude vergelijkingstafelen behooren veeleer tot de bronnen dan tot de littera tuur. Nederland is niet rijk erin. Ze zijn belangwekkend; dat ze overigens niet zonder critiek zijn te raadplegen, spreekt vanzelf. Voor de landmaten: Jan Pietersz. Dou, Tractaet van de Roeden ende Landtmaten door Hollant ende West-Vrieslant, met meer andere plaetzen, Leiden 1629. (Over den schrijver: C. de Waard in N. Ned. Biogr. Wdbk. II 406; J. W. Verburgt, Het Leven van Jan Pietersz. Dou, in: Hand en Levensber. v. d. Mij. v. Ned. Letterkunde te Leiden, 1931/1932, bl. 57—58). Het Tractaet is herdrukt in: Matheus van Nispen, Beknopte Landmeetkunst, Dordrecht 1665, en vermeerderd o.a. met het Tractaet van Roeden ende Landmaten, soo als de selve gebruyckt werden in Hollandt, Zeelandt ende eenige daer ontrent leggende plaetsen, door C. Fr. Eversdyck. (Het exemplaar in ons bezit heeft nóg een losse „Bijvoeginge" betreffende de Bossche roede en enkele correcties in het Tractaet). Van Nispen vindt men niet in het N. Ned. Biogr. Wdbk; wèl in Van der Aa's Biogr. Wdbk XIII (1868) bl. 268—269. Over Eversdyck: De Waard in N. Ned. Biogr. Wdbk III 371. Ten derden male ontmoet men Dou s Tractaet bij: Johannes Morgenster, Werkdadige Meetkonst. Ie druk „voor den autheur", Zwolle 1703. (Deze druk is uiterst zeldzaam; een ex. in het Museum der Ver v Ov. Regt en Geschiedenis te Zwolle). Morgenster, over wien het N. Ned. Biogr. Wdbk. niets en Van der Aa's Biogr. Wdbk XII2 (1869) bl. 1056 bijna niets weet mede te deelen, was een Zwollenaar, aldaar geboren 8 Oct. 1682; al jong dus trad hij als auteur op en niet Zonder zelfbewustheid, blijkens bl. (353) in de Voorrede der Verhandeling van de roeden en landmaten: „Aangezien wij nu nog in een tijd leven, daarin dat geen eenheid in maten toegestemt is en men om deze redeloze derving veel onnodige moeite moet doenDe vergelijkingstafel is door Morgenster ver- meeerderd en verbeterd. De tweede druk van Morgensters boek is bezorgd door J. H. Knoop, Leeuwarden 1744. Knoop geeft nogal hoog op van zijne aanvullingen in den vergelijkingstafel, maar deze betreffen alléén de Groninger roede. Hiermede was nu heel Nederland, behalve Limburg en Staatsvlaanderen, compleet. Een zich eveneens „tweede" noemende druk van Morgensters Meetkonst verscheen, Den Haag 1757; een derde, Den Haag 1784; een vierde, Amsterdam '1820. in drie deelen. Aldus behield dit boek, met zijn vergelijkingstafel, gezag tot op de definitieve invoering van het metrieke stelsel. (Over den veelschrijver Knoop: R. Visscher in N. Ned. Biogr, Wdbk III 700). Voor de in den handel gebruikelijke eenheden van maat en gewicht zijn de Koopmans-Handboeken van belang: niet slechts om de ware verhouding tusschen de onderscheidene eenheden te leeren kennen, maar ook om het handelsgebruik en de gangbare afrondingen te achterhalen. Van zulke handboeken zijn uit Italië, uit de Zuid-Duitsche steden en ook uit Antwerpen reeds middeleeuwsche voorbeelden bekend; voor Nederland is het oudste het Tresoir van de maten, van gewichten, van coorn, landen, van de elle ende natte mateAmsterdam 1590, in 12°. 'Het boekje is ge steld op den naam van.den rekenmeester Nicolaas Petri Daventriensis (over wien Burger in N. Ned. Biogr. Wdbk. I 1414), maar ten onrechte: vgl. Amsterdamsche Boekdrukkers III bl. 13 en Catalogus van de tentoonstelling der Universiteitsbibliotheek Amsterdam 1932 no. 889. De inhoud doet veeleer denken aan een Vlaamschen auteur; de toestanden van Brugge en Gent worden met naïef gemak als de normale beschouwd. Het Tresoir 'heeft herdrukken beleefd, met kleine titelveranderingen; ons is ter hand een uitgave Amsterdam 1668. De taak van het Tresoir is later overgenomen door het werk: De Koophandel van Amsterdam naar alle gewesten des weereldseerst ontworpen door wijlen Le Moine de 1 Espine, nu doorgaans in andere ordre gebragt en seer veel vermeerdert door I. le Long. Van de bewerking door Le Lonig verscheen de eerste druk, in één deel klein octavo, te Amsterdam 1714; de tiende (laatste) druk in vier deelen, Amsterdam 1S011802. In de oudere drukken vindt men, ook in de maatreducties, het Hollandsche handelsgebruik terug; in de latere drukken heeft men helaas de gegevens uit J. Kruse's Hamburgischer Kontorist zonder meer overgenomen. Een pendant van deze Amsterdamsche uitgaven is: (C. van der Lith), Het oude Dordrecht (sic!) Koorn-boeksken, van nieuws oversien en vermeerdert. Den negenden druk, vermeerdert met een reeken-boeksken van de Oly, soo in Dordregse kannen als Amsterdamsche Mengelen, Dordrecht 1767, 12°. Wellicht zijn er in andere handels centra dergelijke werkjes uitgegeven. De bemoeiing van den Oeconomischen Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen heeft tot eenige belangrijke publicaties geleid: Evert de Marre, Bericht van de maaten en gewichten te Amsterdam in gebruik, hunnen oorsprong en inhoud, Haarlem 1784; en: Opgaven van maaten en gewichten der departementen Middelburg, Delft, Vlaardingen, Maassluis enzHaarlem z. j. (1784). Nu volgen eenige gewestelijke werken: ZEELAND. Zie het bovengenoemde rapport van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Voorts: J. de Kanter, Eenige vergelijkende Tafelen(1797), waarin aan het slot een Aanhangsel over de gewichten en maaten der stad Zierikzee. - J. de Kanter Ph.z. Handboekje voor de ingezetenen der provincie Zeeland, inhou dende vergelijking der aldaar in gebruik geweest zijnde maten en gewigten met die van het Keizerrijk (resp.: van het metrieke of nieuwe Nederlandsche stelsel); le druk Middelburg 1810, 2e druk 1813, 3e druk (vermeerderd met gegevens betreffende Zeeuwsch-Vlaanderen) 1829; 4e druk, bewerkt door A. Gouka, 1852. NOORD-BRABANT. Vergelijkende tafelen tusschen de oude maten en gewigten, in het Departement des Bouches du Rhin gebruikelijk, met de nieuwe, 's-Hertogenbosch 1812, 4°; Instruction sur les nouvelles mesures, Bois le Due 1812, 4°. Deze uit gaven zijn ons slechts bekend uit den Catalogus 1841 van de Bibliotheek van het Prov. Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant te 's-Hertogen- bosch, bl. 15. LIMBURG. De Almanach du département de la Meuse-Inférieure 18011813 bevat telken jare metrologische gegevens, de beste en uitvoerigste in den laatsten jaargang. In het Annuaire du Limbourg worden deze herhaald en voortgezet, het uitvoerigst in dat van 1826. GELDERLAND. Niets te vermelden. UTRECHT. H. Kamphuizen, Tafels ter vergelijking der Stichtsche maten en gewigten met de algemeene Nederlandsche. Utrecht 1821. OVERIJSSEL. J. ter Pelkwijk, Handleiding tot de herleiding der oude, in de provincie Overijssel gebruikelijke, maten en gewigten, Zwolle 1822. (Zeer zeldzaam; een ex. in het Museum der Ver. v. Ov. Regt en Geschiedenis te Zwolle). E. G. Siaal, Vergelijkingstafelen van Overijsselsche maten en gewigten, Zwolle 18 (Vermeld door Ter Pelkwijk, Handleiding bl. dv„ voor het overige ons onbekend). Nederlandseh Archievenblad 1941 1943 13

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1943 | | pagina 9